Nog steeds geen uitsluitsel in kwestie Peneux

De minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Robert Peneux, heeft op 13 december 2017 zijn portefeuille ter beschikking gesteld van de President van de Republiek Suriname, D.D. Bouterse. Echter is dit nog steeds bij hem in beraad en hij heeft tot nu toe geen definitief besluit genomen. De consequentie hiervan is dat er thans eigenlijk geen eindverantwoordelijke is op het Onderwijsministerie. Dagblad Suriname verneemt van welingelichte bronnen dat de minister sedert de indiening van zijn ontslag niet op het ministerie verschijnt en dus evenmin de vraagstukken die op zijn bord verschijnen, oplost. Zo heeft de Organisatie van Bus- en Boothouders in Suriname (OBS) op 12 december 2017 de minister schriftelijk op de hoogte gesteld over de taferelen van het continue uitstellen van de uitvoering van de principeovereenkomst die in juni 2017 werd gesloten betreffende een tariefaanpassing van 40% voor het schoolvervoer. Deze brief is onbeantwoord gebleven en kan bij het niet tijdig ingrijpen vanuit de autoriteiten leiden tot een lamlegging van het schoolvervoer wanneer straks, de scholen weer beginnen en de leerkrachten en eventueel ook anderen op basis van vooraf afgesproken regels en normen vervoerd moeten worden.
Het NPS-assembleelid Patricia Etnel betreurt de lakse houding van de president in deze kwestie. In gesprek met Dagblad Suriname geeft zij onomwonden te kennen dat het staatshoofd teveel tijd neemt om een eenvoudige ontslagaanvraag te behandelen. “Het beleid op het ministerie wordt uitgevoerd zoals de president het land bestuurt: zonder visie. Regeren is vooruitzien, maar de president kijkt niet eens vooruit.” Voor Etnel is de situatie niet transparant. Zo is het onduidelijk wie op dit moment verantwoordelijk gesteld kan worden op dit ministerie. “Aan wie moet OBS haar problemen voorleggen? Een duidelijke leiding ontbreekt nu en dat is betreurenswaardig.”
Etnel merkt op dat er in de grondwet geen termijn is aangegeven waarbinnen de president een ontslagaanvraag dient te behandelen. “Er ontbreekt een memorie van toelichting.” Dit betekent echter niet dat de president geen prioriteit hieraan kan geven. “Vanwege beleid en planning is het niet acceptabel dat een ministerie geen eindverantwoordelijke heeft.” Vooral binnen het onderwijsveld doen zich vaak turbulente momenten voor die op korte termijn dringende oplossingen behoeven. De onderwijsvraagstukken iedere keer aan de vicepresident (vp) Ashwin Adhin voorschotelen, is volgens de volksvertegenwoordiger geen geniaal idee. “Het lijkt alsof de vp alles moet oplossen en dat de president heel weinig verantwoordelijkheden naar zich toetrekt. Ook al heeft de vp de rust binnen het onderwijsveld teruggebracht, betekent zulks nog niet dat het probleem is opgelost. Er zijn slechts brandjes geblust”, aldus Etnel.
KSR