Residulaboratorium LVV voor 90% af

Voor de uitvoering van het voedselveiligheidsbeleid van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) werd als belangrijke meetinstrument het geïntegreerd laboratorium opgezet. Dit laboratorium zou zowel voor de landbouw, de veeteelt en de visserijsector een betere garantie bieden op de eetveiligheid van de productie uit deze sectoren. Verse groenten, fruit, vlees en vleesproducten, vis en visproducten zouden worden getest op residuen en andere gevaarlijke stoffen, die de gezondheid van de mens in gevaar zou kunnen brengen.
Suriname heeft weinig kunnen genieten van dit laboratorium. Officieel in gebruik genomen in maart 2010 heeft het ministerie met lede ogen moeten toekijken hoe na 9 maanden, hetzelfde lab verwoest werd door brand. De brand verwoestte nagenoeg alle documentatie van het Viskeuringsinstituut (VKI) en een belangrijk deel van de apparatuur voor het maken van de nodige laboratoriumanalyses. Het grootste deel van de schade werd aan het gebouw verricht.
VKI is momenteel gevestigd Bethesda op het terrein van de Centrale Haven voor Visserij. Er worden regulier audits gehouden door de Europese Unie. Visexporteurs betalen het VKI ook een bepaalde fee, waardoor dit instituut zich op haar poten kan houden.
Het residulaboratorium aan de andere kant is nog steeds lam. Op 13 augustus 2012 heeft de eerste steenleging plaatsgevonden voor de wederopbouw van het laboratorium. Echter blijkt dat vanwege financiële problemen het gebouw nog steeds niet af is. Ruim 90% van het gebouw zou volgens betrouwbare bronnen al af zijn. Echter wacht het ministerie nog op een financiering van SRD 400.000, die vanuit richting de IDB moet komen. Dit zou ergens maart 2017 vrij moeten komen. Ook wordt er gesproken over een financiering uit kanalen van de Europese Unie, waarvan een deel richting de upgrading van het lab zal gaan.
De vraag waar critici op dit moment mee zitten, is als er op dit moment wel keuringen worden gepleegd. Uit andere bronnen verneemt de krant dat er wel keuringen worden uitgevoerd, maar niet optimaal. De keuringen die op dit moment worden uitgevoerd, zijn volledig gericht op ziekten en plagen. Daarvoor zijn er wel internationale spelregels waar Suriname vooral op de Europese markt strak aan gehouden wordt.
Residuonderzoekingen aan de andere kant zijn volgens de internationale regels niet vereist. Die behoren in beginsel tot de laatste fase van keuringen. Bij de opstart van het residu-lab hield het lab haar onderzoekingen intern om zichzelf uit de kinderschoenen te krijgen. Er werden wel monsters getest van verschillende ondernemingen, maar niet als echte keuringen. Natuurlijk ging dat niet door en kon het lab niet naar buiten treden om haar echte diensten te verlenen.
Echter moet ook worden aangegeven dat er bij residukeuringen ook nog geen procedureregels zijn vastgelegd. Wetgeving voor en rond het optreden van zo een lab moet nog worden gemaakt. Indien het labonderzoek (dat wetenschappelijk wordt onderbouwd) uitwijst dat bepaalde producten niet geschikt zijn voor verbruik, dienen de instituten in place te zijn om in actie te komen. Dat geldt voor zowel producten die worden geëxporteerd, als voor de lokale producten. Tevens zouden de geïmporteerde producten ook in het lab kunnen belanden. De achterliggende gedachte is hier dat ieder land zichzelf dient te beschermen tegen elke vorm van schade. Rekenen op de betrouwbaarheid van keuringen in het buitenland, terwijl er intern zulke controlemechanismen niet bestaan, kan leiden tot negatieve gevolgen.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!