Concurrentievermogen opkrikken vereist meer dan wetten

De Competitiveness Unit Suriname (CUS) heeft de voorbije dagen met de betreffende stakeholders een voorstel van een zogenaamde omnibuswetgeving besproken. De omnibuswet moet bijdragen tot het verbeteren van het ondernemersklimaat. De wetgeving betreft een aantal verschillende conceptwetten. Die zouden soms wel tien jaar in conceptvorm zijn blijven liggen, zonder dat er wat mee werd gedaan. Uit het relaas blijkt dat de wetsvoorstellen al voorbereid waren technisch, maar dat ministers het niet hebben kunnen brengen naar een hoger niveau in de wetgevingsketen, bijvoorbeeld door het voor te leggen aan de Raad van Ministers. Uit de berichtgeving blijkt dat de wetten handvaten moeten bieden om te kunnen concurreren. Het blijkt dat in het betreffende kader al 80 conceptwetten zouden liggen. Men lijkt alvast te willen beginnen met een aantal, met name 15. Deze wetten zouden ervoor moeten zorgen dat de overheid en het bedrijfsleven volgens duidelijke richtlijnen met elkaar kunnen communiceren. Het gaat om verzamelde wetten op diverse gebieden, zoals het vernieuwen van de handelsregisterwet, intellectuele eigendomsrechten en auteursrechten. Traditiegetrouw zijn het de ministeries die wetsproducten voorleggen aan het parlement of in staat zijn voorstellen door te sturen naar de RvM. Het is van belang dat de betrokken ministeries die volgens de wetten verantwoordelijk zullen zijn met de uitvoering van de wet, belast worden met de administratieve voorbereiding en de verdere begeleiding van de wetten. Daarmee wordt de capaciteit binnen de ministeries ook gekweekt om verder om te gaan met de wetgeving en deze te evalueren en uit te voeren. Een wetsproduct, dat waarschijnlijk ook tot de wetgeving behoort die kan bijdragen aan een verhoogd concurrentievermogen, is zeker het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW). Deze betreft echter niet de communicatie tussen overheid en burger, maar behelst de relatie tussen de private natuurlijke en rechtspersonen in het maatschappelijk verkeer. Het NBW zal het hele zakenleven in Suriname vernieuwen en op een moderne leest schoeien. Het NBW is door de administratie al ruim meer dan 5 jaar voorbereid en ligt voor de burgerij al een aantal jaren bereikbaar op de betreffende overheidswebsite. De politiek heeft zich nog niet uitgesproken over deze conceptwetgeving, alhoewel men zowel voorheen als nu steeds zegt voorstander te zijn van een Suriname met meer concurrentievermogen. Ook het zakenleven op het microniveau heeft zich niet uitgesproken omtrent de nieuwe wetsvoorstellen, zoals die nu liggen in het NBW. Het is niet uitgesloten dat in de voorbereidingsfase het bedrijfsleven en de vakbeweging, als componenten van Tripartiet Overleg, erbij zijn betrokken. Wanneer wordt het NBW in DNA behandeld? Wat ons concurrentievermogen betreft, zien wij dat in de rangschikkingen van het World Economic Forum (WEF) Suriname in een aantal segmenten en subsegmenten van de algehele beoordeling en rangschikking een minder florissante positie inneemt. Suriname is in het Wereldrapport Concurrentievermogen (Global Competitiveness Report) 2013-2014 wel geklommen met 8 plaatsen in vergelijking tot het voorlaatste rapport 2012-2103. Inefficiënte overheidsbureaucratie, corruptie en gebrekkige financieringsmogelijkheden blijven de top 3 van de problematische factoren om business te doen in Suriname. Deze problemen zijn ook groter geworden in de afgelopen periode. De CUS moet dus primair aandacht besteden aan deze 3 punten. De volgorde in de top 3 meest problematische factoren om in Suriname zaken te doen, is onveranderd gebleven vergeleken met het voorlaatste rapport van vorig jaar. Het probleem van respectievelijk inefficiënte overheidsbureaucratie, corruptie en gebrekkige toegang tot financiering is alleen maar groter geworden, waarbij stijgingen van 2-10 procent werden genoteerd. Factoren die vorig jaar als minder problematisch werden ervaren, zijn dit jaar geklommen op de lijst. Het gaat om inadequaat getrainde beroepsbevolking en slechte werkethiek op de arbeidsmarkt. Inadequaat infrastructuur, gebrekkige capaciteit om te innoveren en als restrictief ervaren arbeidsregulering zijn ook problematische geworden. Andere probleempunten werden nu als minder drukkend ervaren, zoals beleidsstabiliteit, inflatie en politieke stabiliteit (coups). Een punt dat de CUS niet moet verwaarlozen in haar streven naar een meer competitief Suriname is het vertrouwen in politici. Het vertrouwen van het publiek in politici in Suriname is in vergelijking met het voorlaatste rapport afgenomen en zakte van plaats 110 naar 119. Er vinden volgens het rapport relatief meer onregelmatige betalingen en steekpenningen plaats. Het geloof in een onafhankelijke rechterlijke macht is met 3 plaatsen afgenomen. Er vindt relatief meer favoritisme plaats bij de besluitvorming door ambtenaren. De overheid is nu meer verkwistend en daalde op dit punt van een plaats nummer 84 naar 94. De transparantie in de formulering van het overheidsbeleid is ook afgenomen: van 121 naar 128 op de lijst. Het ethisch gedrag is in vergelijking met het voorgaande rapport ook niet erop vooruit gegaan; we zakten met 11 punten van 83 naar 94. Op het vlak van het macro-economisch klimaat en onderwijs scoren we relatief goed, maar dan weer slechter met de goederenmarkt- en arbeidsmarktefficiëntie van plek no. 130 respectievelijk 141 naar 135 en 146. Er is minder samenwerking tussen management en arbeiders als we kijken naar de lijst, omdat wij ook hier zakken van 92 naar 113. Er zou relatief minder flexibiliteit zijn in het vaststellen van de lonen. Wat betreft de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt en ons vermogen om skills aan te trekken, boekten wij ook een achteruitgang. Het laatste rapport van het WEF onthult veel en essentieel is dat het onze positie afzet tegen de rest van de landen. En het gaat bij concurrentievermogen om de vergelijking met die landen. De CUS heeft een zware taak, niet op te lossen met een aantal wetsproducten en falende burgers. De CUS moet weten waar te beginnen. Het best zou zijn om de inborst van de Surinamer te maken tot doelwit van de activiteiten.

error: Kopiëren mag niet!