ID-kaartenwet: miljoenenverspilling? En voor wie?

In Suriname wordt in de nabije toekomst een nieuwe ID-kaart ingevoerd. Onze huidige ID-kaart is gemakkelijk te vervalsen. Het is niet voorzien van unieke verborgen tekens en waarmerken. In het verleden is voorgekomen dat burgers de ID-kaart hebben vervalst of dat hebben willen doen om daarmee fraude te plegen. In 2004 haalde een geval van ID-vervalsing paginagroot de kranten. Een jongeman was niet bij een voetbalclub ingeschreven maar wilde bij het zogenaamde ‘Randdistrictentoernooi’ wel meedoen aan een ploeg uit Moengo. Het team was van plan hem in te zetten op naam van een andere speler. Omdat bij deze randdistrictenwedstrijden een ID-kaart eraan te pas kwam, toog de jongeman naar het CBB om een valse ID-kaart te maken. Terwijl hij bezig was de ID-kaart te maken, kreeg de CBB-directeur van een ander voetbalteam een tip over een verwachte poging tot vervalsing van een ID-kaart. Door kordaat optreden van de directeur kon CBB toen tijdig ingrijpen en de aanmaak van de ID-kaart op tijd stopzetten. De jongeman werd aangehouden. De poging tot vervalsing van de ID-kaart kon worden verijdeld, maar alleen terwijl het proces van het aanmaken van de kaart al bijna was volbracht. En alleen omdat er toevallig op tijd een tip was gegeven door een belanghebbende sportvereniging. De vervalsing van ID-kaarten dient hoog op de agenda te staan van CBB. De diefstal van identiteit kan nietsvermoedende burgers in zware problemen zetten. Het is zonder twijfel van belang dat iets meer beveiligde ID-kaarten worden geïntroduceerd. De kaart wordt er een met een geheugen, dus met een chip. Daarom is er ruimte nu om sociaalfiscaal van deze mogelijkheid gebruik te maken. De sociale voorzieningen die de Staat aan de burger biedt en de economische activiteiten die een burger ontplooit en de fiscale verplichtingen van de burger kunnen in deze kaart worden geïntegreerd. Een mogelijkheid is om het ID-nummer te vervangen met een sociaalfiscaal nummer. In Suriname heeft elke belastingplichtige burger een ‘vastnummer’, er is een apart ID-nummer, een paspoortnummer en bij de sociale dienst heeft men dan weer een nummer. Ambtenaren hebben verder een rolnummer en andere werknemers van wie de loonbelasting wordt ingehouden en afgedragen die hebben waarschijnlijk ook nog een nummer. Een integratie van de nummers die allemaal verkregen worden van de Staat is van belang en ook de integratie van de informatie. Daardoor kan misbruik van diensten van de Staat worden voorkomen. Een digitale ID-kaart heeft evenwel gevoeligheden, omdat criminelen toegang gaan willen hebben tot het netwerk met allerlei informatie van de burgers. De regering moet zeker verantwoording afleggen over de onkosten die gepaard gaan met het aanmaken van de nieuwe ID-kaarten. Er hebben zich soortgelijke processen voorgedaan in bijvoorbeeld Afrika. Ook in die landen zijn bezwaren aangetekend tegen de kosten die gemaakt zijn voor het aanmaken van de ID-kaart en het aanbesteden van de opdracht. Zo is het mogelijk dat soortgelijke kaarten voor USD 2 tot 3 kan worden gemaakt van goede kwaliteit. Nu is door de Surinaamse regering bekend gemaakt dat deze kaarten USD 11 per stuk gaan kosten. Indien uitgegaan wordt van het kunnen aanmaken van een kaart voor USD 5, dan is er een verspilling van USD 6 per kaart. De groep ouder dan 15 jaar is volgens de census van 2012 meer dan 390.000. Indien uitgegaan wordt dat voor 350.000 burgers een kaart moet worden gemaakt, dan komen we op een bedrag aan verspilling van USD 2.1 miljoen oftewel SRD 16 miljoen. Waarom is gekozen voor een specifiek bedrijf om een kaart van meer dan 10 USD per stuk te maken als het goedkoper kan? Hoe lopen de lijnen en wie zal van deze verspilling genieten?
De ID-kaartenwet 2018 is er volgens de regering om te introduceren een identiteitskaart die voldoet aan internationale standaarden voor wat betreft technologie en veiligheid. Gelet op het feit dat er wijzigingen moeten komen in de wet die vrij omvangrijk zijn, is ervoor gekozen om de Identiteitswet te vervangen middels een nieuwe wet. De nieuwe wet heeft volgens de regering tot doel een betere identiteitsbeveiliging voor de burger mogelijk te maken middels de voorziening van biometrische en elektronische eigenschappen. Dit zal volgens de regering leiden tot een verbeterd elektronisch beheer van het identiteitenbestand dat onder andere direct van invloed is op het beheer en de beveiliging van de bevolkingsboekhouding. De identiteitskaarten die vervaardigd zullen worden bevatten onder andere een elektronisch gegevensdrager naast de gegevens die op de kaart zijn genoteerd. De toegang tot de elektronische gegevens geschiedt uitsluitend middels een reader. Met de introductie van de nieuwe wet zullen er twee verificatiemomenten plaatsvinden met name op de Bureaus voor Burgerzaken en het Centraal Bureau voor Burgerzaken. Verder brengt deze wet een aantoonplicht met zich mee voor de burger, hetgeen betekent dat deze de identiteitskaart altijd bij zich moet hebben en op vordering van de daartoe bevoegde functionaris(sen) moet aantonen. Indien de burger nalaat een identiteitskaart te maken danwel deze niet kan aantonen zijn er daaraan sancties verbonden. Ook zijn er bepalingen opgenomen in de wet voor het vervaardigen, uitgeven, afgeven, inhouden en intrekken van identiteitskaarten. In tegenstelling tot de wet van 1974 is gekozen deze wet niet zonder meer identiteitswet te noemen, maar de identiteitskaarten wet 2018 omdat de wet niet handelt over de identiteit van een persoon, maar over identiteitskaarten. Heel belangrijk zijn de opmerkingen die gemaakt zijn met betrekking tot religieuze klederdrachten van groepen die men in het openbaar niet kan afzetten. Het belang van een betere ID-kaart wordt ingezien. De veiligheid moet gewaarborgd worden. Maar het is pijnlijk om weer een mogelijke verspilling te constateren ten faveure van enkele burgers en/of buitenlanders.

error: Kopiëren mag niet!