De zegening van het alternatief

Op het netvlies van de gemeenschap staat reeds geruime tijd het schouwspel tussen delen van het parlement, politieke onvolgroeidheid weergevende, waardoor een blokkade in het samenspel tussen regering en parlement in ons land is opgeworpen. De kweekvaders van dit voortbrengsel zitten hier en daar nog in de huidige formatie van het ‘hoogste college van staat’.De democratie zit klem, want de wisselwerking tussen openbaar bestuur en het volk is nu totaal ontregeld. Als in een maatschappij begrippen als gezin, onderwijs, volksgezondheid, economie en rechtspraak tot instituties worden gerekend, waarom zouden wij de politiek als begrip niet evengoed tot een onzer instituties mogen rekenen? Zoals de religie en de vakbeweging? Of zoalsde democratie en rechtsstaat. Maar die democratie, die rechtsstaat, zijn bij de huidige stand van onze Surinaamse zaak op slot gedaan. Deze uitspraak mag dan voor fatalistisch worden versleten, maar is onze democratie niet reeds geruime tijd ernstig beschadigd door hetgeen wij als burgers, als ondernemers, als werkers, als studenten, als organisaties thans meemaken? Opmerkelijk is het toch, dat elke misslag van de regering, hetzij de regeringsleider, hetzij een minister, spoorslags wordt aangegrepen om ons uit te leven in onze drang naar kritiek , terwijl wij als burgers een opmerkelijk lankmoedige houding jegens het Surinaamse parlement, neen, tegen de huidige formatie daarvan, ten toon spreiden. Vanwaar die tolerantie, waar het om zoveel miskleunen van onze volkvertegenwoordiging gaat? Is er werkelijk zoveel moed en durf nodig om daarover onze stem publiekelijk, onder het kenbaar maken van naam en toenaam, te doen horen? Want hetgeen zich thans in politiek Suriname voltrekt, is ronduit schandelijk. De politieke interactie als mechanisme tussen regering en het volksvertegenwoordigend orgaan is buitenwerking gesteld door de vertoningen vanuit het ‘geachte college’, een manifestatie van volksminachting, die wij vanaf de zijlijn mogen aanschouwen. Die richt zich tegen alle lagen en segmenten van ons volk, tegen de leraar, de arbeider, de medicus, de ondernemer, de gezondheidswerker, de huisvrouw , de bejaarde, de student, ga zo maar door. Desondanks dreigt een deel van het college onverhoeds met een aanklacht tegen de regering met betrekking tot de wijze waarop sociale wetten recentelijk door de molen zijn gegaan. Toegegeven: het schort nog aan de volledigheid daarvan. Doch de vraag die anderzijds rijst , is wie in Suriname het recht heeft een plichtsverzakend college, functionerende op de grondslag van volmacht door het volk, voor het gerecht te slepen ter zake van ondermijning van de democratie, van de rechtsstaat en van de wetgevende arbeid?Niemand! Gaat u maar na: artikel 50 van de Grondwet schrijft sedert 1987 voor: ‘het beleid inzake sociale zekerheid voor weduwen, wezen, bejaarden, invaliden en arbeidsongeschikten wordt bij wet aangegeven’. Let wel: sedert het jaar 1987!Het alternatief bracht te elfder ure redding: een assembleelid ter andere zijde van de vergaderzaal kiest voor de andere route, maakt gebruik van zijn optiemogelijkheid, zijn alternatief, en neemt formeel deel aan de vergadering, waardoor artikel 50 van de grondwet, na 37 jaren van miskleunen en vertrappen, eer kan worden aangedaan. Wie had het recentelijk vanuit die bewuste politieke organisatie weer over grondwetsschennis? Het fundament voor meer sociale zekerheid van zwoegende en andere burgers, is tenminste gelegd. Maar er kwam meer. Want zeer recentelijk heeft het alternatief elders zijn functionele waarde weer bewezen: de regeringsleider heeft de gebruikelijke route naar het parlementsgebouw, als gevolg van de anti- quorumstrategie, verlaten en is de weg ingeslagen naar de mediawereld. Via radio, beeldbuis en krant is het volk wederom geïnformeerd over de energieproblematiek in ons land. Het is te hopen dat van regeringszijde, onder de heersende omstandigheden, verder in alle objectiviteit gebruik gemaakt zal worden van de mogelijkheden die onze mediahuizen bieden voor het zo noodzakelijke contact met het Surinaamse volk. De kwestie van de huidige energieschaarste verdient veelvoudige aandacht van regering en samenleving. Immers, er mag niet aan voorbij gegaan worden dat de schoolpoorten spoedig heropend zullen worden. Het belang van scholieren en studenten bij de energievoorziening is immers even essentieel als de fundamentele betekenis van de stroomvoorziening voor de werkende gemeenschap in overheids- bedrijfs- en andere organisaties. Waar burgers steeds meer via de media communiceren met de overheid, en merkbaar steeds minder via hun vertegenwoordigers, heeft ook de regeringsleider de alternatieve mogelijkheid zich via dezelfde weg tot het volk te richten. De huidige parlementaire formatie heeft haar imago onherstelbare schade berokkend, heeft zeer recentelijk andermaal haar minachting getoond voor de regeringsleider en het volk, en mag, het kan helaas niet anders, in een staat van verloren legitimiteit verder voortsukkelen, weliswaar onder het genot van een onverdiend vorstelijk inkomen. De regeringsleider verdient alle ondersteuning in het gericht omgaan met het actuele energievraagstuk, waarbij wij allen nauw betrokken zijn.

Stanley Westerborg
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!