Mevrouw G.H. geeft tegenover Dagblad Suriname te kennen slachtoffer te zijn van frauduleuze praktijken van een werknemer van een bekende landmeter. Deze landmeter kan volgens G.H. zijn werk niet verrichten doordat hij een beroerte heeft gehad. De landmeter zou werkzaamheden hebben laten uitvoeren door zijn echtgenote, een werknemer C. en zijn (pleeg)kinderen. De benadeelde geeft aan dat er onjuiste metingen zijn gedaan en een onjuiste kaart is gemaakt. De klant is niet tevreden met de werkwijze van de werknemer en eiste correctie. Na dit aan de vrouw van de landmeter te hebben medegedeeld, kreeg zij te horen dat ze ‘lastig’ deed. Mevrouw G.H. heeft een aanbetaling gedaan van SRD 300 die zij terugeiste, maar niet terugkreeg. Uiteindelijk heeft het slachtoffer de opmeting laten doen door twee andere landmeters. De benadeelde betreurt de werkwijze van de landmeter en vraagt zich af hoe iemand die zelf aangegeven heeft tegen gesjoemel te zijn, deze werkwijze handhaaft.
Dagblad Suriname nam contact op met de echtgenote (mevrouw W.) van de landmeter die inderdaad aangeeft zaken met G.H. gedaan te hebben. W. geeft aan dat zij eigenlijk geen zaken met de mevrouw wilde doen, omdat G.H. in het begin al aangegeven had met verschillende landmeters gewerkt te hebben die niet goed werk hadden verricht. Zij besloot toch de dame te helpen, waarna de problemen begonnen. Er ontstond een probleem bij de meting doordat er op het andere perceel een toiletgroep stond die het plaatsen van palen in de weg stond. Dit is ook aan de klant gezegd, ‘maar zij kwam steeds terug dat zij de meting opnieuw wilde laten verrichten’, aldus W. ‘Op een gegeven moment is haar kaart opgemaakt en moest G.H. hem afhalen en het restant betalen. De dame is niet meer teruggekomen’, aldus W.
