Een vergelijking en het verschil

Velen binnen de samenleving zijn nogal onverschillig als het gaat over de ontwikkeling van Suriname. Er wordt waarschijnlijk slechts gelet op zaken als de ongebreidelde situaties rond het grote aantal auto’s op straat, of de vele winkelbedrijven die als paddenstoelen uit de grond verreizen. Daaruit wordt vaak de conclusie getrokken dat we leven in een land vol welvaart en welzijn voor iedereen. Dit is uiteraard een zeer optimistische benadering. Het is immers een vertekend beeld van de werkelijkheid waarin wij thans verkeren. De ontwikkeling van een land is te meten met de hoofdzakelijke mate van ontplooide economische activiteiten binnen die samenleving. De voorgaande overheden hebben deze activiteiten helaas binnen hun beleidsperiode niet weten te bevorderen. Integendeel zijn de vele productieactiviteiten die er waren aanmerkelijk terug gevallen, hetgeen betekent dat de staatsinkomsten ook drastisch zijn verminderd. Maar de vaste lasten voor de staatshuishouding zijn onveranderd gebleven. Er blijken nu binnen onze samenleving personen te zijn die de huidige slechte economische situatie van het land moedwillig verkeerd of niet op een gepaste wijze interpreteren. Men gaat te lichtvaardig over met de gevolgen die hieruit kunnen voortvloeien en de werkelijke oorzaak wordt helemaal niet in ogenschouw genomen. De vorige en de huidige regering worden beschuldigd van wanbeleid met betrekking tot hun bestedingspatroon en zij worden er ook van beschuldigd geen rationele beleidsbeslissing te hebben genomen voor het sluiten van een lening met buitenlandse bankinstellingen. Het is in deze belangrijk een vergelijking te maken tussen het verleden en het heden met betrekking tot de ontwikkeling van Suriname. De politieke leiders van het land hebben na het verkrijgen van de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 het land naar eigen inzichten verder bestuurd. Er was voor de verdere ontwikkeling van Suriname een goede basis gelegd door het ex-moederland. Behalve de bloeiende productiebedrijven die er bestonden en ook de exporten van diverse eindproducten werd er ook nog een enorm groot kapitaal aan Suriname geschonken. Suriname had duidelijk met deze hulpmiddelen de optimale mogelijkheid om het land binnen korte termijn economisch weerbaar te maken. Vooral met de beschikbare eigen potenties die er waren. Dat het land thans in een financiële debacle is komen te verkeren is heel duidelijk te wijten aan de kwaliteit van het leiderschap van Suriname gedurende de afgelopen decennia. Doordat Suriname toen zo verzekerd was van financiële hulp uit het ex-moederland konden zonder enige twijfel de ontwikkelingsgelden worden mede gerekend op de jaarlijkse staatsbegroting. En deze gelden werden naar eigen inzichten van de toenmalige leiders besteed. Vanwege de politieke machtsstrijd die er steeds was kon er naar alle waarschijnlijkheid geen gunstige adequate en algemene ontwikkelingslijn voor welvaart en welzijn voor land en volk tot stand worden gebracht. De visie van de huidige regering onder leiding van President Bouterse met betrekking tot de verdere ontwikkeling van ons allen geliefd Suriname is tot nog toe gericht op naastenliefde en niet zo zeer op voorkeur van ras- en of partijgenoten zoals voorheen. Alleen op deze wijze kan dan de armoede in Suriname die gedurende decennia is gegroeid binnen korte termijn worden bestreden. En omdat de regering niet kan genieten van ontwikkelingsgelden als bovengenoemd is zij genoodzaakt leningen aan te gaan bij hoog erkende internationale leenbanken. En dit is natuurlijk het belangrijkste verschil tussen vroeger en heden. Het is thans een dringende noodzaak om voor de wederopbouw van ons land en om er gelukkig te kunnen vertoeven leningen aan te gaan want pas dan zijn we wederom in staat om gezamenlijk een natie te vormen.
Edward Marbach

error: Kopiëren mag niet!