De parlementariër Raymond Sapoen stelt dat de hele kwestie rond Suralco/Alcoa zich voordoet, vanwege de afwezigheid van commercieel rendabel winbare bauxietreserves in Suriname. “Waarschijnlijk heeft Alcoa al lang geweten dat er geen winbare bauxietreserves zijn in Suriname. Een rapport uit 2015 geeft aan hoe belabberd de infrastructurele voorzieningen op de plant van Paranam eruit zien. Er is daarin niet geïnvesteerd”, stelt Sapoen.
Wanneer de multinational weet dat er niets meer te halen is hieruit, zal die inderdaad niet meer in investeren. “Daar hebben wij als regering/monitor/onderhandelingspartner in verzuimd, door tijdig in te grijpen. Wij moesten toen al om de tafel gaan met Suralco/Alcoa. Dat is de zwakte van vele ontwikkelingslanden tegenover multinationals op hun grondgebied”, meent Sapoen.
Alcoa heeft volgens Sapoen in ieder geval moedwillig verzaakt om vervangingsinvesteringen te plegen op de plant. Een doorstart maken met deze plant zou dus niet meer mogelijk zijn zonder grandioos te moeten investeren. “Als je dat 6 jaar eerder kon ontmantelen vanwege veiligheidsoverwegingen, waarom kun je dan niet 2 tot 3 maanden wachten, tot de hele Brokopondo Overeenkomst gewijzigd is op basis van de nieuwe inzichten. Dat is het standpunt van het parlement, en daar sta ik volledig achter”, zegt de politicus. Hij blijft echter benadrukken dat de politiek deze kwestie moet ontdoen van alle emoties, om rationele beslissingen te kunnen nemen.
Kavish Ganesh
