Reactie op Centrale Bank en Nieuw Burgerlijk Wetboek

Zonder op het inhoudelijke van het door Ir. Richard Kalloe geschreven stuk in te gaan, lijkt het mij noodzakelijk enige absolute onwaarheden m.b.t. de geschiedenis van de nieuwe bankwet te corrigeren en de juiste feiten in de juiste context te plaatsen. Dat ik als president van de Centrale Bank opdracht gegeven zou hebben tot het maken van een nieuwe bankwet aan de FIAS, is onjuist. Dat een concept bankwet door de financiële sector zou zijn afgewezen omstreeks 1998 is eveneens onjuist. Het is te betreuren dat over zulke belangrijke zaken zo lichtvaardig met de werkelijke feiten wordt omgesprongen terwijl de hele recente geschiedenis vanaf 1997 m.b.t. de totstandkoming van financiële wetsproducten op papier is vastgelegd in diverse geschriften en in de media.
In de periode 1997 – 1999 is een omvangrijk samenhangend beleidsprogramma betreffende de modernisering , hervorming en versterking van de financiële sector door mij geïnitieerd i.s.m. het ministerie van Financiën en gefinancierd door de Inter-American Development Bank (IDB) . Het doel was het maken van een modern financieel economisch raamwerk ter bevordering van een gezond investeringsklimaat, verbreding van productie en duurzame groei.
De wetgevingsproducten die in concept gereed zijn gemaakt betroffen:
1. de bankwet, met als kernpunt het wettelijk aan banden leggen van monetaire financiering van zowel de centrale bank als algemene banken;
2. de wet op financiële Instellingen;
3. de wet op verzekeringsmaatschappijen;
4. de wet op pensioenfondsen;
5. de deviezenwet;
6. de investeringswet.
Deze wetten zijn voorbereid door een samenwerking tussen:
1. een Commissie, onder voorzitterschap van de heer mr. H. Wormer, en leden aangewezen door Justitie, Financiën, Handel en Industrie en de Centrale Bank van Suriname
2. het gerenommeerde advocatenkantoor Holland and Knight (gevestigd in Washington, Miami en New York )
3. De afdeling Wetgeving van het ministerie van Justitie en de Juridische Afdeling van de Centrale Bank van Suriname
4. Consultaties zijn gehouden met het IMF, de IDB, het Surinaams bedrijfsleven en de banken
Al deze wetten zijn in concept gereed gemaakt en in 1999 aangeboden aan de regering Wijdenbosch.
Het ging dus om een geïntegreerde aanpak waarbij een moderne en transparante wet- en regelgeving tot stand moest worden gebracht om de randvoorwaarden te creëren voor een gezond bankwezen en ontwikkeling van productie .
De FIAS is helemaal niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de conceptwetgeving . Overigens is de FIAS een instituut van de IFS van de Wereldbank en niet van het IMF zoals ook onjuist vermeld door de heer Kalloe .
De financiële wetten zijn ter advisering gestuurd naar alle banken en besproken in een workshop. De wetten zijn absoluut niet afgewezen zoals beweerd door de heer Kalloe, maar becommentarieerd en de positieve opmerkingen zijn na de workshop verwerkt in de relevante conceptwetten evenals positieve commentaren van IDB en het IMF en het bedrijfsleven.
Na de regeringswisseling in 2000 is het hervormingsprogramma op belangrijke onderdelen stopgezet en enkele delen zijn wel uitgevoerd zoals o.a. invoering van de kasreserveregeling die reeds gereed was en de aanname van de nieuwe bankwet tijdens de regering Venetiaan en niet zoals beweerd door de heer Kalloe tijdens de huidige regering.
Blijkbaar heeft de heer Kalloe het over de Wet op Financiële Instellingen; die wet is pas na 2010 in gewijzigde vorm aangeboden aan de regering, en aangenomen .
De wetten die nog moeten worden behandeld zijn de investeringswet, de deviezenwet en de wet op verzekeringsmaatschappijen
Voor een uitgebreide uiteenzetting van de achtergronden en het waarom en doel van het moderniseringsprogramma voor de financiële sector met name de wetgeving mag ik de heer Kalloe en andere belangstellenden verwijzen naar de vele documenten die beschikbaar zijn bij o.a. de Centrale Bank van Suriname .
Henk O. Goedschalk

error: Kopiëren mag niet!