Trieste onafhankelijkheid

Suriname viert straks de 45e verjaardag van zijn onafhankelijkheid. De balans: een economische ravage. De instituten zijn zo verzwakt, dat het kwaad de afgelopen jaren vrij spel heeft gehad om het hele land te infecteren en leeg te zuigen. Het gevolg is verarming en werkloosheid. Economisch is het land overgeleverd aan schuldeisers. Per Surinamer is er ongeveer veertig voetbalvelden aan grond beschikbaar, maar het hebben van een stukje grond ter grootte van het strafschopgebied om een huisje te bouwen is voor velen een utopie. Het enige dat groeit en bloeit, is het ambtenarenapparaat. Veel Surinamers zitten het liefst lui op een overheidsstoel.

Nederland bouwde Suriname van de grond af op. Het maakte niks kapot. Nou, dat is niet helemaal waar. De Indianen werden wel verdreven van hun gronden en stukjes bos werden open gekapt voor nederzettingen. Maar de ex-kolonisator bracht Suriname in kaart, legde de basis van de landbouw, de infrastructuur, het onderwijs, het rechtssysteem, de waterhuishouding, de instituten, het architecturaal erfgoed en de religieuze instellingen. Dat zijn de voorwaarden voor een beschaafd land. De keerzijde van de koloniale periode was geweld, ongelijkheid en racisme. De witte man was de baas, gaf de bevelen, brandmerkte, bestrafte en hield toezicht. De slaaf- en contractarbeiders waren productiemiddelen.

Toen er geen dividend meer te halen was, wilde de ex-kolonisator de kolonie niet meer behouden. Men vond het niet verstandig om belastinggeld in een bodemloze put te gooien. Zonder een kogel af te vuren kon Suriname vrij en zelfstandig worden. De creoolse antikoloniale nationalisten die al vanaf de jaren 50 en 60 trappelden om de macht van bakra basi over te nemen, kregen hun zin. Hun verhaal domineerde. De onafhankelijkheid was het volk niet voorgelegd als verkiezingsthema of in een referendum. Op een kwade dag kreeg het te horen dat Suriname ultimo 1975 onafhankelijk zou worden. Het kon niet kiezen voor onafhankelijkheid, geen onafhankelijkheid of een tussenvorm. In een tussenvorm had Suriname, met zijn kleine bevolking, misschien de toegang tot de miljoenen Europese markt hebben kunnen behouden.

De bewuste koers van de creoolse nationalisten was niet helemaal duidelijk. In de jaren voor srefidensi kreeg hun nationalisme gestalte in Wie Eegie Sanie (Ons eigen ding), een intellectuele beweging die vooral gericht was op de Surinamers van Afrikaanse origine. Het was een beetje de Surinaamse ‘négritude’, met de nadruk op Afrocentrisme: de zwarte identiteit, uitgedrukt in termen van cultuur en geschiedenis. Maar anders dan bijvoorbeeld Haïti was Suriname te complex voor négritude, vanwege de verschillende Aziatische culturen. Overigens noemde de filosoof Sartre négritude ‘antiracistisch racisme’. Hoe dan ook, Wie Eegie Sanie was geen economische beweging. Het streven was ‘bevrijding’. Men had geen idee hoe je een land goed bestuurt en welvarend maakt. De bloedige staatsgreep van 1980 stond niet op het netvlies; de 8 decembermoorden waren een onmogelijkheid; en het leegroven van banken door de Staat was nog ondenkbaar. Die menselijke rampen zouden volgen na ‘Wan monki fri’.

De witte onderdrukker maakte plaats voor de eigen teelt onderdrukker. Die greep in 1980 via de uzi de macht. De republiek beleefde in die jaren zijn donkerste dagen. Na een paar termijnen democratische rust en vrede hergroepeerde het geboefte van de jaren 80 zich en greep, met de hulp van slimme, eerzuchtige, jonge handlangers, in 2010 en 2015, nu via de stembus, weer de macht. Met een uitstekend misleidende propaganda wonnen zij de harten van veel Surinamers. Een charismatische crimineel werd president, en het ging weer helemaal fout. De band met Nederland werd verbroken om de aandacht af te leiden van criminaliteit. Decolonizing the mind was het smoesje van corrupting the mind. Tussen haakjes: echte dekolonisatie wordt gebracht door wetenschap en onderwijs, corruptiebestrijding, wetshandhaving en hard werken en produceren; etniciteit en cultuur zijn van ondergeschikt belang. Suriname verviel tot een schurkenstaat. De overheid werd geïnfiltreerd door criminelen. Instituten werden verzwakt, geldverdwijningen werden gefaciliteerd, de corruptie verbreidde zich naar alle kanten. De leidende politici waren alleen geïnteresseerd in zelfverrijking. De talloze ministers grepen elke gelegenheid aan om aan de corruptie mee te doen, en de kwaliteit van het bestuur verslechterde zienderogen tot een dieptepunt.

