Minowc moet beleid geweld op school uitdragen

Daags terug heeft een bericht over de vermeende mishandeling van een kleuter voor wat discussies gezorgd in de samenleving. Opmerkelijk zijn ook de reacties geweest van het schoolhoofd en een inspectiefunctionaris. Het verhaal is in het kort dat een ouder haar kind huilend aantrof op school toen zij hem ging ophalen. De verklaring van het kind was dat hij door de leerkracht was geslagen op de borst. Er zou ook een zwelling zijn opgetreden. Het kind is zodanig bang dat hij niet meer naar die betreffende school wil en kennelijk op een andere school zal worden gezet. Als dit allemaal waar is, dan kan het een traumatische ervaring zijn geweest voor de jongen. De vraag rijst waarom de moeder niet door de leerkracht of de school is gebeld over de huilende kleuter. Het is mogelijk dat de juf zich heeft laten gaan, dat moet niet worden uitgesloten en daarom is er een onderzoek gaande. Voor het geval het is gebeurd – dat de juf de jongen een slag heeft toegebracht – mag verwacht worden dat maatregelen worden getroffen om verzachtend op te treden.
Overigens is het duidelijk dat het slaan van kinderen uit ons onderwijs is verbannen. Dat is genoegzaam bekend bij de leerkrachten en inmiddels ook bij de ouders en kennelijk ook bij de kinderen. Dat is een systeem dat niet alleen hier in Suriname geldt. Wel moet worden opgemerkt dat het opvoedingssysteem moet aansluiten op dat van thuis, dus ook hier is slaan uit den boze. Dit laatste is niet goed doorgedrongen bij alle ouders. Ouders die slaan als opvoedingsinstrument thuis hanteren, zullen een probleem veroorzaken voor de leerkracht op school die niet mag slaan. Welk ministerie moet het opvoedsysteem van de ouders beinvloeden? Het lijkt nu wel een zaak van Sport- en Jeugdzaken en wellicht ook van Binnenlandse Zaken. Programma’s waarin getracht worden ouders te sturen met betrekking tot het slaan, zijn niet als zodanig bekend, althans die zijn niet zo ruim van aard dat het grote delen van de ouders bereikt. Heeft de Staat een opvatting over het slaan (niet mishandelen) van de eigen kinderen thuis? Ook deze opvatting is niet al te geweldig bekend, zo die zou bestaan. Er is wel een groep burger die voorstander is van slaan in de opvoeding, omdat men ervan overtuigd is dat het een positief effect heeft op de vorming van het kind. Heel vaak verwijst men naar zichzelf als het bewijs dat het niet ernstig is. Voor de thuissituatie is het toch een onduidelijke zaak. Maar het onderwijsbeleid geeft wel een beeld dat slaan ook thuis uit den boze moet zijn. In het onderwijs zijn wel sessies geweest met de leerkrachten en zijn de regels met betrekking tot het slaan heel duidelijk. In het kader van het moderne onderwijs is dit beleid onvermijdelijk. Er zijn ook onderwijzers die niet helemaal happy zijn met de regel dat slaan in de klas en op school niet mag, maar de regels zijn duidelijk.
In het geval van de eerste schooldag van de kleuter is opmerkelijk de houding van het schoolhoofd en de functionaris van inspectie. Het schoolhoofd heeft de dagelijkse leiding over de school en ook over het leerkrachtenkorps. De codes die de leerkrachten in acht moeten nemen moeten door het schoolhoofd bewaakt worden. In dit onderhavig geval is wel gemist dat het schoolhoofd aangeeft wat de codes zijn waaraan leerkrachten zich moet houden. Van het schoolhoofd werd ook verwacht dat ze een uitspraak deed over het beleid van de school en het Minowc met betrekking tot het slaan van leerlingen. Deze functionaris heeft over de regels die gelden niets gezegd, alleen verklaard dat het nog niet bekend is wat er zich preces heeft afgeseeld. Belanghebbenden moeten een onderzoek afwachten, is de standaardformulering welke door de functionaris is gebruikt. Dat duidt erop dat men de leerkracht heeft willen beschermen. Dezelfde houding is ook te proeven bij de functionaris van Inspectie Minowc. Ook zij verwijst naar een onderzoek, maar verzuimt om te verwijzen naar het beleid met betrekking tot het slaan dat gehanteerd wordt. Van deze functionaris is ook gemist dat die het bijzondere beleid met betrekking tot ‘kleuteronderwijs’ benadrukt. Ook zou het goed zijn geweest als ze aangaf wat het beleid van Minowc is wanneer het gaat om leerkrachten die zich incidenteel of structureel hebben laten gaan, wat er geboden wordt aan begeleiding en waar Minowc een streep trekt. Ook hier is de indruk ontstaan dat collega’s elkaar proberen te coveren. Er is een algemeen beleid met betrekking tot het toepassen van geweld door leerkrachten op scholen. Dat beleid moet bij tijd en wijle door Minowc voor de burgerij worden herhaald, vooral als dat beleid onder druk komt te staan. Leerkrachten in Suriname komen nagenoeg allemaal uit een periode waar slaan normaal was, ook de schoolhoofden. Constante begeleiding op dit stuk is ook nodig. De methodes van het toepassen van alternatieve strafmethoden moet steeds worden opgefrist zodat leerkrachten zich niet aan handen en voeten gebonden voelen.

error: Kopiëren mag niet!