Overambitieus sociaal programma wreekt zich

Het overambitieuze sociale programma waarbij de regering in sommige categorieën ongeacht het vermogen van de geprivilegieerden overging tot het uitdelen van basiszorg, heeft nu zijn tol geëist. We hebben het specifiek over de zorg van de kinderen van 0-16 jaar en de 60-plussers. Van meet af aan was er de kritiek dat de regering nodeloos een heleboel zorgen op zich nam en dat het nog niet efficiënt gebleken zorgsysteem vermijdbaar toch werd belast met een waterhoofd. De bedoeling was hier om tussen kinderen en ouderen, twee traditioneel kwetsbare groepen in de samenleving, zonder onderscheid te behandelen. Met deze werkwijze werd niet uitgegaan van een gefaseerde aanpak, maar van een werkwijze op hoog tempo dat niet eens rijke landen lukt om duurzaam in stand te houden. Toen in 2014 de poging werd gewaagd om eindelijk het sociaal zekerheidsstelsel, waarnaar al sinds de jaren ’60 en ’70 werd uitgekeken, in Suriname in te voeren, werd tegelijkertijd gezegd dat de uitdaging was om een duurzaam systeem in stand te houden. De grootste uitdaging was toen al de smalle basis van de economie en het lage niveau van de productiviteit in Suriname. Elke zorg moet namelijk door iemand worden verdiend en geproduceerd, het liefst door de personen die ervan profiteren. In 2014 was een duurzaam systeem de uitdaging en het systeem moest zich in de tijd bewijzen. In 2014 de Basiszorgverzekering (bazo) ingevoerd als onderdeel van het nationaal sociaal zekerheidsstelsel. De regering heeft verrassend de spelregels veranderd. In de toelichting op de Wet Nationale Basiszorgverzekering geeft de regering aan dat de Staat ten aanzien van premiebetaling een zorgplicht heeft te vervullen ten aanzien van geïdentificeerde kwetsbare groepen. Middels het pilotproject “Basiszorg 0 — 16 en 60+” was toen de bedoelde plicht voor het overgrote deel van genoemde groepen reeds geeffectueerd. Personen behorende tot deze leeftijdsgroepen 0 — 16 en 60+ waren sedert 1 juli 2013 verzekerd van aanspraken op basiszorgvoorzieningen, waarbij de Staat ‘vooralsnog’ de premiebetaling voor zijn rekening neemt. De regering zei toen in de wet dus dat er reeds een pilot was gedraaid en technisch goed was bevonden. Ook zei de regering dat ze vooralsnog, dus met een kans dat het eens ophoudt, de premie voor zijn rekening neemt. De regering heeft echter na de inwerkingtreding van de wet nooit benadrukt dat het hier gaat om een voorlopige voorziening, waarschijnlijk waren de beleidsmakers niet ervan bewust van het voorbehoud dat door de wetgever in de wet was gemaakt. De regering gaf verder aan dat met de invoering van deze wet ‘nog niet alle knelpunten weggewerkt’ waren. De regering vond het echter van groot belang om alvast de invoering van de verplichte basiszorgverzekering
ter hand te nemen en gedurende de uitvoering verder te werken aan oplossingsmodellen. Het uitstellen totdat alle problemen zijn opgelost, was politiek niet haalbaar zei de regering. Er was bij de invoering van de bazo al een systeem dat de regering voor degenen die de premie niet zouden betalen, zou betalen. Nu is dit de dominante regel geworden, ook in de onvoorwaardelijke categorieën 0-16 jaar en de 60-plussers. Critici brengen de drastische ombuiging van het bazo-beleid in verband met het sociaal contract dat beloofd is door de president. Er wordt zelfs gesproken van bedrog. Men verwijst in dit kader ook naar de naschoolse opvang, waarvan wordt gezegd dat het er alleen was om de verkiezingen te winnen. Critici hadden in het begin al gewaarschuwd dat de uitgebreide gratis zorg niet betaald zou kunnen worden. Toen heeft men op de staatsradio de waarschuwers afgemaakt en bestempeld als vijanden. De vraag rijst in deze of de regering zomaar de spelregels kan veranderen zonder de wet die basiszorgverzekering regelt, te wijzigen. In de wet zelf worden de aanspraken van de 0-16-jarigen en de 60-plussers niet uitdrukkelijk genoemd. Wel wordt in de toelichting op de wet aangegeven dat deze categorieën vooralsnog gevrijwaard zouden worden van het betalen van premie voor hun bazo-verzekering. Het lijkt er veel op dat de wetgever een ombuiging van het beleid voorzag in de toekomst, maar in de populaire communicatie dit deel onbesproken liet. Wie van de doelgroepen zal de wet en haar toelichting gaan lezen zal men hebben gedacht. Inderdaad, lezen is niet de sterkste kant van Surinamers, behalve als het gaat om roddelberichten. Nu is het dus niet zozeer een bepaling uit de wet, want we lezen zelfs in de wet dat iedere ingezetene die kostwinner is, verplicht is om ten behoeve van zichzelf, de partner en de kinderen een basiszorgverzekering af te sluiten. Er is in de wet zelfs een premie voor 0-16 jarigen en 60-plussers per maand opgenomen. De wet geeft aan dat de RvM bepaalde categorieën vrij kan stellen. Kennelijk is er dus bij RvM-besluit vastgesteld dat de kinderen en de 60-plussers zijn vrijgesteld. Een ander RvM-besluit kan dat dus weer teniet doen. Het punt is nu dat alhoewel de wet voorbehouden heeft gemaakt, de politici op podia en ook officieel andere beloften hebben gedaan en verwachtingen hebben gewekt. Nu breekt men dus met gedane beloften.

error: Kopiëren mag niet!