Reeks arbeidswetten in pijplijn

Door de minister van Arbeid is een indrukwekkend programma wat betreft de bescherming van werknemers gepresenteerd in de DNA gisteren. Door de minister is een reeks van wetten beloofd die alles bij elkaar nagenoeg het gehele spectrum van de arbeidsregels betreft. De arbeidswetgeving wordt overal, ook in Nederland, aangeduid als te zijn complex en vaak onderhevig aan verandering. Dat laatste is niet het geval geweest in Suriname. We kennen wetten uit begin jaren ’60 en zelfs naar verluidt de jaren ‘40. De wijziging van de oude arbeidswetten van Suriname is al een hele tijd aan de orde, maar nu pas schijnt er schot in de zaak te komen. Een reeks van wetten is al volgens de minister door de raad van ministers gepasseerd en dat betekent dus dat de regering in eerste aanleg geen bezwaar heeft tegen de aanname van deze wetten. Het is de president die de door de raad goedgekeurde wetten moet voorleggen aan DNA, waar uiteindelijk de aanname plaatsvindt. De president laat zich eerst goed informeren en adviseren door de Staatsraad, voordat hij de wetten zal doorsturen naar DNA voor aanname. Na jaren is het voor het eerst dat opeens ongeveer 6-7 wetten door de raad tegelijk erdoor zijn. De minister heeft er voor dit jaar nog een zware in de pijplijn en hij noemde ontslagwet, veiligheidstandaarden, zwangerschapswet en discriminatie op de werkplaats. Als het Arbeid lukt om al deze wetten zonder vertragingen in de wetgevingsbureaucratie te blijven pushen, dan is het reëel en haalbaar dat binnen deze regeertermijn de gehele arbeidswetgeving zal worden gemoderniseerd. Dat zou zeker een mijlpaal betekenen en ons internationaal maar zeker regionaal een zekere naam bezorgen. We zouden als model kunnen dienen bijvoorbeeld binnen de Caricom wat betreft de modernisering van de nationale arbeidswetten. De wetten die door de raad door zijn, zijn volgens de minister betreffende de uitzendbureaus, bemiddelingsbureaus, vakbondsrechten en plichten, collectieve arbeidsovereenkomsten, de arbeidsinspectie en sociaal dialoog. Dat is een behoorlijk deel van de arbeidswetgeving. We zeiden bij de aanname van de minimumloonwet dat bij wetgevingsvorderingen de rol van de ministers niet is te onderschatten. Dat geldt nu, alleen is de load is nu vele malen zwaarder dan toen wij deze opmerking plaatsten in 2014. Technocraten zijn uitgespeeld binnen de grenzen van het ministerie. Het verdere spel wordt in uitdagende milieus gespeeld door de minister, bijvoorbeeld in de raad van ministers en uiteindelijk in de DNA. Er is uit de afgelopen decennia een minister bekend, die heel lang in DNA heeft gestaan om wetten achter elkaar goedgekeurd te krijgen. Dat is de minister van Juspol uit de NF-periode. De noodzaak was een combinatie van nationale noodzaak en verdragsverplichtingen. Als alles volgens planning verloopt, zal het nu de minister van Arbeid zijn die lang in DNA zal moeten staan om al deze wetten goedgekeurd te krijgen. Ook nu is het een combinatie van nationale noodzaak en internationale verplichtingen. Toen de PL-voorzitter op een bepaalde manier in de media was getreden bij het uittreden van deze minister uit zijn partij, hebben wij hier aangehaald dat de PL met dat vertrek een belangrijke intellectueel was kwijt geraakt. In zijn tegenreactie heeft deze minister een zeker niveau waarvoor hij bekend is, in stand gehouden. Het is in elk geval gedurfd van deze minister om een zware reeks van wetten aan te kondigen, maar daarbij ook vorderingen te melden. In de reeks van de minister missen we nog wetten, die van toepassing zijn op het oplossen van arbeidsconflicten niet alleen bij de private bedrijven, maar ook bij de overheid. Het bekijken van deze regels is van belang, omdat wij lessen hebben geleerd van de wijze waarop recent door een multinational is omgegaan met de Bemiddelingsraad. Deze raad is qua opzet enkele decennia oud en behoeft ook modernisering. Door de DNA is niet onterecht de link gemaakt tussen de naleving van arbeidsregels en het uitbesteden van werk aan bedrijven. Internationaal is het wel een gangbare praktijk in landen met een sterk op rechten geconcentreerd systeem dat overheden hun partners en hun leveranciers van goederen en diensten ertoe dwingen om schone producten te leveren, dus producten waaraan net het bloed van werkers kleeft. Regeringen worden internationaal aangespoord om in hun aanbestedingscontracten standaard op te nemen dat de wetgeving wordt nageleefd en soms gaat men zelfs verder door op het sociale vlak meer op te leggen dan de wet voorschrijft. De lucratieve deals leveren dan een win-winsituatie op. Het bedrijfsleven is bezig om MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) te propageren, maar de regering moet dat ook doen middels haar contracten. Het klinkt cliché, maar het is belangrijk om op te merken. Op gegeven moment kunnen de arbeidsregels in Suriname gezuiverd en up to date zijn, maar dan zal het liggen aan de controle en naleving. Op dat punt is er over de hele linie een zwakte en Arbeid is daarbij geen uitzondering.

error: Kopiëren mag niet!