Beleid mensen met een beperking naar hoger plan

Acceptatie staat centraal in beleid mensen met een beperking, laat de regering voor alle duidelijkheid weten. Enkele dagen terug is de Internationale Dag van de Witte Stok herdacht. De witte stok is het symbool van blindheid en slechtziendheid. De mobiliteit en de maatschappelijke participatie kreeg enige aandacht vanuit Sozavo rond deze dag. Ook het recht op onderwijs, gezondheidszorg, informatie, dienstverlening, huisvesting, transport en deelname aan het arbeidsproces werden benadrukt. Deze regering heeft veel beloftes gedaan naar de mensen met een beperking. De rechten van deze groep zijn internationaal erkend in een speciaal in 2007 tot stand gekomen VN-verdrag dat wij nog niet hebben geratificeerd. Al enige keren hebben wij hier benadrukt dat de uitvoering van het beleid een gap vertoont met de politieke beloften en de vastgelegde beleidsintenties. Dit zullen wij steeds blijven benadrukken totdat er schot in de zaak komt. Recentelijk is tijdens de jaarrede weer gerefereerd aan deze groep. De president verwacht van de burgerij dat zij moet erkennen dat er veel verlichting is gebracht in het leven van alledag van de doorsnee Surinaamse burger. Vele Surinamers zouden beseffen dat vele noden van velen onder ons, van de minst bedeelden en van vele anderen, gelenigd zijn, vindt het staatshoofd. Mensen met een beperking ontvangen nu een uitkering van SRD 325 per maand. Deze uitkeringen zijn nog niet voldoende, maar betekenen een aanzienlijke verbetering voor het leven van betrokkenen, vindt de president. Deze voorzieningen zouden voortvloeien uit de gestelde sociale doelen van de regering. Feit blijft dus dat wij in de tweede helft van deze regeerperiode nog een aantal beloftes bewaarheid moeten zien worden. We refereerden al aan de constatering van de MC dat de medische zorg voor mensen met een beperking verbeterd en uitgebreid moet worden. Daarbij zou men overleg voeren met de groep en haar organen. Onduidelijk is of dit reeds is gebeurd. Men constateerde ook dat de opvang van mensen met een beperking zeer slecht was/is geregeld. Er is een structureel tekort aan opvangcentra voor mensen met een beperking. Om de financiering efficiënt te maken stelde MC voor de instelling van een regiem van sociale verzekeringen, welke zullen worden geïntegreerd in één orgaan, waaronder ook zal vallen een invaliditeitspensioen. Voor sommige vormen van beperkingen zou dan dit soelaas kunnen bieden. Het sociaal zekerheidsstelsel is nu topprioriteit bij de regering en er is een aanvang gemaakt met het invullen daarvan, maar dit pensioen is niet aan de orde nu. De MC heeft ook beloofd een solidariteitsfonds, ‘om van daaruit een juiste integratie, opvang, begeleiding, verzorging c.q. verpleging van onze invaliden te bekostigen’. Ook dit lijkt nu niet aan de orde te zijn. We refereerden eerder ook aan de belofte dat een ‘nationaal handvest voor mensen met een beperking’ geformuleerd zou worden en dat integratie, gelijkwaardige tewerkstelling en
beloning, medische verzorging, opvang, begeleiding en sport en recreatie in dit
handvest vastgelegd zouden worden. Beloofd is dat een ‘nationaal instituut voor mensen met een beperking’ dit handvest zal moeten uitvoeren en doen naleven, gesuperviseerd door een ‘nationale raad voor mensen met een beperking’. Als gekeken wordt naar het uitvoeringsniveau zitten wij op een achterstand, wel met de opmerking dat een reorganisatie gaande is bij de huidige raad (Narg). Middels een integraal bijstandsprogramma – met een welvaartsbevorderend karakter – wordt (als alles volgens planning verloopt) in 2013 aan daarvoor in aanmerking komende personen van overheidswege hulp geboden in de vorm van een geldelijke bijdrage, is begroot voor dit jaar, onder het kabinet van de president. Onduidelijk is in hoeverre onder deze noemer gelden/faciliteiten ter beschikking worden gesteld aan de/alle mensen met een beperking. Dit programma ‘Welvaartsbevordering’ is bedoeld om ook financiële ondersteuning te bieden via een systeem van subjectsubsidies ter dekking van de kosten van medische zorg, nutsvoorzieningen en openbaar- en schoolvervoer. Tegelijkertijd moeten andere
beleidsprogramma’s worden uitgevoerd om de gemarginaliseerde groepen structureel een
beter bestaan te bieden, waardoor zij op termijn op eigen kracht hun bestaansniveau
kunnen verbeteren. Er is niet bekend gemaakt dat er andere beleidsprogramma’s zullen worden gecontinueerd gericht op deze groep. Onder de begroting van Sozavo is een bedrag opgebracht voor financiële bijstand aan mensen met een beperking. Vanuit het ministerie zou er ook immateriële dienstverlening zijn naar de doelgroep. Bij de sociale woningbouw zou ook rekening worden gehouden met de doelgroep door Sozavo. Het ministerie besteedt middelen aan zorgvervoer en verleent subsidie aan ca 15 instellingen. De infrastructuur binnen de administratie is aanwezig zoals de Dienst Gehandicaptenzorg en daarbuiten ook de Narg, die thans geherstructureerd wordt.
Al met al moet gesteld worden dat er al bestaande programma’s regulier uitgevoerd worden, maar dat het niveau wellicht te wensen overlaat. Bovendien moet nu vanuit het VN-verdrag – ondanks het niet geratificeerd is – bekeken worden om een ruimer beleid te formuleren naar deze doelgroep toe. Men moet de effectiviteit van de bestedingen meten. Inderdaad zijn de mobiliteit en de huisvesting aandachtspunten die soms vanwege verwaarlozing tot schrijnende situaties leiden vooral als het in combinatie is met armoede. Vanuit de begroting moet meer aandacht zijn voor deze situaties. Het moet daadwerkelijk blijken dat de acceptatie centraal staat in het beleid.

error: Kopiëren mag niet!