“Ik vraag mij af of er iets los is in de bovenkamer van cliënt”

Abigail V. is donderdag veroordeeld tot een celstraf van 8 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Hierdoor mocht de veroordeelde, die terecht stond voor diefstal van een tas met sieraden, gelijk naar huis. Het strafbaar feit speelde zich af op 5 september 2017. Volgens het Openbaar Ministerie maakte Abigail een moeilijke periode door, waardoor de benadeelde Bianca besloot om haar en haar drie kinderen onderdak te bieden in een woning. Echter beschaamde de veroordeelde de goedwilligheid van de benadeelde door op een onopgemerkt moment in de woning van Bianca te gaan en haar sieraden ter waarde van SRD 40.000 weg te nemen. Deze verkocht zij door aan een goudsmid voor SRD 12.000. Op de strafzitting betuigde de jonge moeder spijt van haar handelen. “Ik weet niet. Ik ben niet uit mezelf gegaan”, zei Abigail op vragen van kantonrechter Rewita Chatterpal. SRD 11.500 van het ontvangen bedrag gebruikte zij dezelfde dag nog om spullen als kinderschoenen, zilveren oorbellen, slippers en lakens te kopen. Raadsman Libretto typeerde de handeling van zijn cliënt als onnozel en dom, omdat de gekochte spullen opvallend dezelfde dag van de diefstal met een taxi naar huis werden vervoerd en gelijk werden gezien door de benadeelde. Vooral gezien het feit dat Abigail werkloos is, vroeg de benadeelde zich gelijk af van waar al dit geld vandaan is gekomen. “Ik vraag mij af of er iets los is in de bovenkamer van cliënt”, stelde de advocaat. Openbare aanklager Reshna Jhinkoe vindt echter niet dat deze handelingen als onnozel moeten worden getypeerd, omdat Abigail precies wist wat zij moest kopen. De magistraat hield echter rekening met het feit dat Abigail 3 minderjarige kinderen heeft die zij moet verzorgen. Zij ging daarom niet mee met de strafeis van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
FR

error: Kopiëren mag niet!