België versus Suriname

Er wordt wel beweerd dat er geen Belgen bestaan: er zijn Vlamingen en er zijn Walen. En mocht er toch sprake zijn van echte Belgen, dan is er in feite maar één: de koning. Maar als staatkundig fenomeen bestaat België natuurlijk en wel sedert 1830 toen het zich afscheidde van Nederland. Natuurlijk waren er vóór 1830 ook al Nederlands sprekende Vlamingen en Frans sprekende Walen en men zou verwachten dat die na de afscheiding van de Nederlanden naar elkaar zouden zijn toegegroeid. Maar niets is minder waar. De tegenstellingen tussen de zes miljoen Nederlands sprekende Vlamingen en vierenhalf miljoen Frans sprekende Walen zijn in de loop der tijd steeds groter geworden en zij leiden vandaag de dag tot een schier onverzoenlijke tweedeling.
Lange tijd nam ik uit hoofde van mijn toenmalige functie in de zeehavensector deel aan officieel overleg van de Nederlandse en de Belgische zeehavens, onder leiding van de Nederlandse en Vlaamse ministers van Transport. Die Belgische havens liggen allemaal in Vlaanderen, aan de monding van de Schelde (Antwerpen, Gent) of aan de Noordzee (Zeebrugge, Duinkerken). Maar Wallonië, ver van zee, eiste aan het overleg deel te nemen, wijzend op de paar binnenhaventjes die het rijk is. En zo moesten wereldhavens als Rotterdam en Antwerpen aanschuiven bij minuscule rivierhavens als die van Luik en Charleroi en moesten zij luisteren naar de Franse vertalers en tolken. En als de federale Belgische regering geld aan de Vlaamse havens gaf dan eiste Wallonië een even groot bedrag. Daarmee werden dan geldverslindende maar vrijwel nutteloze projecten als scheepsliften – enorme bakken, gevuld met water, waarmee binnenvaartschepen de hoogteverschillen van de rivier moesten overbruggen — in de Maas aangelegd !
Daar komt nog bij dat België niet, zoals een beetje overzichtelijk land één, maar vier regeringen telt. Eén voor Vlaanderen, één voor Wallonië, één voor het Brusselse gewest en nog eens een federale regering voor het hele land. Dat dat menigmaal tot onbestuurbaarheid leidt bewijst de af en toe ondoenlijke opgave om te komen tot een stabiele landsregering. Dat speelde in het verleden in de kwestie rond de districten Brussel, Halle en Vilvoorde van de federale hoofdstad Brussel waar kiezers kunnen stemmen op zowel Vlaamse als Waalse kandidaten. In het Belgische federale parlement is de Vlaamse Alliantie de grootste partij. En dat is nu juist de partij die Belgie wil opsplitsen in een Vlaams en een Waals deel.
Waar ligt de oorsprong van die ruzie tussen de twee bevolkingsgroepen in één en hetzelfde land? Is het de economische situatie die in Vlaanderen met zijn zeehavens en de uitstraling daarvan op andere sectoren wat zonniger is dan in Wallonië? Het verklaart niet waarom die verdeeldheid en dat onderling wantrouwen ook al bestonden toen het de Walen met hun kolenmijnen, hoogovens en staalfabrieken voor de wind ging. Nee, de oorzaak van die verdeeldheid heeft vrijwel geen andere achtergrond dan het enkele feit van het spreken van verschillende talen. En in plaats van daar trots op te zijn en schoolkinderen enthousiasmeert om beide talen te beheersen omdat dat bijvoorbeeld hun beroepskansen in het internationale zakenleven of in de internationale organisaties vergroot, wekt het spreken van Frans bij de Vlaming en het spreken van Nederlands bij de Waal tot louter afkeer. Men herinnert zich misschien nog de burgemeester van het Waalse plaatsje Voeren, vlak bij de Nederlandse grens in Limburg, die weigerde ook maar één woord Nederlands te spreken en Vlaamse demonstranten met het jachtgeweer van zijn erf schoot.
Waarom kunnen Vlamingen en Walen niet met elkaar omgaan zoals in Suriname Creolen, Hindoestanen, Javanen, Indianen en Chinezen dat sinds jaar en dag vrijwel zonder problemen doen? De nazaten van slaven en contractarbeiders hadden ongetwijfeld veel meer redenen om de taal van hun voormalige Nederlandse overheersers te verwerpen en te vervangen een eigen taal. Maar niets van dat al: het Nederlands bleef bestaan naast het Sranan Tongo. En naast het Aukaans, het Hindoestaans, het Javaans, het Indiaans, het Saramaccaans en het Chinees. Tot wrijvingen en conflicten leidt dat nergens. Waarom zien de Belgen niet de rijkdom die zo’n verscheidenheid aan talen en culturen met zich meebrengt? Laten delegaties van Vlamingen en Walen eens een paar weken op vakantie komen in Suriname en kijken hoe het hier aan toegaat. En laten zij, terug in België, hun mensen ervan overtuigen dat zo’n vreedzame co-existentie nog zo gek niet is.
Anton van den Broek (Bioloog en Jurist)

error: Kopiëren mag niet!