Lood om oud ijzer

De president heeft bij de verwisseling van een aantal ministers verklaard dat er geen verschuivingen meer komen in het regeerteam. De vraag die dan wel opkomt, is wat de president zal doen als uit zijn team van nieuw aangestelde mensen blijkt dat enkelen niet geschikt zijn, want die kansen zijn er namelijk wel. Het eerste gesprek dat door de onderwijsminister in de media is afgelegd, geeft al aan dat deze functionaris mogelijk niet zal kijken naar het bredere veld, maar met oogkleppen en een verengde vizier de onderwijswereld zal inkijken, dus met een beperkte scope. Het belooft niet veel goeds, als de minister nu al aangeeft dat in haar periode er geen onderwijzersstakingen zullen voorkomen. Zij acht de kansen heel klein omdat onderwijzers bezig zijn met een zeer nobel doel en het belang van het kind vooropstellen. Deze veronderstelling is niet nieuw, het is er altijd geweest. De onderwijzers onderkennen het ook graag, maar het probleem op het onderwijsveld dat onderwijzers genoopt heeft om tot stakingen over te gaan, hebben niets te maken met de overtuiging en de heilige doelen die onderwijzers behoren na te streven. Het is een strijd om lotsverbetering, het is een strijd om de tegenprestatie, de ‘takehome’, te vergroten, om meer geld te verdienen aan het eind van de maand. De salarissen zijn gedevalueerd, ook dat van de onderwijzers. De onderwijzers klaagden al over een laag salaris voordat de devaluatie haar intrede deed, de ontwaarding heeft het probleem ondraaglijk gemaakt en eigenlijk enorm geknaagd aan het gezag en de autoriteit van de onderwijzer, omdat hij een armoedzaaier is geworden. Leerlingen behoren vanwege de welvaart van de onderwijzer, ook te dromen om onderwijzer te worden. Dat is nu niet meer het geval. De minister gaat ervan uit dat onderwijzers niet zullen en in principe niet mogen staken. Maar het verleden, ook het recente, heeft uitgewezen, dat onderwijzers zelfs voor langere tijd het werk hebben kunnen neerleggen. Hoe zal de minister omgaan met de situatie wanneer stakingen worden uitgeroepen worden door de onderwijzers? Een punt dat zeker een rol zal spelen is hoe deze minister ligt bij het kader van het departement. Het kader op dit departement heeft zich over deze minister niet uitgesproken, evenmin de onderwijsvakbonden die nog het vermogen hebben om kritisch te zijn. Wel is bekend dat deze functionaris vanuit andere hoedanigheden het werk en beleidsmaatregelen die het kader van het ministerie getracht heeft op te pakken, zwaar heeft bekritiseerd zonder zelf oplossingen aan te dragen. De nieuwe onderwijsminister heeft een positie kunnen verwerven eerder op het kabinet van de president, maar ze heeft in die hoge hoedanigheid geen wapenfeiten, los van het afkraken van werk dat op ministeries heeft plaatsgevonden. Pogingen om Suriname beter te ordenen, zijn daarom de kiem in gesmoord. Nu is de criticaster aan zet en wordt uitgekeken naar oplossingen die zij moet aandragen. Het ministerie heeft niet veel aan praters, maar aan beleidsmakers die een gebalanceerde kijk hebben op zaken en ook kunnen geraken tot concrete acties. Vooral heeft het ministerie niets aan sentimenteel gedoe. Het kind is een belangrijke doelgroep van het departement, maar niet de enige. Zonder onderwijzers is er gewoon geen onderwijs, dus die zijn eveneens een belangrijke doelgroep. En hier zal om de hoek kijken de arbeidsvoorwaarden van de onderwijzers, dit punt is in alle vrije samenlevingen, ook bij de Unesco, op tafel. Er is niet veel vertrouwen dat deze minister beleid dat al geformuleerd is en prioriteiten die al zijn aangenomen, zal kunnen trekken. Maar we gaan ervan uit dat ze ons kan verrassen, we hopen dat. Een benoeming die nu in beter perspectief kan worden geplaatst, is die van de ex-politieman op Juspol. We hebben eerder geschreven dat dit departement het best bestuurd kan worden door een gezaghebbend persoon met een juridische achtergrond. De net afgetreden minister ad interim had de papieren wel om een goede job op dit ministerie te doen, helaas is hij zelf afgehaakt. De huidige minister geeft de garanties niet op voorhand dat hij een goede job zal kunnen doen. Waar hij schromelijk tekort zal schieten, is bij zijn interacties met de rechterlijke macht (staande en zittende magistratuur) in brede zin. De politiebond, die op zich de meest controversiële is in de geschiedenis van het korps, heeft zich niet uitgesproken over de minister. Er zijn geluiden in de wandelgangen dat men niet al te enthousiast is om deze minister. Dat zal er niet beter op worden nu zelfs beweerd wordt dat deze functionaris een soort halfbroer is van de president. De vraag moet ook gesteld worden of het grondwettelijk toegestaan is dat een president en zijn minister in dit familieverband tot elkaar staan. Ook op Juspol hebben wij geen hoop op verandering, maar we hopen dat ook deze functionaris ons verrast.

error: Kopiëren mag niet!