Het was één en al rommel op de Centrale Markt zaterdagochtend. Surinamers die de avond ervoor over hun markt hadden zitten opscheppen tegen buitenlanders en hun persoonlijk wilden laten vergewissen van de wijze waarop nu ook met hygiëne werd rekening gehouden (daartoe gebracht door de grote schoonmaakt) kwamen er bedrogen uit. De markt is uit de dagenlange schoonmaakactie klant- en ondernemersonvriendelijk tevoorschijn gekomen. Overal lagen er bij de ingangen en bij de trappen vuil en rommel opgehoopt. Sommige ingangen waren nagenoeg door het vuil geblokkeerd. Standhouders, kopers en bezoekers baanden er hun weg, de neus ophalend. De situatie aangetroffen op de markt is het bewijs dat de markt niet in goede handen is en dat het moeilijke tijden doormaakt en zal doormaken. De politiek in Suriname heeft een oog in het rekruteren van misbaksels, omdat de betere kandidaten of weggaan of zich niet voor een vuil karretje willen laten spannen. Behalve de rommel was de markt nog overal nat en de kleur van het hangende water pikzwart. Een zaterdagochtend vroeg op de Centrale Markt is een ritueel voor veel Surinamers vooral die in de middelbare en oudere leeftijd. De Centrale Markt is Suriname en ook veel toeristen snuiven Suriname hier letterlijk en figuurlijk op. Het is fysisch een mengelmoes van groenten-, vruchten-, vis-, en vleesgeuren, doorgebakken met typisch Surinaamse kreten, accenten en dialecten. De regering en met name het ministerie van RO moet geen wanbeleid tolereren op de historische markten. Honderden personen en hun gezinnen zijn afhankelijk van de markt. Personen die de markt runnen als marktmeester moeten affiniteit hebben met de sector en niet daar zijn om een functie politiek in te vullen. W’wojo was enkele dagen gesloten voor een schoonmaak. Om precies te zijn, ging het in totaal om 6 dagen. Er is geen kredietwaardige organisatie van de marktstandhouders, maar de stadhouders klagen dat 6 dagen te lang is. Het lukte aan eerdere marktmeesters om de markt binnen 3 dagen helemaal schoon te hebben. De aanblik van de markt zaterdag, de eerste dag na de schoonmaaksluiting, was zeer triest en eigenlijk aanleiding om de marktmeester voor mismanagement ter verantwoording te roepen. Het moet van het hart dat het managen van de markt op een andere manier moet. In het management van de markt moet inspraak zijn van een directe belanghebbenden en dat zijn de markthouders. De markt kan niet door een niet betrokken en niet met de sector affiniteit hebbende politiek geregelde persoon op en autoritaire wijze (dictatoriaal) worden gerund. Er moet sprake zijn van een marktbestuur, waarin er sprake is van gedeelde verantwoordelijkheid. De standhouders herkennen zich niet in het management, het is aan hen opgelegd. De stand lijkt wel een gunst vanwege de overheid en voortgezet met de willekeurige gunst van de marktmeester. Deze laatste moet in de moderne structuur geen heer en meester zijn op de markt en alles maken en breken, zoals hij dat wil. Hij moet verantwoording verschuldigd zijn aan het marktbestuur, waarin vertegenwoordigers van de markthouders, RO, Volksgezondheid, HI en de consumentenorganisaties moet zitten. De oorzaak van het verval van de markt zit in de zogenaamde vriendjespolitiek, te beginnen met de aanstelling van marktmeesters waarover de standhouders geen formeel forum hebben om zich over uit te spreken. Vervolgens komt het netwerk van regelen en doorregelen tot stand. Men accommodeert vanuit de positie alles en iedereen in het kader van alle goederen en diensten die aan de markt geleverd moeten worden. Het is een algemeen verschijnsel in Suriname dat Surinamers geregelde banen en contracten niet vertalen in termen van een prestatieplicht. Men ziet het als het verkeren in een gelukkige omstandigheid, waarbij men voor niet of beduidend minder presteren, beloond kan worden. En daaraan denkt men als na een sluiting van zaterdag tot en met donderdag het publiek en de vaders en moeders die er een brood verdienen, niets anders dan een genegeerde stal aantreffen. Het moet duidelijk zijn dat er ontevredenheid is op de Centrale Markt onder de standhouders. De politieke hoek waaruit de ondersteuning van de marktmeester komt, kent geen binding met de standhouders, er zijn zelfs tegenstrijdige belangen, een situatie vergelijkbaar met die bij het openbaar vervoer. Het gevoel is geuit dat de leiding de standhouders aan het pesten en ‘breken’ is. Dit neemt men aan vanwege de duur van de sluiting en de dagelijkse autoritaire communicatie en de dreigingen. Men heeft geen familie en vrienden onder de standhouders en houdt geen rekening met de derving van inkomsten, wordt gezegd. De uitbesteding is dusdanig dat zelfs een eenvoudige schoonmaak niet kan plaatsvinden, men vermoedt een draaideurconstructie. Hoe je het ook draait of keert, de Centrale Markt is een stuk van de Surinaamse identiteit dat geconserveerd moet worden. Onze markt heeft regionale en internationale faam en is een pull factor bij het toerisme. Het is voor velen een business, a way of living en een way to make a living. De overheid moet in een publiek-private operatie met gedeelde verantwoordelijkheid, met meer garanties voor de standhouder/mede-investeerder/aandeelhouder, de markt rehabiliteren door bijvoorbeeld de trappen aan te pakken, de gangen weer te verharden, de rioleringen te vernieuwen en de stands zelfs te restaureren. Overgegaan moet worden naar een meer democratisch en participatorisch beheersstructuur, weg van het huidige patronage- en dictatoriaal systeem. Anders wordt de Centrale Markt eerst een verwaarloosde varkensstal om vervolgens te eindigen als een vuilnisbelt midden in historisch Paramaribo.