In een ander opzicht is er voor en na de onafhankelijkheid ook niet veel veranderd. Nederland is vervangen door China. Ex-president Bouterse is twee keer met een vliegtuig vol functionarissen gaan kwispelen bij de Chinese machthebber. China zorgde voor goedkope leningen, vooral voor infrastructurele projecten. De leningen en projecten hebben geen geld opgeleverd om de leningen terug te betalen. Een kleine lokale kliek heeft wel geprofiteerd en het grote voordeel vloeit terug naar China. De Surinaamse markt wordt overspoeld door goedkope low-end producten, die de eigen productie remmen. Surinaams hout en goud worden weggedragen, het milieu wordt vergiftigd met Jin Chang (cyanide) en schaarse US-dollars worden afgeroomd door Chinese detailhandelaren en verstuurd naar het thuisland. Nieuwe Chinezen worden ingevlogen, ze hoeven niet in de rij te staan en krijgen meteen paspoort, rijbewijs en vergunningen, hoewel dit misschien niet meer gebeurt. De werkelijkheid verschilt niet veel van de koloniale band met Nederland. Verschil is wel dat in de Chinees niet de ex-slavendrijver wordt gezien, in de witte Nederlander wel.

Er is zeker hoop voor de zieke 45-jarige, want die heeft voldoende veerkracht en potentie. Suriname is paradijslijk groen, het bevat veel zoetwater en is rijk aan grondstoffen. Suriname moet zijn eigen boontjes wel beter doppen. De fysieke en fiscale grenzen moeten beter worden bewaakt, zodat de rijkdommen niet worden gestolen. De regering Santokhi-Brunswijk kan de eerste aanzet geven om het land eerlijker te besturen. Het is geen verrassing dat zij vriendjespolitiek niet de kop heeft weten in te drukken, omdat het een diepgewortelde traditie is in de ‘kennisseneconomie’ van Suriname. Het publiek struikelt hierover, maar hetzelfde publiek zou niet weigeren als het een goedbetaalde baan zou krijgen aangeboden door een kennis. Nepotisme is de buitenkant, de vorm die de aandacht van de inhoud afleidt. De inhoud is het beleid, en of dat leidt tot economische groei, daar draait het om. Nepotisme is overigens tot nog toe de enige overeenkomst met de vorige regering. Het grote verschil in vorm is dat deze regering bezuinigt, corruptie aanpakt en niet steelt van het volk. Er is ook meer vrijheid. Mensen die eerst stil waren durven nu wel openlijk en ongezouten hun mening te geven.

De verhouding met Nederland wordt gelukkig hersteld, niet meer hiërarchisch: geen baas-knecht, maar partner-partner. Nederland en China zullen, zoals elk ander land, alleen aandacht besteden aan Suriname zolang er geld te verdienen valt. Zo is het leven. Maar Suriname moet ook beter worden van de samenwerkingen. Het verschil tussen Nederland en China is wel dat Nederland let op milieu, corruptie, rechtsstaat, witwassen, et cetera, terwijl het voor China niet uitmaakt of Suriname een schurkenstaat is of niet, om er zaken mee te doen.

Om de achtergelaten schulden van de vorige regering te herschikken, is minimaal een jaar nodig. Het gehavende schip moest eerst voor onderhoud uit de vaart worden genomen en in een droogdok gelegd. Dan lijkt het alsof er niets gebeurt. Het publieke ongeduld is groot. Alsof men verwacht dat een vrouw die vandaag zwanger raakt, morgen al het kind in haar handen moet hebben. Zo werkt het niet. De president wekt niet de indruk dat hij er maar wat aan rotzooit. Hij lijkt zich maximaal in te spannen. Het is alleen de vraag of de inspanningen vrucht zullen dragen. Pas halverwege het regeertermijn kan hierover iets zinnigs worden gezegd. Hij moet dus de kans krijgen om te leveren wat hij heeft beloofd. Hij voert zijn beleid uit volgens zijn tijdlijn. Het eindresultaat moet worden afgewacht. Alleen moet de president niet vergeten dat aan zijn herstelplan mensen vastzitten, die brood en werk willen.

Al doende leert men. Het kan dus alleen maar beter worden. De president heeft hoge verwachtingen gewekt. Het wordt nog een zware bevalling. Bij al de hoge verwachtingen zal het eindresultaat een beetje teleurstellen. Maar gezien de puinhoop die is overgenomen, zal een zesje al voldoende zijn. Verder moet de president zich niets aantrekken van het gemierenneuk van zij die Suriname geen kant op willen laten gaan, behalve de verkeerde kant.

D. Balraadjsing

error: Kopiëren mag niet!