Discriminatie schoonmaak- en bewakingsbedrijven Onderwijs

De bewakings- en schoonmaakbedrijven bij elkaar gebundeld, die werkzaamheden uitvoeren voor Minowc, zijn het spuugzat over het feit dat de overheid altijd een betalingsregeling treft met andere aannemers en/of contracters zoals bushouder, leveranciers voor voeding aan arrestanten, ziekenhuispersoneel en anderen, terwijl zij al bijkans 18 maanden niet zijn uitbetaald voor hun geleverde diensten. Zodra andere aanbesteders hun stem laten horen of met akties dreigen wordt er direct een betalingsregeling getroffen.
Dit is een vorm discriminatoir gedrag vanuit overheid om alleen met die bepaalde groep aannemers tot een betalingsregeling te komen. Zulks terwijl de bewakings- en schoonmaakbedrijven al langer dan een jaar klagen over achterstand van betalingen.
Meerdere keren zijn er gesprekken gevoerd met de Onderdirekteur Technische Diensten de Direkteur van Onderwijs en de Minister van Onderwijs voor wie de bewakings- en schoonmaakbedrijven hun diensten verlenen. Tot nu toe hebben de gesprekken niets opgeleverd. Integendeel is de situatie juist verslechterd. “Ook brieven naar de Assemblee-voorzitter en de President van Suriname worden niet beantwoord, laatstaan om ons te ontvangen voor een onderhoud”, zegt de leidinggevende van een schoonmaakbedrijf. Minister Robert Peneux van Onderwijs zou alles in het werk stellen opdat alle achterstallige betalingen ingelopen zouden worden. “We zijn nu tien maanden verder en de gedane belofte is uitgebleven. Recentelijk heeft het ministerie ons de reçu’s van augustus tot en met december doen toekomen over het jaar 2015. De gelden van januari tot en met december 2015 met uitzondering van juni en juli zijn nog steeds niet uitbetaald”. De bewakings- en schoonmaakbedrijven vinden dat je aan reçu’s op zich niets hebt; het bedrag moet uitbetaald worden. In december 2015 heeft het Ministerie van Onderwijs mondeling de contracten van 2016 voor een jaar verlengd. “Het Ministerie heeft op 30 december 2015 wederom beloofd alle betalingsachterstanden in het eerste kwartaal van 2016 te zullen betalen. Er is ons toen gevraagd om voor nog een jaar de diensten te blijven verlenen in afwachting op een nieuwe overeenkomst. De bedrijven hebben hun nieuw contract tot op heden niet ontvangen.
De bewakings- en schoonmaakbedrijven worden door het ministerie van Onderwijs verwezen naar Financiën en omgekeerd. Zo worden wij van het kastje naar de muur gestuurd.
De opdrachtgever in deze het Ministerie van Onderwijs moet ervoor zorgen dat de gelden voor geleverde diensten betaald worden. Nota bene door de ontwaarding van onze Surinaamse dollars lijden de bedrijven nu veel verliezen. Reeds zijn er al een aantal bedrijven failliet gegaan en zijn opgehouden te bestaan. Andere bedrijven betalen de arbeiders al langer dan 5 maanden slechts een halve maand salaris uit wat natuurlijk aan de kwaliteit van de bewaking en schoonmaak gaat inboeten. De werklust en discipline valt helemaal weg bij de arbeiders. Komt nog bij kijken dat het Ministerie van Onderwijs controle uitvoert en de afwezige bewakers niet worden uitbetaald. “De overheid is 18 maanden achter met betaling en dan verwacht men nog dat wij optimaal onze bewakers moeten inzetten om te bewaken. Waar moeten de bedrijven de salarissen halen om uit te betalen”.
De schoonmaak- en bewakingsbedrijven hebben juist de kansarmen in dienst (o.a.vaak alleenstaande moeders bij de schooonmaakbedrijven) en dreigen nu hun banen te verliezen.
“In deze spreken wij over een totaal van ongeveer 1200 arbeiders vertegewoordigende een gezinhuishouding van bijkans 4800 personen. De bewakings- en schoonmaakbedrijven zijn de situatie beu om steeds in een bedelaarspositie gezet te worden als het gaat om uitbetaling.
De bedrijven komen vanwege de situatie in heel zwaar weer te verkeren daarzij in grote liquiditeitsproblemen zijn geraakt en zo hun verplichtingen jegens de medewerkers niet of nauwelijks kunnen nakomen. Bij de banken is hun kredietplafond reeds bereikt en ze hebben geen mogelijkheden om uit de situatie te geraken; het voortbestaan van hun bedrijf is hierdoor in gevaar gekomen.
Stopzetting dienstverlening na 31 oktober 2016
Deze situatie noopt de bedrijven ertoe om na 31 oktober 2016 de dienstverlening aan het ministerie gedwongen te stoppen. Dit zal erin resulteren dat leerlingen en leerkrachten de leslokalen en toiletten zelf zouden moeten onderhouden en de diefstallen op de scholen schering en inslag zullen zijn. “Wij en de arbeiders, die het meest leiden door de slechte betaling voelen ons daarom heel erg miskend, beledigd en gediscrimineerd door het Ministerie van Onderwijs.

error: Kopiëren mag niet!