Trinidad & Tobago, Curaçao en Guyana ook alert
Minister Silvano Tjong-Ahin van Ruimtelijke Ordening en Milieu houdt de situatie rond een zinkende grote Venezolaanse olietanker voor de kust van Venezuela in de gaten. De tanker heeft 173.000 ton olie aan boord (circa 1,3 miljoen vaten). Inmiddels zijn ook de autoriteiten op Trinidad & Tobago, Curaçao en in Guyana alert.
In gesprek met Dagblad Suriname zegt minister Tjong-Ahin dat zijn ministerie, het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (Nimos) en het NCCR (Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing) op de hoogte zijn van ontwikkelingen rond de tanker FSO Nabarima, die dreigt te kapseizen en te zinken. ‘Er is geen groot risico voor Suriname. Ik heb een en ander gerapporteerd aan het kabinet van de president. Het gaat niet aan ons voorbij. Maar, de kans dat eventueel uit de tanker stromende olie de kust van Suriname bereikt is klein, de stroming gaat de andere kant op. Mocht er toch een calamiteit gaan ontstaan, hebben we een rampenplan klaarliggen. Ik volg via mijn contacten, onze technische deskundigen, maar ook via diverse media in de Caribische regio, de ontwikkelingen nauwgezet.’
De Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), bij monde van Daphne le Couvreur-Belfor (hoofd Marketing en Communicatie), bevestigt tegenover Dagblad Suriname dat eventuele gelekte olie Suriname niet zal bereiken, omdat de stroming de andere kant op is. De grote tanker FSO Nabarima, die permanent voor anker ligt in de Golf van Paria en wordt gebruikt voor de opslag van daar gewonnen olie, staat op het punt van kapseizen. Er zouden problemen zijn met afsluiters aan boord van het opslagschip van de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA (Petróleos de Venezuela S.A.). Eind augustus had de bemanning van het schip deze problemen al gerapporteerd, na een overstroming in de machinekamer. Toen probeerde PdVSA de problemen te bagatelliseren.
Op beelden is te zien hoe de olietanker hellend in het water ligt (https://www.youtube.com/watch?v=8sXRU65-3eE&feature=emb_title). Het schip is vastgemaakt met diverse kettingen aan de zeebodem, maar milieuactivisten vrezen dat deze niet sterk genoeg zullen zijn om het schip op zijn plaats te houden, mocht het weer omslaan.
Trinidad & Tobago
Ook de overheid van buurland Trinidad en Tobago is nerveus. Zij hebben aan Venezuela al toestemming gevraagd om het schip te inspecteren nadat het nieuws van de problemen bekend werd. Daarop werd echter niet meteen ingegaan. Pas op 20 oktober zou er een inspectie van experts kunnen plaatsvinden. De presidente van de American Chamber of Commerce van Trinidad and Tobago (AMCHAM T&T), Patricia Ghany, zei op 19 oktober:
‘Mocht er een lekkage plaatsvinden als het schip zou zinken, dan zou de omgeving van verschillende landen, waaronder T&T, Guyana, Suriname en mogelijk enkele van de OECS-landen, in groot gevaar komen. De effecten zullen decennialang voelbaar zijn en zelfs het maritieme verkeer zal worden beïnvloed. We kunnen dit gewoon niet laten gebeuren. Onze regering moet optreden en het land – en zelfs de internationale gemeenschap – laten weten wat er wordt gedaan en wanneer deze potentiële milieuramp moet worden voorkomen.’
Curaçao
Op Curaçao maakt Statenlid Giselle Mc William zich grote zorgen over de situatie rond de tanker. Ze heeft afgelopen week vragen aan minister-president Eugene Rhuggenaath gesteld. Ze wilde weten of de regering de ontwikkelingen rond het schip scherp in de gaten houdt. Ook wil ze weten of er op Koninkrijksniveau iets concreet kan worden gedaan om een ramp te voorkomen.
Guyana
In Guyana zijn de autoriteiten ook waakzaam. De Guyana Civil Defense Commission (CDC) en de Caribbean Disaster Emergency Management Authority monitoren de situatie rond de zinkende tanker. In een verklaring zei de CDC dat de impact van de lekkage andere landen op het halfrond kan treffen en dat de situatie nauwlettend wordt gevolgd vanuit Guyana. Volgens de CDC zal, als de noodzaak zich voordoet, Guyana’s National Oil Spill Contingency Plan worden geactiveerd en zal de commissie worden belast met het uitvoeren van analyses, beoordelingen en noodzakelijke respons maatregelen om eventuele nadelige effecten op Guyana te verzachten. De CDC roept vissers- en zeeschepen op om op hun hoede te zijn voor waarnemingen van olielozingen.
De FSO Nabarima vormt ook een steeds grotere bedreiging voor Curaçao. De organisatie Risicobeheersing en Rampenbestrijding van Curaçao bereidt zich voor op het ergste, mocht het schip kapseizen. Inmiddels is de onder Panamese vlag varende tanker Aframax Icaro onderweg naar de FSO Nabarima in de Golf van Paria om olie uit de al lekkende olietanker over te pompen.
