Meer investeringen en banen in 2019

Het jaar 2019 neemt over enkele uren een aanvang. Een behoorlijke domper is wel het verdrinken van een aantal burgers in de Coppenamerivier. Dit pijnlijk incident heeft het internationale nieuws gehaald en houdt ons een spiegel voor. Het verkeer op de binnenwateren van Suriname is min of meer een ‘free for all’. Pogingen om georganiseerde vormen van het personenverkeer te ordenen zijn op niets uitgelopen, onder andere door verzet van de burgerij. Een maatregel ter regulering in het belang van de veiligheid is het verplicht stellen van veiligheidsvesten. Vervoerders waren niet blij met de voorgenomen maatregel, omdat het kosten met zich zou meebrengen welke men niet kon dragen. Consumenten waren ook niet blij omdat veiligheidsvesten hygiëneproblemen met zich zouden meebrengen. De regering (ministerie TCT) is toen bij de pakken gaan neerzitten, omdat men niet als boeman gezien wilde worden. Een verdere opvoering van de veiligheid op de wateren is tegengewerkt, de gevolgen hebben we enkele dagen terug gezien. De les die we hieruit moeten leren is dat de overheid sommige maatregelen moet implementeren ondanks de burgerij er niet blij mee zou zijn. Dit geldt voornamelijk wanneer het gaat om maatregelen die bedoeld zijn om de veiligheid, de gezondheid en het leven van de burgerij te beschermen. Nadat het kalf verdronken is, dempt men de put. De overheid moet nu elk verkeer op de binnenwateren van Suriname reguleren en vervoerders verplichten tot het laten dragen van zwemvesten. De maritieme politie moet belast worden met de controle en het opleggen van boetes aan overtreders (zowel aan vervoerders als passagiers). Deze verplichting moet ook gelden voor de boten die door de Inheemsen en Marrons worden gebruikt om op de rivieren te varen.
Het jaar 2018 kan straks blijken het ‘jaar van de uitgaven’ te zijn geweest. De zittende regering heeft in twee regeertermijnen de economische situatie van het land en van de burgers verslechterd. Er hebben zich een devaluatie en inflatie voorgedaan, maar het was niet van de orde zoals in de jaren ’90 toen wij in de duizenden procenten ons geld zagen ontwaarden. In de periode 2000-2010 is door spaarzaam beleid een stabiele munt tot stand gebracht. Deze verworvenheid van Nieuw Front werd ontkend en zelfs belachelijk gemaakt door de NDP. We hebben enkele jaren terug behoord tot de landen in de America’s met de hoogste inflatie van boven de 50%. De cijfers zijn terug, maar het jaar voorafgaand aan de verkiezingen is altijd een bedreiging voor de staatskas. De Surinaamse bevolking heeft een korte geheugenspanwijdte. Dat komt door de lage gemiddelde scholing en een gebrekkig discussie- en debatcultuur. Mensen laten zich leiden door de belevenissen in de laatste 2-3 maanden. De gemiddelde Surinamer plant niet lang vooruit en kijkt niet te lang in tijd terug. Emoties voeren daarnaast de boventoon. Het IMF artikel IV rapport heeft terecht vermeld dat mega-uitgaven een bedreiging vormen voor herstel van het verdere herstel van de economie in 2019. De leningsdrang vormt ook een bedreiging. Het leengedrag wordt breed in de coalitie ondersteund. Er moet in 2019 een tegenkracht worden ontwikkeld om het uitgeefgedrag van de overheid om de burgerij te paaien, tegen te gaan. We zien dat het Bureau voor de Staatsschuld bijna onzichtbaar is geworden, terwijl het bij wet is ingesteld en een wettelijke taak heeft. Het bureau vervult zijn rol niet. Er wordt nu gespeculeerd dat het leningenplafond weer zal worden verhoogd. En zo blijven we aan de gang.
In 2018 is het gemak om zaken te doen (ease of doing business) in Suriname in relatie tot andere landen er niet beter op geworden. Een aantal bedrijven is over de kop gegaan, maar in even groten getale zijn bedrijven weer bijgekomen. Echte investeringen op grote schaal hebben in Suriname niet plaatsgevonden. Onder de Surinaamse ondernemers zijn er heel weinig echte investeerders die bijvoorbeeld actief zijn op het gebied van de diversificatie van de economie. We schreven eerder ook dat er onder de zogenaamde Surinaamse diaspora ook geen investeerders voorkomen. De regering heeft Investsur gepromoot, met name de minister van Financiën. Of dit orgaan geleid wordt door investeringsdeskundigen en of dit orgaan een prestatie- of een showorgaan is van de regering zal verder blijken in 2019. We vragen de regering al geruime tijd om openbaar te maken welke grote investeringen vanuit buiten (foreign direct investment) in behandeling zijn en waar die over gaan en in het bijzonder hoeveel banen ze duurzaam zullen opleveren. Terwijl er niet genoeg wordt geïnvesteerd lokaal en er geen banen worden gecreëerd, noteren we dat vanuit het bedrijfsleven (formeel/informeel) de belastingen ook niet correct worden gedragen. De allereerste minister van Financiën (nu NOB-directeur) onder de huidige coalitiepartij heeft dat steeds benadrukt, maar er zijn weinig maatregelen getroffen. Ze heeft het overigens slechts enkele maanden volgehouden. We wensen aan u allen een voorspoedig 2019 toe!

error: Kopiëren mag niet!