Landelijk geslaagden op havo-scholen 44%!

Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc) heeft de voorlopige landelijke resultaten van alle havo (hoger algemeen vormend onderwijs)-scholen reeds vastgesteld naar aanleiding van het eindexamen. In totaal hebben er op dit schooltype 1029 studenten geparticipeerd aan het regulier eindexamen. Hiervan heeft 44% landelijk de eindstreep gehaald, terwijl 37% herexamen zal moeten afleggen. De groep die compleet buiten de boot is gevallen, bedraagt 17%. SGM (Scholengemeenschap Maho) en HHS (Henry Hassankhan Scholengemeenschap) hebben dit jaar de meeste geslaagden opgeleverd, respectievelijk 59% en 50%, terwijl de meeste herkansingen op Christelijke Havo en Henri Dahlbergschool zijn geconstateerd, respectievelijk 44% en 43%. Het grootste aantal afgewezen leerlingen is afkomstig van Scholengemeenschap Kwatta (SGK).
Evaluatie resultaten noodzakelijk
De onderwijsdeskundige Soenderpersad Hanoeman zegt in gesprek met Dagblad Suriname dat de resultaten van de havo-scholen in Suriname grondig geanalyseerd moeten worden. Een landelijk slagingspercentage beneden de 50% kan namelijk geen voldoening opleveren. Volgens Hanoeman dient een middelbare school te streven naar een slagingspercentage van 97%, vooral vanwege het voortraject dat jaren in beslag heeft genomen voor de vorming van het kind (lagere school, muloschool en middelbare school). “Wanneer de studenten die 97% niet behalen, betekent het dat het erg triest is gesteld met ons onderwijssysteem. De precaire situatie moet niet onderschat worden. Vele leerlingen kunnen hierdoor niet op tijd op school aankomen. Daarnaast kan een staking nooit een positief effect hebben op het onderwijsgebeuren.”
Gebreken binnen havo
Desalniettemin speelt er een grotere issue binnen het havo-onderwijs. “Ik denk niet dat de perikelen die wij gehad hebben in de afgelopen tijd enorme invloed heeft gehad op de havo-studenten. Havo is een onderwijstype dat niet zo geweldig aanslaat in Suriname. Ik heb door de jaren heen opgemerkt dat deze studenten vaak gedemotiveerd zijn. Ook de inbreng van de leerkrachten is niet enthousiast te noemen in vergelijking met de vwo-scholen.” Hanoeman vindt dat het havo-onderwijs derhalve gepromoot moet worden om een verbetering van de resultaten te bewerkstelligen. “Als het curriculum niet is gericht op de maatschappelijke noden, maar op ballast, zullen de leerlingen gedemotiveerd raken.” Vaak schieten de leraren tekort in het inspelen op dergelijke situaties. “De leerkrachten zijn niet ‘equiped’ om dat te doen.”
Particuliere versus openbare scholen
Hanoeman merkt op dat de particuliere scholen, waaronder het Hoogendoorn Atheneum, überhaupt betere prestaties neerzetten ten opzichte van de openbare scholen. De onderwijsdeskundige vraagt zich af waarom de openbare scholen geen lering kunnen trekken van de particuliere scholen. “De openbare scholen zijn vrijwel amateuristisch.” Gemotiveerde leraren, moderne apparatuur, individuele aandacht voor de student, kunnen inspelen op situaties, voldoende en up-to-date lesmateriaal, zijn enkele zaken waarmee een particuliere school gekenmerkt wordt. Doordat kwalitatief onderwijs peperduur is en daardoor niet voor een ieder toegankelijk is, wordt het gros van de studenten aan zijn lot overgelaten.
KSR

error: Kopiëren mag niet!