Herinneringen aan dr. Eugène Albert Gessel (22-01-1919 tot 21-10-2020)

Carlo Jadnanansing

Mij bereikte het droevige bericht dat de alombekende Eugène Albert Gessel, ook bekend als “oom Sjenie” (de schrijfwijze Genie zou m.i. beter passen bij zijn intellectuele persoonlijkheid) na een lang en vruchtbaar leven het aardse toneel verlaten heeft. 

Het noemen van alle wapenfeiten van de overledene zou teveel ruimte beslaan, vandaar dat ik mij in deze necrologie voornamelijk beperk tot persoonlijke herinneringen aan hem.

Ik heb oom Sjenie in 1961 leren kennen als mijn leraar staatsinrichting en geschiedenis aan de AMS (Algemene Middelbare School) toen de enige middelbare school in Suriname.

Hij was toen net teruggekeerd uit Nederland alwaar hij de akten staatsinrichting MO (1950) en geschiedenis MO (1953) had behaald. Daarna heeft hij een succesvolle carrière beleefd in het onderwijsveld aldaar, eerst als onderwijzer en schoolhoofd, daarna als docent en examinator o.a. aan het Spinoza Lyceum in Nederland. Hij vertelde altijd vol trots dat hij een volledig bevoegde docent was aan dit befaamde onderwijsinstituut.

Het was daarom alleen maar vanwege zijn drang om zijn land te dienen, dat hij besloot zijn veelbelovende onderwijscarrière in Nederland in te ruilen voor een onzekere toekomst in Suriname.

In ieder geval was ik bijzonder verheugd met deze keuze, omdat ik daardoor in de gelegenheid gesteld ben les te krijgen van deze unieke persoonlijkheid. Wat mij altijd bijgebleven is en ook mede bepalend is voor mijn verder leven, is de volgende uitspraak van hem tijdens één van zijn lessen: “Jongens en meisjes, de tijd van de adel is nu voorbij. Maar als jullie je bijzonder ervoor inzetten om zoveel mogelijk kennis te verwerven, kunnen jullie met mij, in de toekomst gaan behoren tot de intellectuele adel.” Sommigen van mijn medeleerlingen vonden dat een arrogante uitspraak van de docent, maar mij heeft het geprikkeld het advies van oom Sjenie op te volgen en dat heeft mij geen windeieren gelegd!

Na mijn terugkeer uit Nederland werd ik één van de trouwe lezers van de artikelen die hij met grote frequentie schreef, ik dacht twee per week. Hij heeft naar schatting tenminste 4100 artikelen het licht doen zien. Hopelijk kan er een bloemlezing van gepubliceerd worden.

Ik luisterde ook met aandacht naar zijn radio- en televisiecommentaren. Zijn taalgebruik was van een niveau dat wij niet vaak tegenkomen. Als taalliefhebber was ik daar zeer onder de indruk van, maar ik vond dat hij daardoor de massa niet kon bereiken. Toen ik hem dat zei was zijn verrassend antwoord: “Ik praat en schrijf niet voor de doorsnee mens, jij moet je best doen om mij te kunnen volgen. Maar als dat gebeurt heb jij er zeker profijt van.” Ik draag de overtuiging dat er talrijke personen zijn die met of zonder gebruikmaking van woordenboeken en encyclopedieën (destijds was Google er nog niet) veel van hem geleerd hebben.

Ik heb het genoegen gehad hem te mogen begeleiden bij het houden van lezingen o.a. voor de Rotaryclub Paramaribo Central alwaar hij een zeer gerespecteerde inleider was.

Één van zijn lezingen ging over de komende verkiezingen in Nederland waarbij hij een prognose deed die later ook bijna feilloos uitkwam. De toenmalige Nederlandse consul die ook deel uitmaakte van het auditorium zei vol verbazing en bewondering tot mij: “Deze man weet meer van de Nederlandse politiek dan onze eigen politiekanalisten.”

