Sham Binda: “Bermbebouwing riekt naar willekeur en corruptie”

Sham Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos), merkt op dat de uitgifte van bermen voor het ontplooien van economische activiteiten ondertussen niet is teruggedrongen. Onlangs heeft de raad van ministers (rvm) besloten om alle toestemmingen voor de uitgifte van bermen, zowel lopende als nieuwe, tot nader orde aan te houden. In de optiek van Binda is er nog steeds sprake van een wildwest-situatie als het op de bebouwing van de bermen aankomt. “Als je om je heen kijkt, zie je plotseling dat men weer tekeer gaat op de bermen. Er wordt geen rekening gehouden met milieuaspecten, voetgangers en woonwijken. Men vergeet dat de woongemeenschap recht heeft op rust”, beklemtoont Binda in gesprek met Dagblad Suriname. De Lalla Rookhweg, Wilhelminastraat, Albergastraat en de kruising aan de Swalmbergstraat en de Nassylaan zijn slechts enkele gebieden waar de bebouwing op de bermen duidelijk waar te nemen is.
Verbod instellen
Initieel werd door de districtsraad van Paramaribo meegedeeld dat er kosten verbonden zijn om langs de bermen commerciële activiteiten te ontplooien. “Ik vind het ronduit belachelijk dat dit soort zaken worden gedaan om het districtsfonds te kunnen spekken. De kosten liggen bovendien tussen de SRD 500 en SRD 2.500. Er wordt dus niet met vaste bedragen gewerkt. Deze werkwijze riekt naar willekeur, die overigens corruptiegevoelig is”, voegt Binda aan toe. Zijn visie ten aanzien van deze problematiek is heel helder: “er moet een verbod gelegd worden op het bebouwen of aanwenden van bermen voor andere doeleinden dan waarvoor bermen in eerste instantie dienen”. “Het moet niet een free for all zijn. Als mensen zaken willen doen, moeten ze risico’s nemen en met hun eigen kapitaal aan de slag gaan.”
Dc’s handelen inconsequent
Behalve de bebouwing op bermen zijn er ook veel verkoopstandjes uitgestald langs de wegen. “Mondiaal gezien worden de bermen als cruciale elementen beschouwd, waarmee er zorgvuldig wordt omgegaan. Maar in Zuid-Amerika is het typisch geworden om hosselaars langs de wegen te zien. Dit zijn uitingen van armoede. Als je dit soort zaken toestaat in je land betekent het dat er geen regelgeving meer is.” Binda vergelijkt dit met het parkeren van voertuigen langs de wegen. Er wordt door de dc’s frequent de opdracht gegeven om auto’s te verwijderen, die niet correct zijn geparkeerd. “Echter zijn het dezelfde dc’s die de bermen uitgeven. Dit is inconsequent beleid.” Binda is van mening dat De Nationale Assemblee (DNA), die een wetgevend orgaan is, de dc’s op de vingers moet tikken. “Op het moment dat men regels vertrapt in een land, hebben we chaos. En die chaos wordt steeds gevoed door individuen, die bezig zijn hun eigen belangen na te streven. En hieraan moet er een einde komen”, aldus Binda.
KSR

error: Kopiëren mag niet!