Parea, de vereniging van gay professionals in Suriname komt uiterlijk 17 juni 2017 met een document om actief beleid te voeren met betrekking tot inclusiviteit en diversiteit van de LGBT gemeenschap op de werkvloer. Het document zal worden gelanceerd als de Verklaring van Paramaribo. Dit is de belangrijkste uitkomst van de Workplace Pride Conferentie die op 9 juni is gehouden in de ballroom van hotel Torarica. Niet gouvernementele organisaties, het bedrijfsleven en de politiek hebben toegezegd mee te werken aan het opstellen van deze verklaring. Gekozen is voor 17 mei omdat dan wereldwijd de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie wordt herdacht.
Parea-voorzitter Juan Pigot zei in zijn openingstoespraak dat het belangrijk is dat het bedrijfsleven werkt aan het incorporeren van vraagstukken met betrekking tot Lesbian Gay Biseksual en Transgender (LGBT) gemeenschap in hun dagelijkse bedrijfsvoering. Werknemers moeten hun werkzaamheden kunnen uitvoeren zonder enige vrees voor discriminatie als zij openlijk voor hun seksuele geaardheid uitkomen. Via de conferentie is daarom een belangrijke stap gezet om het bewustzijn over dit onderwerp aan te wakkeren.
Mascha Baak Plaatsvervangend Chef de Poste van de Nederlandse Ambassade benadrukte dat Nederland de LGBT rechten ziet als human rights en die altijd zal waarborgen en verdedigen. Ook op de werkvloer.
John Courthar, die namens het Minister van Arbeid een toespraak hield, benadrukt dat onder meer de Pensioenregeling niet in de hij/zij vorm is geschreven. Het ministerie is daarom genoodzaakt de wet ongeacht de seksuele voorkeur van een werknemer, toe te passen op diens partner. De gender neutrale collectieve arbeidsovereenkomst (cao) van Staatsolie, die relaties van werknemers met iemand van hetzelfde geslacht erkent, heeft als basis gediend om het begrip partner in de Pensioenregeling te definiëren. Bij het regelen van LGBT-rechten vindt Courthar, die de toespraak van minister Moestadja gehouden in Geneve op 8 juni bij de 105de internationale arbeidsconferentie van de ILO als leidraad gebruikte, wel dat rekening gehouden moet worden met gevoelens in de maatschappij. Suriname heeft een gemeenschap die voor een belangrijk deel gedreven wordt door religie.
Staatsolie-directeur deelde de ervaring van zijn bedrijf, dat al langer dan tien jaar een gender neutrale cao heeft. “In de top waren we het al snel over eens dat iedereen binnen ons bedrijf gelijk is”, verwees hij naar het corrigeren van de cao in 2005. Toen vroeg een medewerker voorzieningen aan voor zijn partner van hetzelfde geslacht. De weerstand die toen vooral bij de vakbond van het bedrijf ontstond werd uiteindelijk na veel discussies overwonnen. Elias vindt het tijd dat dit een normale norm wordt voor werkgevers. Staatsolie is daarom bereid om haar ervaring met andere bedrijven te delen.
Boris Dittrich van Human Right Watch benadrukte in zijn inleiding dat de tijd van ‘don’t ask don’t tell’ achterwege moet worden gelaten. Suriname is geen eiland maar maakt deel uit van de interntionale gemeenschap. “De tijd van zwijgen en onder de tapijt vegen is voorbij”.
Hij roemt het initiatief van Parea en adviseert de organisatie om bondgenoten te zoeken buiten de eigen groep. Davind Poulard van de international overkoepeling Workplace Pride Foundation is zich ervan bewust dat veel werkgevers niet weten hoe met deze materie om te gaan. Hij benadrukt dat de LGBT-gemeenschap altijd een minderheid zal zijn, maar nooit de strijd voor haar mensenrechten moet opgeven.
Parea blikt terug op een geslaagde conferentie, is tevreden over de participatie van het maatschappelijk middenveld en kijkt uit naar het moment van de presentatie van de Verklaring van Paramaribo.
