Tijdens de algemene ledenvergadering van de Bond van Belangenbehartiging Gepensioneerden in Overheidsdienst in het KOB-gebouw, heeft de voorzitter Renate Wouden enkele zaken die door de minister van Financiën Gillmore Hoefdraad zijn aangegeven, weersproken. Het betreft onder andere uitbetaling van koopkrachtversterking en afspraken die in dit kader zijn gemaakt. De minister zou hebben gezegd in een bericht dat hij in eerdere gesprekken met de voorzitter reeds heeft verklaard dat er nog geen ruimte is om de koopkrachtversterking van SRD 500 te betalen. Dit bedrag wordt in 2018 met terugwerkende kracht ingelopen.
Verder is aangegeven dat de koopkrachtversterking met terugwerkende kracht van SRD 100 over tien maanden in de periode december 2015 tot en met september 2016 SRD 15 miljoen is. Het gaat om een totaal bedrag van SRD 45 miljoen. Bij een uitkering van SRD 375 per maand aan gepensioneerden uit overheidsdienst zal dat per maand SRD 9.3 miljoen zijn. De uitkering van de koopkrachtversterking op basis van SRD 500 voor gepensioneerden zal SRD 12,5 miljoen bedragen. Aan de hand hiervan zou de indruk gewekt worden alsof de gepensioneerden de staatskas leeg maken. Wouden gaf aan dat er in het begin helemaal niet is gesproken over SRD 500 maar een bedrag van SRD 375.
“Er zijn diverse brieven gericht en er was afgesproken dat de minister hooguit op 3 oktober zou reageren en de stand van zaken zou aangeven betreffende koopkrachtversterking. Het feit dat men ook zo praat over gepensioneerden alsof wij de staatskas leeg zouden dragen, zegt duidelijk dat men is vergeten dat men het Pensioenfonds van honderden miljoenen heeft leeggehaald. Niet alleen moet de regering ongeveer SRD 100 miljoenen terugstorten in Pensioenfonds, maar zou dat ook met de nodige rente moeten gebeuren. Na unu moni sa lanti gebruik en dat moeten we eindelijk terugkrijgen.”
De bond had om 12.30 uur een afspraak met de vicepresident. “Wat we de vp zullen voorhouden is dat er niet gecommuniceerd kan worden via de media met de minister van Financiën. Als hij besluiten heeft genomen dan dient hij de BBGO daarvan in kennis te stellen. Wij zullen voorhouden aan de vicepresident dat wij op een waardige wijze behandeld wensen te worden door de overheid en dat ons gesprekspartner niet de media is maar de minister, vicepresident of de president”, aldus Wouden. Na het gesprek met de vp zal het bestuur de zaak evalueren en nagaan wat de volgende stappen zullen zijn.
