De genomineerde minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij, onderdirecteur Soeresh Algoe, heeft zich jaren op het ministerie van LVV uitgegeven als ir. (ingenieur), niet als ing. Soeresh Algoe is afgestudeerd aan de Unversidad Agraria in Cuba-Havana en zoals hij vaker aan een ieder laat weten, met het judicium ‘cum laude’. ‘Nadat hij zijn Natin afmaakte, vertrok hij met een beurs naar Cuba. Na 4 jaar keerde hij terug naar Suriname met een titel, waarvan men in Suriname kennelijk het niveau niet wist en kent. In het land der blinden is eenoog koning. In stad en platteland was hij ingenieur (ir.) geworden. Voorwaar, een hoogst vreemde titel voor iemand die in Cuba heeft gestudeerd.’
De Cubaanse praktijk leert ons dat het schoolbezoek verplicht is in de leeftijd van 6 tot 15 of 16 jaar (einde van de basisvorming). Het primair onderwijs duurt 6 jaar. Het voortgezet onderwijs is verdeeld in de basisvorming en vwo- onderwijs. Het curriculum in het primair en voortgezet onderwijs is gebaseerd op principes van “hard werken, zelfdiscipline en vaderlandsliefde”. Het basisschoolcurriculum omvat dansen en tuinieren, lessen over gezondheid en hygiëne en de Cubaanse revolutionaire geschiedenis. Aan het einde van de basisvorming kunnen de leerlingen kiezen tussen het vwo en het technisch en beroepsonderwijs. Tevens lezen we op de website ‘Study in Cuba’ dat het Cubaans hoger onderwijs is opgedeeld in drie fasen, ruwweg overeenkomende met het bachelor-, master – en doctoraal systeem. De eerste fase duurt meestal tenminste vier jaar, maar vijf tot zes jaar voor richtingen als geneeskunde.
‘Na 4 jaar terugkeren met als basis het Natin, doet een leek zelf realiseren dat men niet rechtstreeks toegelaten kan worden tot een universiteit, waar je een wetenschappelijke graad kan behalen. In heel veel landen, ook in Cuba, wordt een hogeschool ook een universiteit genoemd, waar men een bachelorgraad kan behalen. Hbo’ers zijn vaker zeer praktisch gericht, dat zou mede kunnen bewijzen dat Soeresh Algoe op de praktische situatie goed gericht is, zoals met zijn kassenprojecten. Kortom, juristen schrikken zich een hoedje. Immers, dat is toch een valse hoedanigheid aannemen en strafbaar gedrag vertonen door je voor een andere uit te geven dan waarvoor je werkelijk gestudeerd hebt? Voor Soeresh Algoe niet en dat je jezelf al zoveel jaren in Suriname publiekelijk kan uitgeven als drager van een wetenschappelijke titel, die je niet hebt. Kennelijk is toch alles mogelijk in Suriname, republiek van leugens en bedrog.’