Sportdag

Lange tijd was er in Nederland een club die de regering adviseerde over van alles en nog wat rondom de zestien Nederlandse zeehavens en het transport van en naar die havens, soms wel ‘draaischijven van de economie’ genoemd. Geruime tijd voerde ik het secretariaat ervan, gehuisvest in het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Om precies te zijn: in het hoofdkantoor van Rijkswaterstaat. Het kleine secretariaat bevond zich op de op één na hoogste verdieping van dat gebouw en je had er een schitterend uitzicht over de Haagse binnenstad. Nog hoger was het restaurant waar ook de recepties plaatsvonden en een aardige medewerkster van dat restaurant trakteerde ons menigmaal op de schalen met lekkernijen die daarvan overbleven.
Omdat het secretariaat van de ‘Nationale Havenraad’ zoals die club heette, was ingekwartierd in het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, mochten de vijf medewerkers, onder wie de secretaresse, ook meedoen aan de jaarlijkse ‘sportdag’ van dat ministerie. Die vond plaats op het sportcomplex ‘Ockenburg’ in de Haagse duinen. Omdat het secretariaat te klein was om een compleet voetbal- of volleybalteam op de been te brengen werden we ingedeeld bij teams van andere onderdelen van het ministerie. Maar bij individuele sporten zoals tennis of schaken konden we op eigen kracht meedoen. Na afloop was er tot in de kleine uurtjes muziek en dans in de zalen van het Ockenburg-complex. Dan verscheen ook de minister even om de prijzen aan de winnaars uit te reiken.
Na een aantal jaren als ‘havenman’ te hebben meegesport met de medewerkers van het ministerie schreef ik een stukje in het ministeriële personeelsblad met het voorstel om voor de afwisseling nu eens niet een sportdag te organiseren, maar bijvoorbeeld een ‘dag van het boek’. Ik had natuurlijk evengoed kunnen voorstellen een ‘dag van de schilderkunst’, een ‘dag van de muziek’ of een ‘dag van de natuur’. Maar een ‘dag van het boek’ leek mij wel leuk. We zouden met zijn allen een bezoek kunnen brengen aan het Haagse boekenmuseum ‘Meermanno Westrhenianum’, een historische wandeling door de deftige Haagse buurt die zo’n belangrijke rol speelt in de boeken van Louis Couperus. We zouden rondvaartboten kunnen charteren, inclusief catering, om daarmee via de binnenwateren naar de grote uitgeverij en drukkerij Samsom in Alphen aan de Rijn te varen en daar uitleg te krijgen over de produktie van een boek. En na afloop van zo’n ‘dag van het boek’ zou er evengoed een mooi feest kunnen worden georganiseerd compleet met een ‘mini-boekenbal’. Maar er werd vooral gemeesmuild over mijn voorstel. Want het is toch allemaal sport wat vandaag de dag de klok slaat op de radio, de televisie en de kranten en wat zou je dan anders organiseren dan een sportdag?
Vrije tijd
In het Europa van vóór de oorlog was vrije tijd een nauwelijks bekend fenomeen. Men werkte van maandag tot en met zaterdag en zondag was een rustdag, bestemd voor kerk, familie, een middagwandeling of bezoek aan een museum. Van sportbeoefening had nog vrijwel niemand gehoord. Het was iets voor de adel en voor andere vermogenden, vrijgesteld van arbeid. Niet voor niets geldt Groot-Brittannië met zijn traditioneel grote klasse-tegenstellingen als de bakermat van veel van de sporten die wij vandaag de dag kennen. Maar met de emancipatie van de arbeidende klasse, de arbeidsduurverkorting door mechanisering en nog andere factoren ontstond steeds meer vrije tijd voor de ‘gewone man’. En bij het zoeken naar manieren om die plotseling ontstane vrije tijd in te vullen werd het oog gericht op de balspelletjes die de elite sedert jaar en dag vermaakten: eerst voetbal. Die ‘elite-sport’ werd dan ook weldra ook door het ‘gewone volk’ beoefend. De elite zocht daarop zijn toevlucht tot weer nieuwe elite-sporten zoals tennis en golf – totdat ook die door het arbeidende volk werden overgenomen. Inmiddels hadden radio en televisie bezit van de ether genomen en bij gebrek aan de spannende gebeurtenissen op de slagvelden van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog richtte men zich op de krachtmetingen op het sportveld. Niet dat dat werkelijk zo boeiend was, maar het werd zo opgediend door de journalisten, daarvoor speciaal aangesteld op de redacties van dag- en weekbladen en televisie- en radiostations.
Maar langzaam aan werden die activiteiten op het veld, in de arena, in het zwembad en op het ijs wat saai gevonden, zodat er een heel nieuwscircuit rondom het sportgebeuren ontstond. Betaling van sporters, hun privé-leven, dopingaffaires, omkoping en de laatste tijd zelfs het onvermijdelijke seksueel misbruik in de sport. En als de sporters en hun coaches zelf niet interessant genoeg waren verplaatste de aandacht zich naar de bonzen, de tycoons van de sportorganisaties. Er ontstond een zichzelf versterkend circuit en de sportverhalen werden in toenemende mate geabsorbeerd door het kijkers- en lezerspubliek. Dat wilde ook wel eens met eigen ogen zien wat zij dag in dag uit op de buis kregen voorgeschoteld en wat zij elke maandagochtend breed uitgemeten kregen in de sportbijlagen van hun krant en er ontstond een massale toestroom naar de stadions.
