In tegenstelling tot God is de aanwezigheid van de president in Suriname niet ondubbelzinnig. Het zijn vooral armen en ongeschoolden die de president ondubbelzinnig vereren en aanbidden. De meeste weldenkenden hebben juist hun twijfels over de voortdurende vergoddelijking van de president. Voor de een is hij een perfecte duivel. Voor de ander is hij geen ware god, maar iemand die zich berekenend op een afstand houdt en geen inhoud heeft. Hij kan, oog in oog met zijn aanbidders, zonder tegenspraak, een goede show geven, maar schittert liever niet in een kritisch debat. Het draait allemaal om zijn aanwezigheid, presentatie en charme. Voor de oude politiek is hij een nachtmerrie. Dat waren afstandelijke mannen in nette pakken met ernstige gezichten, die buiten beeld ongetwijfeld een grote grijns op hun gezicht kregen, omdat ze hun eigen zaakjes weer goed hadden geregeld. Hij heeft de gave om aan te sluiten bij dat deel van het volk waarop een beetje wordt neergekeken, en daarmee stemmen te winnen. Helaas heeft hij als machthebber niet kunnen voorkomen dat oneerlijke mensen zich ten koste van de staat hebben verrijkt. Hij heeft zich ook niet erop toegelegd om de corrupte houtluizen te verjagen uit het schip van staat, waarin zij zich zo comfortabel hebben genesteld. Ook bij hem krijgen alleen supporters banen en voordelen. Hij heeft zelf ook niet altijd het rechte pad bewandeld. Veroordeling voor drugssmokkel, verdenkingen van moord en mensenrechtenschendingen blijven hem achtervolgen, als een jeuk waartegen zalfolie niet helpt. Zijn slachtoffers hebben slechts de troost dat er zoiets bestaat als oorzaak en gevolg en dat misdaad niet voor altijd ongestraft zal blijven. Hij heeft zijn aanvallen gericht op Nederland en de VS, maar de meeste Surinamers identificeren zich juist met die landen als het gaat om wetenschap, techniek, cultuur, amusement, management en mensenrechten. Voor die zaken gaat men niet naar Haïti, Venezuela, Nigeria of Equatoriaal Nieuw-Guinee.
De afgelopen vijf jaar is veel rijkdom (goud, olie, hout) uit de grond getrokken, maar geen rijkdom geproduceerd. De economie is er als geheel niet beter van geworden. Het geld is royaal en onverstandig uitgegeven. Alsof prijzen voor grondstoffen altijd hoog blijven en niet schommelen. Er is geen kasreserve opgebouwd om een tijdelijke stop of drop in inkomsten op te vangen en leningen terug te kunnen betalen. De kas is nu leeg en de buikriem moet worden aangetrokken. Kortzichtigheid en verkwisting hebben gewonnen en zijn beloond met nog vijf jaar. “Pietje,” zegt de leraar, “je hebt te veel onvoldoendes hoor, maar ik laat je toch overgaan, omdat ik je zo aardig vind.” Zo gaat het.
De president heeft gewonnen door zijn populair socialisme. Maar dit heeft de economie eerder verzwakt dan versterkt. Er is zeker wel wat gedaan voor de armere mensen, maar coöperaties zijn niet aangemoedigd, het stedelijk vervoer, het onderwijs, de gezondheidszorg, de veiligheid, de huisvesting, het milieu, de dienstverlening en de productiviteit zijn niet veranderd. De nobele gedachte om de armen via sociale programma’s meer geld te geven, is niet ondersteund door voldoende financiële dekking. Het is een mentaliteit van geld lenen, uitgeven en hopen dat later terug te kunnen betalen. De geschiedenis van Afrika leert ons dat grondstoffen eerder een vloek dan een zegen zijn, als door politieke spelletjes en corruptie een kleine kliek de hulpbronnen in handen probeert te krijgen. In Suriname krijgen velen olie-, goud- of houtkoorts en wordt een fatsoenlijke organisatie van het land verwaarloosd. Jongeren zien anderen snel rijk worden en willen dat ook. School is dan verspilde tijd. Natuurlijke hulpbronnen zijn niet voldoende voor duurzame economische groei. Gedragsverandering is ook nodig. Gedrag kan alleen veranderen door: 1) transparantie, controle en verantwoordelijkheidsplicht van de overheid, 2) vrijheid van meningsuiting en een vrije pers, 3) minder ambtenaren en een betere kwaliteit van het werk dat door ambtenaren wordt afgeleverd, 4) eerlijke marktwerking, 5) een rechtsstaat waarin het naleven van contracten kan worden afgedwongen, 6) controle van corruptie, zodat publieke functies niet worden gebruikt om voordelen voor jezelf te verkrijgen en 7) een beter opleidingsniveau en vaardigheden van werkenden. Etnische verdeeldheid en cultuurverschillen hebben ook een negatieve invloed op economische groei. Denk aan etnische overheersing, of aan zuinigheid, ijver en dienstbaarheid tegenover spilzucht, luiheid en losbandigheid, of het niet starten of afmaken van goede projecten uit wraakzucht, omdat het idee van iemand is die niet op jou lijkt. Een sterke populaire leider kan zorgen voor de noodzakelijke gedragsverandering. De afgelopen vijf jaar is dat niet gebeurd. Het geld dat er was, is gebruikt om groepen te paaien en tevreden te houden, om juist de roep om verandering te verminderen, en corruptie is de norm geworden en geen punt meer van zorg. Het geld dat straks de staatskas in rolt, zal beter moeten worden beheerd. Ambtenaren moeten beter worden gecontroleerd en machthebbers mogen niet te veel vrijheid krijgen om onnadenkende uitgaven te doen. De president heeft voldoende waardering gekregen van de kiezers. Wie de recente geschiedenis van Suriname kent, weet dat democratie niet echt in zijn DNA zit. In de jaren 80 heeft hij zonder rem gebruik gemaakt van de machtsmiddelen die de alleenheerschappij hem bood; toen werd al duidelijk hoe hij in elkaar zit. Zijn aanwezigheid blijft dubbelzinnig: inspirerend en irritant, despoot en democraat, ondeugden en goede eigenschappen die elkaar ongeveer in evenwicht houden. Hij moet voorkomen dat de buikriem de armen zo ondraaglijk gaat knellen, dat ze de straat op rennen om te gaan rellen.
D. Balraadjsing