Milieuwetgeving moet snel in orde worden gemaakt

Onlangs is op een publieke bijeenkomst door een deskundige weer geconstateerd dat Suriname milieuwetgeving ontbeert. Dit liedje horen we al meer dan 20 jaar lang, maar nog steeds is het de Surinaamse regeringen niet gelukt om nieuwe milieuregels te maken. Er zijn regels in Suriname die van toepassing zijn op het milieu, maar die zijn her en der verspreid. Een daarvan is de Bestrijdingsmiddelenwet. Ook in de Politiestrafwet zijn er enkele besluiten het milieu aangaande opgenomen en ook in het Delfstoffenbesluit. Maar Suriname heeft een algemene raamwet nodig, waarin het milieubeleid van de regering is verankerd en waarin de beginselen van het milieubeleid zijn vastgelegd. Voor 2000 was het ministerie van NH, dat belast moest zijn met de taak om deze wetgeving van de grond te krijgen. In 2000 werd het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu ingesteld onder regering Venetiaan 2. Zo kreeg het Surinaams bestuur voor het eerst in zijn geschiedenis een milieuministerie. Het milieuministerie ging gepaard met een min of meer onafhankelijk Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (Nimos) en er werd ook een Nationale Milieuraad ingesteld. Ondanks de samenleving het milieuministerie en de milieuorganen heeft geaccepteerd, is het hun niet gelukt om de noodzakelijk vereiste integrale milieuwetgeving in Suriname te maken. Men heeft de beschikking gehad over donormiddelen en er zijn verschillende hearings geweest, waarbij de pers steeds ook is uitgenodigd. De bedoeling is geweest om een nationale milieuraamwet te maken, waarin de beginselen van het milieubeleid zouden worden opgenomen. Verdere operationalisering ervan zou plaatsvinden via een Milieu-Autoriteit en milieustaatsbesluiten, die zouden voortvloeien uit deze wet. In een andere speciale wet zou de Milieu-Autoriteit als een rechtspersoon naar het model van andere autoriteiten in Suriname worden opgezet. Deze autoriteit zou dan min of meer autonoom het milieubeleid gaan uitvoeren en toezicht gaan houden op de uitvoering en naleving van de milieuwet en –regelgeving. Verder zou er een derde wet komen, waarin de milieudelicten zouden zijn omschreven en deze wet zou dan vallen onder de Wet Economische Delicten, zodat tegen overtreders van de milieuwet- en –regelgeving op verschillende manieren kan worden opgetreden. Deze drie wetten moeten uiteindelijk in DNA worden gedeponeerd en moet het op den duur zodanig behandelklaar worden gemaakt dat er openbare vergaderingen kunnen worden gehouden en ze kunnen worden goedgekeurd. In Suriname zijn er maar twee manieren waarop wetten aan DNA als wetgevend orgaan kunnen worden aangeboden. Het overgrote deel van de wetten wordt door een ministerie en eigenlijk de regering aangeboden aan DNA. Daarvoor heeft het dan een zekere route bewandeld, waaronder zeker belangrijk is de goedkeuring door de Staatsraad, die wat dit betreft een specifieke taak heeft. Een tweede wijze die veel minder voorkomt, is dat de DNA (een aantal DNA-leden) een initiatiefwet indient. In dit geval moet men dan een minister dat belast zal worden met de uitvoering van de wet, bereid moeten vinden om de behandeling in de wet over te nemen op een wijze die vergelijkbaar is als hij zelf de wet aan DNA had aangeboden. Op seminars en workshops wordt het gemis van de milieuwetgeving benadrukt, maar er worden geen concrete maatregelen getroffen. Om duistere redenen is door de regering besloten om het ministerie van milieu op te doeken. Dat is geen slimme zet als het ministerie nog een belangrijke job heeft te klaren. Met het opdoeken van het ministerie is geen enkel departement nu verplicht en bevoegd om deze milieuwetgeving te verdedigen in DNA. De genoemde drie wetten zouden in omloop zijn, maar er is niemand bevoegd om ze in DNA aan te bieden. Wordt gekozen voor de initiatief-methode dan zullen de initiatiefnemers verlegen zitten om een ministerie dat het proces in DNA kan uitvoeren in verschillende ronden. Door de regering is een grote blunder begaan door een bestaand milieuministerie te ontmantelen. Er zijn enkele personen aanwezig op het kabinet van de president, maar die kunnen het werk van een heel ministerie niet in hun eentje doen. Onder de huidige omstandigheden zal geen enkel ministerie zich bereid verklaren om de milieuwetten in DNA te helpen behandelen. Het meest gerede ministerie aan wie het via een initiatief kan worden gevraagd is NH. Vanwege het algemene veiligheidsaspect vallen hier en daar milieuafdelingen onder Binnenlandse Zaken. Milieu en Arbeid waren laatstelijk samen ondergebracht in één departement, waardoor deskundigheid en informatie hier ter beschikking kan zijn. Deze drie ministeries kunnen door initiatiefnemers gevraagd worden om de drie wetten eindelijk in DNA goedgekeurd te krijgen. De instelling van de Milieu-Autoriteit kan zo ook een feit worden. De Surinaamse regering moet de milieuwetgeving nu in orde maken.

error: Kopiëren mag niet!