Ferrier: Al op lager onderwijs starten met beroepsonderwijs
In De Nationale Assemblee (DNA) is gisteren de openbare behandeling geweest van de ontwerpwet Suriname National Training Authority (SNTA), die de basis is voor het gelijknamige instituut. Leerkrachten binnen het onderwijs zullen getraind moeten worden en praktijkervaring moeten opdoen om mee te gaan op deze nieuwe weg. Het project wordt volgens minister Lilian Ferrier van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc) door de Islamic Development Bank (IsDB) gefinancierd voor een totaal bedrag van 13.310.000 US dollars. De bewindsvrouw is gisteren breedvoerig ingegaan op vragen gesteld door parlementariërs. Zowel oppositie als coalitie zijn het met elkaar eens dat het om een ‘mooie wet’ gaat. Het SNTA is een project dat valt onder het Minowc, omdat het een cluster is van het project Technical and Vocational Education and Training (TVET). Onder TVET vallen vier onderdelen, waarvan SNTA één is. Hier gaat om de training van 508 personen (al afgerond) en het opzetten en inrichten van het gebouw waarin de SNTA gehuisvest zal zijn. De tekening van het gebouw is ondertussen al goedgekeurd, terwijl de locatie ook bekend is. Het ontwerpen en opzetten van het SNTA-gebouw komt op een bedrag van 3.6 miljoen US dollars, terwijl de training 1.5 miljoen US dollars heeft gekost.
Op lager onderwijs beginnen met beroepsonderwijs
Volgens Ferrier is het in principe de bedoeling dat kinderen al vanaf groep 5 voor vier jaren te maken met het technisch en beroepsonderwijs. Het beroepsonderwijs zal gericht zijn op competenties en niet zo zeer op het cognitieve. “De meeste schooluitvallers, dat zijn vooral de jongens, vinden we vanaf de 3e, 4e en 5e klas. In de 6e, 7e en 8e klas is de genderverdeling heel opvallend, want dan is het aantal jongens al weg. We moeten dus niet wachten tot zij komen op het lbo, maar al beginnen bij het lager onderwijs. Daar zijn wij nu al mee bezig. Kinderen kunnen dan al op een hele jonge leeftijd kennis maken met het beroepsonderwijs, omdat zij dan meer gefascineerd en geïnteresseerd zijn in wat hen aangeboden wordt. Zodat zij gelijk de keuze kunnen maken om die beroepsrichting in te gaan”. Om de kinderen ook niet te vroeg te laten kiezen, zal er bij de onderbouw van het secundair onderwijs ook twee jaar gezamenlijk secundair en beroepsonderwijs worden aangeboden.
Staatsolie heeft 77.000 mensen nodig
Volgens de minister hebben consultants van Staatsolie een studie gedaan over de vraag op de arbeidsmarkt en wat er geleverd kan worden. “Als Staatsolie hebben zij gekeken naar relevante sectoren olie en gas. Daar stellen zij al dat zij 77.000 mensen nodig gaan hebben. Dat is ongeveer 52% van de overall labour force. Direct daarna zeggen zij ook dat die mensen er niet zijn, want de meeste mensen in de arbeidssector zitten juist in de wholesale en retail trade, repair and motorvehicles en construction. Staatsolie geeft dus al aan welke richting wij moeten opgaan. Er wordt dus wel degelijk onderzoek gedaan naar de vraag en behoefte”, aldus Ferrier. De onderzoekers stellen ook dat het lbo-systeem en het curriculum al ongeveer 40 tot 50 jaar oud is, waardoor de studenten dus niet getoetst worden op hun competenties. “Omdat er gewoon te weinig praktijkervaring is. Ik ben het dan eens wanneer gezegd wordt om te kijken naar de praktijklokalen en het instrumentarium. Het is allemaal gewoon verouderd”, aldus de minister.
Hubs
Voor de hubs die gebouwd zullen worden, is er een bedrag van 8.2 miljoen US dollars nodig. Dit is inclusief de onderhoudskosten. Volgens de onderwijsminister is er in het voorbereiding afstemming geweest over welke studierichtingen het meest nodig zijn in een bepaalde regio. De meeste hubs zijn nieuwbouw en komen in Nickerie, Coronie, Saramacca, Stoelmanseiland, Moengo, Brokopondo, Paranam, Kwarasan en Paramaribo. De studierichtingen komen voort uit de districtsplanning van de districten.
Inspecteurs Minowc voldoen niet aan voorwaarden auditeur
Bij de instelling zullen ook gekwalificeerde personen als auditeur worden benoemd die tot taak hebben het inspecteren van de opleidingsinstituten. Volgens Ferrier kan deze taak niet worden gelaten voor de gewone inspecteurs van het ministerie, omdat deze gewoon leerkrachten zijn die een pedagogische opleiding hebben genoten. “Wanneer wij praten over auditeurs, dan gaat het om mensen die hun vaardigheid op een bepaald gebied hebben ontwikkeld. Het zijn dus deskundigen op een bepaald vakgebied. Machinerie, computers en bouwkunde. Dat is die inspecteur van het ministerie niet. Het zijn twee heel aparte zaken”, stelde de minister. Zij benadrukte dat het ministerie aan de andere kant al kampt met een groot tekort aan normale onderwijsinspecteurs, waardoor deze auditeurs nog harder nodig zijn. Verschillende leden hebben ook vragen gesteld over de relatie met andere onderwijswetten en eventuele raakvlaken. De vergadering is verdaagd naar donderdag of vrijdag.
FR
