Overheid heeft reeds SRD 1,2 miljoen overgemaakt
De particuliere bushouders, die initieel een verzoek hadden ingediend voor een eenmalige kwijtschelding van de rij- en voertuigenbelasting, zijn gesommeerd hun belastingverplichting na te komen. Echter is er voor deze doelgroep wel een opluchting: zij komen in aanmerking voor restitutie. Dit kwam tot uiting tijdens de algemene ledenvergadering (alv) van de Particuliere Lijnbushoudersorganisatie (PLO) op dinsdagavond in Lalla Rookh. Naar zeggen van John Mahadewsing, voorzitter van PLO, zijn de gesprekken met Patrick Pengel, minister van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C), niet vlekkeloos verlopen. Uiteindelijk is er wel een compromis bereikt.
Wel particulier busvervoer in maart
De belasting op de bussen bedraagt SRD 875. Zodra de particuliere bushouders dit voldaan hebben, mogen ze met hun kwitantie tezamen met hun geldige trajectvergunning zich aanmelden op het PLO-kantoor voor een restitutie. “Dat geld, ongeveer SRD 1,2 miljoen, is overgemaakt op 26 februari. Maandag starten we met de uitbetaling van die SRD 875”, stelde Mahadewsing de aanwezigen gerust. In eerste instantie verkeerden de bushouders niet in een hoerastemming, aangezien de ervaring met de Financiënminister heeft uitgewezen dat de beloften vaak genoeg bij woorden blijven. Mahadewsing garandeerde dat paniek nergens voor nodig is. “Nogmaals, het geld is al op de rekening van PLO. Van de brandstofcompensatie wordt er ook niets afgetrokken.” De particuliere bussen zullen daardoor per 1 maart niet meer in de garage gehouden worden.
Restitutie-oplossingsmodel is win-winsituatie
Een woordvoerder van PLO vertelt in gesprek met Dagblad Suriname dat het restitutie-oplossingsmodel een win-winsituatie is. Het particulier vervoer kampt namelijk met illegale bussen die de trajecten ontregelen. PLO waakt ervoor dat deze bushouders niet meeprofiteren van de restitutie; de uitbetaling geldt uitsluitend wanneer een geldige trajectvergunning en een kwitantie van de rij- en voertuigenbelasting wordt overlegd. De bussen die vooralsnog geregistreerd zijn binnen het particulier vervoer wijzen uit op 1.300. Met de “ongebreidelde” uitgifte van de nieuwe vergunningen door Joyce Blokland-Wijnstein, directeur van OWT&C, is het volgens de woordvoerder niet exact weer te geven hoeveel bussen er daadwerkelijk ingezet worden op de particuliere trajecten. “Wat we de laatste tijd hebben gezien, is dat een aantal mensen dat een beschikking heeft gehad van het ministerie, niet over bussen beschikken. Als we de bushouders niet vooraf laten betalen, loop je het risico dat ze wel restitutie krijgen, terwijl ze geen belasting hebben betaald.”
KSR
