Agent overschrijdt meerdere grenzen; “No f**k nanga skowtoe”

Ramjiawan C. vertelde aan de redactie van Dagblad Suriname dat hij onterecht was aangehouden voor het in bezit hebben van marihuana. Ramjiawan zegt dat de marihuana door politieambtenaren van politiestation Kwatta in zijn voertuig zijn geplaatst. Behalve deze handeling is Ramjiawan bij zijn aanhouding ook mishandeld. Getuigen hebben zien gebeuren hoe de marihuana in de auto van Ramjiawan is geplaatst.
De voorgeschiedenis
Ramjiawan zegt dat er voor zijn aanhouding ook een andere situatie zich heeft afgespeeld en hij ziet een verband tussen deze twee momenten. Op het perceel waar hij woont, wonen ook Haïtianen. Enkele maanden daarvoor sprong een man over de schutting om met de Haïtianen op zijn erf te praten. Ramjiawan had de man van zijn erf weggejaagd. Die man blijkt de vader te zijn van een politieagent van Haïtiaanse komaf, agent A. Die agent A. kwam niet lang daarna naar het huis van Ramjiawan en ging daarbij flink tekeer. Agent A. vond dat Ramjiawan zijn vader heel onheus had behandeld. Ramjiawan wilde problemen voorkomen en trok zich terug, ook agent A. verliet de plaats. Enkele maanden daarna werd Ramjiawan beroofd van een geldbedrag door enkele Haïtianen. Terwijl hij op het politiebureau was om aangifte te doen hierover, herkende agent A. hem en liep Ramjiawan tegemoet. Terwijl de aangifte werd gedaan, begon agent A. enkele klappen uit te delen in het gelaat van Ramjiawan. Hierbij herhaalde agent A. constant “karma teki, karma teki”. Ramjiawan besloot wederom om niets terug te doen, uit respect voor het uniform van de politie. Ramjiawan stuurde een bericht voor de onderinspecteur van agent A. en diens collega S., omdat hij geen vertrouwen had in een onderzoek door OPZ.
De aanhouding – de derde ontmoeting met agent A.
Op 15 augustus stond Ramjiawan voor de deur van een supermarkt te Kwatta geparkeerd. Ramjiawan stapte de winkel binnen. Op datzelfde moment was een groep jongens in een woordenwisseling. Ramjiawan nam plaats in zijn auto, nadat hij iets te drinken had gekocht. Plotseling sprong één van de jongens in zijn auto via het achterportier. Nog voor Ramjiawan goed besefte, kwamen er nog 2 jongens in zijn auto. Ze wilden dat Ramjiawan weg moest rijden, omdat een vriend van hun in de winkel was gekapt. Een kennis van Ramjiawan riep dat de jongens uit de auto moesten stappen. Direct daarna kapte iemand met een houwer in op één van de jongens. Hierbij raakte hij ook het voertuig van Ramjiawan. Ramjiawan schrok en reed weg, richting politiestation Jarikaba om aangifte te doen. Ramjiawan sloeg station Derde Rijweg over uit vrees om agent A. tegen te komen. Bovendien heeft hij geen goede relatie met het station na het eerdere voorval. De zaak werd toch terug verwezen naar station Kwatta. Hier belandde Ramjiawan samen met de man die de vernielingen had aangericht op de verdachtenbank. Ramjiawan had een pet op. Plotseling hoorde hij geschreeuw “pur a pet, pur a pet”. Het was agent A. die direct vuistslagen begon toe te brengen aan het gelaat en hoofd van Ramjiawan. De slagen waren niet uit te houden en Ramjiawan wilde wegrennen. Een andere agent zag dat en bracht ook rake vuistslagen toe. Ramjiawan viel op de grond en verzette zich niet, maar bleef slagen en trappen incasseren. Dit gebeurde in bijzijn van onderinspecteur S. en brigadier G. gedurende 10 minuten. Twee uren later werd Ramjiawan naar zijn auto gebracht door agent A. en de collega die ook had geslagen, voor een onderzoek. In de kofferbak vonden de agenten marihuana, ziplock zakken met witte poeder, bankbiljetten van SRD 5 en SRD 10 en gym handschoenen. Ramjiawan was verbaasd, maar begreep direct dat het zaken betroffen die in zijn auto waren gestopt om hem te bezwaren.
‘No f**k nanga skowtoe’
Op station Kwatta moest Ramjiawan zich uitkleden in een kamer, waarna agent A. en agent V. foto’s en een video-opname van hem maakten. Zijn handen moest hij op het hoofd houden. Agent A zei: “No f**k nanga skowtoe”. Hij gaf Ramjiawan te kennen dat de opnames geplaatst zouden worden op Facebook. De volgende dag belandde Ramjiawan op zijn verzoek op de afdeling Spoedeisende Hulp voor behandeling in verband met de hevige pijnen ten gevolge van de zware mishandeling van de dag ervoor. De verwondingen zijn nog steeds zichtbaar.
In een verklaring die deze krant in bezit heeft, staat dat het verhoor van Ramjiawan over de gevonden marihuana en de witte poeder in de plastic zakken werd opgemaakt door de onderinspecteur, die aanwezig was tijdens zijn mishandeling. Hiertegen had Ramjiawan bezwaar gemaakt, omdat deze persoon niet wilde laten opnemen dat Ramjiawan was mishandeld.
Ramjiawan merkt op dat hij bij de voorgeleiding de officier van justitie alles heeft verteld en dat hij onschuldig is en dat de politie de marihuana in zijn auto heeft geplaatst. Hij werd hierna in vrijheid gesteld. Ramjiawan vindt het heel erg dat hem dit is overkomen. Hij is van mening dat deze zaak goed moet worden uitgezocht, zodat de waarheid aan het licht kan komen. Via zijn raadsman heeft Ramjiawan bij de afdeling Onderzoek in Politiezaken een aangifte gedaan tegen de betrokken politieambtenaren, waarbij ook gevraagd is om de getuigen te horen die hebben gezien dat de drugs werd geplaatst in het voertuig van Ramjiawan. Hij wil gerechtigheid. Hij wil een goed en gedegen onderzoek in deze zaak.
RB

error: Kopiëren mag niet!