Waar blijft de ‘wet openbaarheid van bestuur’?

Er is een enorme ophef ontstaan over de verhoging van de salarissen van de ambtenaren en de doorwerking van deze verhoging naar de lonen en vergoedingen van de leden van de regering en die van de DNA. De verkiezingen naderen en op den duur hebben de hoogverdieners binnen de publieke sector toegegeven aan de kritiek en is men akkoord gegaan met de aanhouding van de verhoging voor deze groepen. Door te zeggen dat er ‘ruim geld’ aanwezig is, heeft de hoogste leiding van het land in principe laten blijken dat dit aanhouden van de verhoging niet nodig was. Het is voor de regering belangrijk om in de eerste plaats precies aan te geven dat de verhoging waarover er door de regering wordt gesproken voor de ambtenaren, allang reeds door de overheid aan deze groep wordt betaald, weliswaar onder een andere noemer. Deze besteding wordt al aan de ambtenaren gedaan. Het enige verschil is nu dat deze toelagen officieel in het loon van de ambtenaren zullen worden geincorporeerd. Over dit gedeelte zal nu, in tegenstelling tot eerder, belasting worden geheven. Om te voorkomen dat bepaalde groepen minder zullen ontvangen dan voorheen, is door de regering een 25% verhoging doorgevoerd op de lonen. In de hoegere loonsferen zal deze verhoging een minimaal effect hebben. Toen de regering de incorporatie van de toelagen en de 25% loonsverhoging bekend maakte, leek het er even op dat de handel prijzen zou beginnen op te schroeven, zonder dat de koers omhoog is gegaan. Dit deel van de handel die de verhogingen doorvoerde kan gerekend worden tot de malafide handel. Er is daarna niet echt vernomen dat de prijzen van goederen omhoog zijn gegaan. Deze hadden namelijk al omhoog moeten gaan toen de regering meer dan een jaar terug de inflatiecorrectie op de ambtenaren toepaste. Er is op het koersenfront een relatieve rust aan de gang. De euro is zelfs op een historisch laag niveau van onder de 8.0. De inflatie is in Suriname ook behoorlijk afgenomen en wordt dit jaar verwacht dat de economie zal beginnen om een bescheiden groei van enkele procenten te realiseren. Deze groei wordt in alle schattingen geprojecteerd als een gestadige groei. De regering heeft op enige fronten zwaar bezuinigd, de overheidsbestedingen zijn wel in toom gehouden en is het begrotingstekort onderdrukt. Hoeveel het uiteindelijk zal worden in 2018 (door onderrealisaties) moet nog blijken. De regering moet dus ervoor waken en streng optreden wanneer de handel erop uit zal zijn misbruik te maken van de verhogingen en te anticiperen op een inflatie die zwaar is teruggebracht. De regering moet echter ook ervoor waken dat de impact van het besluit van de regering om de verhogingen aan te houden voor de regering, zwaar wordt overschat. Het besluit is een politieke statement, een offer voor economisch wanbeleid dat gevoerd werd vooral in de periode 2010-2015. Uitgegooid op de totale bestedingen per jaar en per maand is het geen groot bedrag. De aanhouding van de verhoging moge wel en statement zijn, maar het zou te ver voeren om het een bezuiningingsmaatregel te noemen. De regering gaat door het met lenen van geld van allerlei buitenlandse banken. De deskundigen van deze banken brengen veel tijd door in ons land om ons wijs te maken dat we leningen moeten sluiten met deze banken. Met deze leningen worden weinig fysieke en tastbare zaken als infrastructuur en fabrieken voor Suriname tot stand gebracht. Veel van de miljoenen gaan op aan dure adviezen die door de vrienden van de functionarissen van deze banken die hier langs komen, worden samengesteld. De Surinaamse regering maakt pas een statement over goed financieel beleid als het zou aankondigen dat een stop wordt gebracht aan de vele leningen voor bijvoorbeeld ‘capaciteitsversterking’. Deze noemer wordt het meest gebruikt voor onnodige leningen. Van de dure consultants heeft Suriname altijd last gehad – zie maar de periode vlak na 1975 toen we NF 3.5 miljard van de Nederlanders kregen – maar ze hebben ons heel zelden wat opgebracht. Een andere echte statement moet zijn dat de hoogste leiding toont dat hij niet gegijzeld is door het kapitaal, dus dat hij transparantie zal geven aan de media van alle gunningen en aanbestedingen. Hier komt de echte verspilling voor en daarom is het van belang dat de regering haar belofte om de wet openbaarheid van bestuur te introduceren, ook waarmaakt. Verder moet de regering keuzes maken wat betreft de infrastructuur die veel geld opslokt. De infrastructuur die direct gelinkt is aan de productie, dient prioriteit te krijgen. De rest moet wachten. De minister van Financien moet de public spending openbaar maken en voor het bedrijfsleven bekend maken hoe en waar is bezuinigd. De echte maatregelen maakt deze regering echter niet bekend. Ten eerste, hoe is ervoor gezorgd dat de ook de malafide bedrijven hun belastingen betalen. Het komt nog steeds voor dat douaneambtenaren op grote voet leven en sponsors zijn van illegale whiskey. De oneerlijkheid op onze havens duurt voort. Er is een schatting dat de bedrijven zwaar onderpresteren wanneer het gaat om het afstaan van de belastingen. Ten tweede moet de regering bekend maken hoe ze tegemoet is gekomen aan de Surinaamse ondernemers om hen het ondernemen en het investeren aangenaam te maken. De regering (HI) komt niet met die maatregelen. Ten derde, er zouden investeerders in de rij staan om in Suriname te investeren. Om de rode loper voor hen uit te rollen is Investsur ingesteld. Hoeveel investeerders zijn er al genoteerd voor Suriname? Het blijft op dit gebied helemaal stil in Suriname. Intussen worden de geluiden sterker dat de Surinaamse bedrijven en werknemers de boot zullen missen wanneer er olie in zee wordt gevonden, omdat onze ondernemingen niet ready zijn om mee te doen in de spin-off. Het zullen buitenlandse bedrijven zijn die zullen profiteren. Ook op dit stuk laat de HI-minister het afweten.

error: Kopiëren mag niet!