Kommer en kwel

De kwalificatie die recentelijk door een leider van een politieke partij gegeven is aan de gevolgen van het huidige overheidsoptreden. Geen vreemde klank, zou gezegd kunnen worden, zo op het pad dat nu reeds is ingezet naar het verkiezingsjaar 2015. Inderdaad, in uiteenlopende opzichten komen de beleidsprestaties van het huidige regiem niet in aanmerking voor een goed rapportcijfer. De regeringsleider heeft aan het begin van zijn optreden een aantal hoofdlijnen aangegeven waarlangs het beleid ontwikkeld en zichtbaar gemaakt zou moeten worden. Deze ambtsdrager had in dat kader zijn bekwame, alleszins capabel geachte beleidsadviseurs en ministers tot toeverlaat. Naderhand zou blijken dat in velen onder hen ten onrechte zoveel vertrouwen is gesteld. Dat de realisatie van verschillende beleidsdoelstellingen geheel of gedeeltelijk is uitgebleven, dat voorgelegde beleidsadviezen niet in samenhang met andere beleidsgebieden zijn geformuleerd, en betrokkenheid van belangrijke partners daarbij niet of onvoldoende heeft plaatsgevonden, kan op grond van hetgeen zich heeft gemanifesteerd, niet ontkend worden. De entourage van de regeringsleider heeft op het gebied van de beleidsvorming niet van zich doen spreken. In elk geval is de bevolking stellig niet onder de indruk geraakt van het niveau en de kwaliteit van ontwikkeld beleid op uiteenlopende gebieden, terwijl de uitvoering van voorgenomen beleidsplannen in menig geval ook een krakkemikkig verloop heeft gekend. De instelling van presidentiële commissies, die hoopvol werden gepresenteerd, heeft als experiment niet aan de gestelde verwachtingen beantwoord. Bewezen intelligentie en bekwaamheden van veel integere Surinamers in de buitenwacht zijn helaas niet benut door de president, die zich vaker kritisch heeft moeten uitlaten over de kwaliteit van zijn directe beleidsondersteuners . De ferme taal van de voorzitter van de Nationale Democratische Partij tijdens een recente toespraak is zeker geen preek voor slechts de eigen parochie geweest, doch is stellig mede ingegeven door ontevredenheid over de prestaties van zijn beleidsadviseurs en regeerteam. Niet voor niets wordt in de literatuur vaker erop gewezen, dat de geest en beginselen van nuchter en zakelijk ondernemingsbeleid in vele opzichten eveneens moet gelden voor de ontwikkeling van overheidsbeleid en publiek management. De president heeft de resterende regeerperiode niet als zijn bondgenoot. No nonsens politiek leiderschap, samenvallende met intelligent en gericht handelen van ministers zullen in dit stadium daarom de belangrijkste accenten van het regeringsoptreden moeten zijn. Niet de fysieke beleidsvoorzieningen vormen de essentie van het overheidsbeleid. Toekomstgerichte beleidsontwikkeling en zichtbaar optreden in het actuele openbaar bestuur zijn niet identiek. Ministers prijzen zichzelf met gemak als het om handelingen in de uitvoeringssfeer gaat. Beleidsdoelstellingen zijn gelijk het eeuwig uitdijende heelal, dat daardoor eindeloos is. Het is daarom volstrekt onjuist wanneer ministers stellen dat zij de doelstellingen van hun departement hebben gehaald. Verder liggende doelen liggen namelijk altijd weer in het verschiet. Overheidsbeleid ontwikkelen stelt hoge eisen aan het voorstellings- , analytisch en abstractievermogen van bewindsontwerpers, vooral omdat het hier om geestelijk scheppende arbeid gaat. Het is te verwachten dat beleidsuitvoerders nu het vuur na aan de schenen gelegd zal worden. De tijd dringt, politieke kapers zijn reeds zichtbaar op de kust. Interessant is nu de vraag , met welk recht politieke tegenstanders uit de conservatieve hoek de huidige situatie als ‘kommer en kwel’ mogen aanmerken. De gemeenschap heeft tot heden geen kennis genomen van de evaluaties van de achtereenvolgende regeringsperioden van de grootste opposant van het huidige regiem. Welke de uitkomsten zijn geweest van de interne evaluaties binnen de gelederen van dit traditioneel bondgenootschap als gevolg van de verkiezingsnederlaag in 2010, is de gemeenschap nimmer voorgehouden. ‘Wet en recht zullen prevaleren’ wordt straks het bekende adagium, terwijl partijleiders de regels van de ‘Wet op de Politieke Organisaties 1987’ zonder uitzondering aan hun laars lappen. Volksbrede armoede en landelijke voedselschaarste als karakteristieke voortbrengsels van afgewezen regiems gedurende voorgaande jaren staan de Surinaamse burger nog helder voor de geest. De vele vormen van corruptie, die omwille van machtsconsolidatie werden getolereerd, zullen thans niet door siertaal , het aanleggen van reinheid- websites of distributie van ludieke flyers uit de analen van falende machthebbers kunnen worden gewist. Dat gewezen deelhebbers daaraan heden menen de resultaten van het huidige regeringsoptreden als ‘kommer en kwel’ aan te merken is overigens typerend voor het gedrag van politici in ons land. Opvallend daarbij , is dat personen in de politiek weinig of geen schaamtegevoel hebben voor hun persoonlijke betrokkenheid bij voormalige kabinetten die op essentiële gebieden van staatszorg ernstig hebben gefaald en onrecht jegens het volk omwille van subjectieve belangen hebben versluierd.
Stanley Westerborg
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!