Verwerpelijk dat rechterlijk vonnis wordt genegeerd

Een groep werknemers van een houtkap- en verwerkingsbedrijf in Suriname was genoodzaakt  om dinsdag met ondersteuning van hun bond een bezoek te brengen aan de vp van Suriname. Het is schandalig dat een werkgever ondanks een duidelijk vonnis van een echte rechter in Suriname, gewoon weigert om dat uit te voeren. We ontkomen niet aan de indruk dat buitenlandse bedrijven vaak in Suriname met grove disrespect voor het land en haar bewoners, grovelijk de wetgeving en ook de fatsoensnormen met de voeten treden. Een voorbeeld is het geval van FAI, waar de buitenlandse managers met de noorderzon zijn vertrokken. Deze managers zijn Belgen, en er gelden strenge regels met betrekking tot werknemers binnen de EU. In deze zone heeft men geen moeite om de werknemers met respect te behandelen, maar eenmaal uit de zone en in zwakke landen als Suriname, dan gaat men tekeer als een slavendrijver. Het zwakke systeem van Suriname betekent dat noch de regering, noch de werknemers en hun vakbonden en noch de media geïnteresseerd zijn in de eigen Corporate Social Responsibility (CSR) normen waaraan de buitenlanders zijn gebonden. Nu zit België ook in de OECD en deze organisatie heeft eigen CSR-regels en de EU ook.

:

Het bedrijf waarvan de werknemers naar de vp togen, is gevestigd in het binnenland van Suriname, althans het doet zaken daar, het gebied waar de waardevolle bossen van Suriname voorkomen en … waar de inheemse en tribale leefgemeenschappen van Suriname honderden jaren lang al wonen. Daarom begrijpen we ook waarom men naar de vp is gegaan. Wie zou meer dan de vp kunnen begrijpen wat de onderdrukking door bedrijven van lokale gemeenschappen betekent. De bezetters van het land hebben honderden jaren terug deze volken verdreven naar het achterland, de regeringen die door hun hier in het zadel werden gezet en onze eigen regeringen nadat wij een land met een regering met beperkt zelfbestuur werden in de jaren ’50 en nadat wij helemaal onafhankelijk werden in 1975, zijn daarmee doorgegaan. Gebieden zijn onder water gezet, zonder goed overleg volgens het FPIC model. Concessies om allerlei metalen uit de grond te graven en bomen om te kappen zijn gegeven, aan onze eigen mensen en aan buitenlanders. Allebei houden ze evenveel rekening met de inheemse en tribale volken, en dat is dat er geen rekening met hen wordt gehouden. Daar komt nog bij kijken dat ook mensen uit de eigen gemeenschappen, met het oog alleen op het snelle geld en dus op de korte termijn, massa’s kwik in het milieu dumpen en het milieu zoals natuurlijke waterstromen en de habitat voor de dieren, kapot maken, blijvend. Gemeenschappen worden kapot gemaakt, er zijn inheemse gemeenschappen met teveel kwik in hun biologisch systeem. Waarover minder wordt gepraat is de uitbuiting van de werkers in deze inheemse gemeenschappen door binnenlandse en buitenlandse bedrijven. De uitbuiting komt in ontwikkelingslanden voor met zwakke handhavingsinstituten en zwakke wetgeving. Suriname kan tot die landen worden gerekend. Wat is die uitbuiting precies? De uitbuiting kent verschillende gezichten. Ten eerste worden werknemers uitgekozen door bureaus die hier hand- en spandiensten verlenen aan buitenlanders en zelf dus onderdeel zijn van de uitbuiting. De buitenlanders hebben met name een soort moeite om met ‘locals’ om te gaan, met vermijdt ze. Een deel van de bestedingen aan de goedkope arbeiders blijft hangen bij deze bureaus. Dan zijn er de contracten die met deze werknemers worden getekend; ze begrijpen er niet alles van. De werkgevers maakt zich niet ervan zeker dat de werknemers begrijpen wat ze tekenen. Daarna gaan werkgevers over om loonbestanddelen niet uit te betalen of lage koersen te hanteren. De werkgevers verwachten van de werknemers dat ze onveilige en gevaarlijke werksituaties accepteren. In het geval van laatst gaat het om de veiligheid. Het bedrijf verwacht dat werknemers zonder veiligheidsmiddelen het werk verrichten. Als ze dat weigeren, wordt het loon stopgezet. De rechter veroordeelt ze, maar buitenlandse werkgevers denken soms dat ze hoger staan dan de Surinaamse rechters. De uitbuiting houdt ook in dat door de werkgevers soms in de gemeenschappen een verdeel-en-heersstrategie wordt toegepast. Daardoor krijgt men onder druk zover dat een deel van de ‘locals’ bereid is te werken, onder onveilige omstandigheden, en een deel niet. Het zijn echter allemaal familieleden van hetzelfde dorp. De locals die werken worden onder druk gezet om hun familieleden die veiligheid eisen, onder druk te zetten, zodat ze ook onder onveilige omstandigheden aan het werk verschijnen. Men negeert daarbij wat de Surinaamse regering en de wetgeving bepaalt over de veiligheid en wat de rechter heeft bepaald. Wat de uitbuiting weleens ook inhoudt is dat er een strategie van ‘uithongering’ door de werkgever plaatsvindt. Dat betekent dat men de werknemers lange tijd niet betaald waardoor deze werknemers mentaal opbreken en daardoor of zelf ontslag nemen of akkoord gaan met een zogenaamde afkoop of onder de onveilige omstandigheden terugkeren naar het werk. De vraag rijst of we hier nu ook met deze zaken te maken hebben, het komt voor in Afrika, in Latijns-Amerika en in Azie. In deze krant hebben we vorig jaar de foto’s gepubliceerd van de mensonterende omstandigheden waaronder in Para door buitenlanders in een houtkapbedrijf arbeid werd verricht. We moeten het als civil society en als regering niet toestaan dat door bedrijven de Surinaamse wetgeving opzettelijk met de voeten wordt betreden. De rechter heeft een uitspraak gedaan en het komt wel eens voor dat men de rechter bestookt met rechtszaak op rechtszaken, totdat de gedaagden (werknemers) en de rechters toegeven. De zaak van het houtkapbedrijf is volgens insiders in de arbeidssector een testcase. Als het systeem capituleert, is het hek van de dam en is het gedaan met de minimale rechten waarop werknemers in een beschaafd land aanspraak behoren te maken.    

error: Kopiëren mag niet!