Money
Die toeschouwersaantallen stimuleerden bedrijven of merken om grote sommen geld te steken in sportreclame en sponsoring. En die ontwikkeling leidde weer tot de betaling aan de beste van die sporters van honoraria die na verloop van tijd elke relatie met de realiteit verloren. Aan deze ontwikkeling lijkt voorlopig geen einde te komen. Je kunt de radio of televisie niet aanzetten of je wordt, of je het wilt of niet, getrakteerd op voetbal, tennis en al die andere sporten die ooit bedoeld waren als plezierig tijdverdrijf voor de uren dat er niet gewerkt behoefde te worden. En het gaat daarbij zoals gezegd allang niet meer alleen om verslagen en beelden van de wedstrijden zelf maar vooral om het opgetuigde circus eromheen, waarbij zelfs sportpsychologen, sportjuristen, sportsociologen en sportfilosofen hun deskundige licht laten schijnen.
Cultuur
Maar hoe zit het dan met al die andere uitingen van menselijke cultuur ? Met de klassieke muziek en de jazz, het klassieke en moderne ballet, het toneel en het cabaret, de beeldende kunst, de wetenschap, de literatuur en de architectuur ? Waarom hebben die zich zo laten marginaliseren in de media zodat het voor de kijker en krantenlezer lijkt of er behalve sport niets anders meer op de wereld is? Zal die andere cultuur ooit nog wel aan bod komen ? Of is zij gedoemd definitief het onderspit te delven tegen de voortrollende sneeuwbal van wat intrinsiek, in zichzelf, maar een schamel en primitief aftreksel is van het werkelijk waardevolle ? Want vergelijk eens de grandeur van een goed uitgevoerd vioolconcert van Beethoven met de schamele performance van het heen en weer slaan van een balletje over een netje. Of de elegance van een ballet van Kylián met een rondje om het hardst fietsen van een stel in schreeuwerige kleuren zwetende renners. Want meer is tennis of wielrennen toch ècht niet – alle journalistieke bombast ten spijt.
Belangen
Wanneer stopt deze humbug en gaan we weer terug naar wat de sport eens was: een gezellig balletje trappen op een zomerse zondagmiddag of in de winter schaatsen op een opgespoten en dichtgevroren weiland? Dat zal niet snel gebeuren: de belangen bij de sport hebben inmiddels mega-proporties aangenomen en het is voor veel sporters, sportpers en sportorganisatoren harde broodwinning geworden. Zij hebben er dan ook alle belang bij het volk hun bolle sportverhalen te blijven voorschotelen alsof leven en dood ervan afhangt. Zij hebben een verbond gesloten waarbij niet alleen hun boterham in het geding is, maar waarbij soms miljoenen te verdienen valt aan de nieuwe sportcultuur. Zie een organisatie als de FIFA, de internationale voetbalorganisatie, waar het gaat om belangen in de orde van grootte van tientallen miljoenen dollars, waarbij landen voor grof geld worden omgekocht om voetbalevenementen te mogen organiseren; waar de soms maffioze bestuurders miljoenen in eigen zak steken en waarbij televisierechten van sportwedstrijden of sportcompetities eveneens vele miljoenen opleveren. Te voorzien is dat binnen afzienbare termijn radio, televisie en kranten nog uitsluitend worden gedomineerd door sport en dat al het andere nog verder gemarginaliseerd wordt.
Gezond
Is sportbeoefening dan niet plezierig en gezond ? Ja natuurlijk is dat zo. Vooral het zèlf beoefenen van sport is uitnemend voor het lijf en bij teamsporten is het de aangewezen weg om teamwork te leren en verlies te accepteren. Zelf beoefende ik tal van sporten en in het waterpolo was ik ooit kampioen van Nederland. Maar waar ik groot bezwaar tegen heb is tegen de buiten alle proporties gegroeide overheersing van de media door de sport in al zijn vormen. Tegen de krankzinnige beloning van sporters, hun coaches en hun organisatoren die in geen verhouding staat tot hun prestaties en tegen de buitensporige bedragen die voor toegangskaartjes voor sportevenementen moeten worden neergeteld.
Kunstmatig nieuws
Het curieuze van dit alles is dat heel af en toe het Rad van Ixion even stilstaat. En wel als er werkelijk iets belangwekkends aan de hand is in de wereld. Zoals het uitbreken van de Zesdaagse Oorlog tussen Israel en de Arabische landen in 1967. Het begin van de Golfoorlog in 1990. De aanval op de Amerikaanse twin-towers in 2001. De inval in Irak van Amerikaanse en Engelse troepen in 2003. De tsunami die in 2004 grote delen van Sumatra verwoestte en tot in Thailand en Sri Lanka slachtoffers eiste. Een rampzalige aardbeving of overstroming. Dan is er een adempauze en blijft de sport gelukkig even weg van de buis. Geen beter bewijs dat de sportbeelden die we dagelijks voorgeschoteld krijgen geen werkelijk nieuws zijn, maar bij gebrek aan beter kunstmatig zijn gecreëerd om te voorzien aan een kennelijke behoefte van veel kijkers aan competitie, spanning en sensatie. Radio en televisie: doorbreek die dwangneurose en probeer de kijker voor het werkelijk belangwekkende te interesseren.
Anton van den Broek (jurist en bioloog)

error: Kopiëren mag niet!