De verdachte Hemradj S. staat terecht wegens opzettelijke beroving van de vrijheid van het 77-jarige slachtoffer, M.R. Dit slachtoffer werd woensdag op de zitting gehoord. Hij heeft een hele uitgebreide verklaring afgelegd hoe hij in aanraking is gekomen met de verdachte. Het slachtoffer was bezig met het opzetten van een bedrijf en om te kunnen beginnen had hij een perceel nodig. Dat perceel heeft hij gehuurd van de verdachte. Zodoende waren ze enigszins bevriend. De verdachte heeft op den duur een vertrouwensband opgebouwd met het slachtoffer. Hij heeft toen Euro 150.000 bij het slachtoffer geleend voor de duur van een jaar met een rentepercentage van 3%. Volgens de verdachte heeft het slachtoffer binnen 4 maanden zijn geld opgeëist. Omdat er een redelijke termijn was afgesproken, kon de verdachte het geld niet zo snel retourneren. Volgens het slachtoffer is het bedrag in 4 jaren tijd opgelopen tot een bedrag van Euro 330.000. De verdachte heeft de benadeelde alleen Euro 150.000 betaald door tussenkomst van zijn zus. Hij weigert de rente terug te betalen. Hieromtrent had de benadeelde een rechtszaak aanhangig gemaakt. De verdachte werd kwaad en heeft naar zijn zeggen geprobeerd wraak te nemen. In zijn woorden uitgedrukt ‘om de benadeelde een les te leren’. Hij heeft op 1 februari het slachtoffer laten ontvoeren. Deze man was 3 dagen van zijn vrijheid beroofd en werd gebracht naar Charlesburg. Daar aangekomen werd hij ontkleed en aan hem werd voorgehouden dat er naakte beelden van hem zouden worden vastgelegd en dat deze beelden zouden worden gestuurd naar zijn familie in Nederland. Volgens het slachtoffer werd hij behoorlijk vernederd en mishandeld. Onder bedreiging moest hij documenten ondertekenen. De bezittingen van hem zouden middels valse verklaringen worden overgeschreven op naam van de verdachte. Ook is er daarbij een schuldbekentenis opgemaakt, waaruit blijkt dat het slachtoffer de verdachte omgekeerd geld schuldig is en hem SRD 160.000 moet betalen. Uit vrees heeft het slachtoffer de stukken ondertekend. Echter heeft de handlanger van de verdachte de 77-jarige geholpen gedurende zijn ontvoering. Hij werd in de gelegenheid gesteld om te bellen op zijn eerder gedemonteerde telefoon. Zodoende heeft het slachtoffer een kennis telefonisch kunnen bereiken. De politie die na de melding snel op het spoor was, kon het adres alwaar het slachtoffer was gegijzeld achterhalen. Volgens het slachtoffer heeft hij gedurende deze 3 dagen vreemde dingen meegemaakt. Levend werd hij in een doodkist geplaatst. Op deze leeftijd moest hij klappen en slagen incasseren, terwijl zijn gelaat was dichtgeplakt. De verdachte had niets te zeggen over de gijzeling. Hij beweerde dat hij uit boosheid heeft gehandeld en het was meer om het slachtoffer een les te leren. In deze zaak werden ook nog 2 politiemannen gehoord. Volgens hun onderzoek en bevindingen heeft de verdachte de dag na zijn aanhouding iemand aangezet om het bewijs te vernietigen. Het bewijs in deze zaak is verbrand. Het verdere onderzoek in deze zaak wordt voortgezet op 2 augustus. De verdachte blijft in arrest.
Saskia Bandhan