Een andere anekdote betreft een lezing van hem in de B.S. Het Park over de Amerikaanse invasie in Irak. Hierin besprak hij onder meer gedetailleerd de groepen die grote invloed uitoefenden in de Amerikaanse politiek. Een gedeelte van de lezing kwam op de televisie en werd gezien door een spiritueel leider tevens zakenman van Indiase afkomst die in Amerika woonde. Hij logeerde toen in Suriname bij één van zijn volgelingen aan de Kernkampweg. De gastheer belde mij op met het verrassend verzoek dat zijn guru een gesprek wilde hebben met de heer Gessel. Oom Sjenie ging hiermee akkoord en ik begeleidde hem naar de guru. Ik dacht dat het om spiritualiteit ging, maar de belangstelling van de guru was juist gewekt door de “inside information” van oom Sjenie.

De man zei dat hij ook zijn contacten in Amerika had en dat de informatie waarover oom Sjenie beschikte levensbedreigend kon zijn. Toen oom Sjenie vertelde dat hij helemaal niet over vertrouwelijke informatie beschikte, vroeg de guru hem hoe hij dan aan die wetenschap kwam. Het antwoord was: “Gewoon analytisch denken!” De spiritueel leider keek oom Sjenie ongelovig aan, gaf hem zijn zegen en maande hem aan om toch voorzichtig te zijn, omdat de maffia overal op de loer ligt!

Dit is een geweldig goed voorbeeld van de scherpzinnigheid van oom Sjenie om door analytisch denken achter veel waarheden te komen.

Velen schreven hem profetische gaven toe, hij had bijv. de val van Pengel in 1969 voorspeld, maar zelf wuifde hij dat weg met de mededeling dat hij een gewoon politiekanalist was.

Overigens is hij bij mijn weten nooit lid geweest van een politieke partij, hoewel hij aanvankelijk bevriend was met Jopie Pengel, maar later raakten zij gebrouilleerd.

In dit verband denk ik aan een verhaal dat ik kort geleden op ABC uit de mond van August Boldewijn hoorde. Oom Sjenie daagde Pengel uit voor een openbaar debat zoals dat bijvoorbeeld bij de Amerikaanse verkiezingen plaatsvindt. Pengel die als geroutineerde volksmenner begreep dat hij het onderspit zou delven in intellectueel opzicht, nam de uitdaging aan echter onder één voorwaarde. De beide opponenten moesten gekleed zijn in korte broek! Het is duidelijk dat een heer van stand, zoals oom Sjenie was, daarop niet in zou gaan. (Hij liet liever zijn tanden zien, dan zijn benen!).

Ik laat zijn bemoeienissen in de politiek verder voor wat het is, omdat dat een aparte bespreking behoeft die anderen beter kunnen doen.

Tijdens zijn talrijke interviews op ABC Actueel, meestal met Gerold Vliet, eindigde hij zijn interview altijd met de woorden dat hij terugkeert naar zijn imperiale loge en vanuit de hoogte het schouwspel van de gladiatoren aanschouwt, steeds met zijn duim naar beneden.

Voor degenen die niet geheel vertrouwd zijn met de geschiedenis van het Romeinse rijk is het misschien goed te vermelden dat hij met het begrip imperiale loge een verwijzing maakte naar de Romeinse keizers die vanuit hun loge neerkeken op het spektakel van de gladiatoren (zwaardvechters) dat zich onder hem afspeelde. De duim naar beneden betekent: maak je tegenstander af, terwijl de duim naar boven het omgekeerde symboliseert.

Oom Sjenie, ik draag de overtuiging dat u nu verhuisd bent naar de kosmische imperiale loge en van daaruit nog steeds het spel der aardse gladiatoren kan gade slaan. Hopelijk is de duim nu naar boven gericht!

Aan zijn echtgenote, kinderen en alle nabestaanden betuig ik mijn oprechte deelneming.

Moge de Almachtige u de kracht geven dit verlies te kunnen dragen!

Paramaribo, 23 oktober 2020.

error: Kopiëren mag niet!