De families van de twee omgekomen piloten in de Hi-Jet helikoptercrash in 2015 beschikken nog steeds niet over een uitsluitsel. Hierin schiet de justitie in Suriname volgens Omar Terborg, voorzitter van de Raad van Commissarissen bij Hi-Jet, tekort. De overblijfselen zijn nog steeds in bezit van justitie. “Wij zijn ook subject in het onderzoek. Het uiteindelijk resultaat is nog niet binnen, als gevolg waarvan de overblijfselen nog niet kunnen worden afgestaan. Het is een hele lijdensweg voor zowel de familie als het bedrijf om steeds weer te horen dat het onderzoek nog niet is afgerond. Dat is een verantwoordelijkheid van justitie. Het is een missertje van justitie dat de familie nog niet kan overgaan tot de laatste eerbewijzen”, stelt hij.
De familieleden zitten nog steeds tussen wal en schip. Het justitieel onderzoek moet uitsluiten of vaststellen dat er in deze kwestie een misdrijf zich heeft voorgedaan. Daarnaast moet het vaststellen dat het gaat om piloten van Hi-Jet. Het onderzoek moet vervolgens vaststellen als het inderdaad gaat om een helikopter van Hi-Jet. Tenslotte moet er worden vastgesteld wat de vermoedelijke oorzaak was van de crash (menselijk falen of technisch probleem).
De kist van Hi-Jet was verzekerd in Amerika, met als tussenstation Trinidad en Tobago. Alleen met dit uitsluitsel kan Hi-Jet met de verzekeraar aan tafel zitten. Ook dat ligt stil vanwege het onderzoek. Zowel de familie als het failliet geraakte bedrijf kunnen al bijkans 7 maanden na de ontdekking van de crashsite niet opschieten. Het onderzoek staat onder toezicht van de procureur-generaal. Zowel de politie als de autoriteit in de luchtvaartsector is betrokken bij dit onderzoek. Over de voorlopige bevindingen van het onderzoek was er niets bekend. Hi-Jet zelf had intern haar eigen reconstructie gemaakt. Donovan van Embricqs (40) en technicus Ryatno Kertodikromo (38) zijn rond de verkiezingstijd in mei 2015 tijdens het uitvoeren van vluchten voor de overheid nooit meer naar huis teruggekeerd.
Kavish Ganesh
