Suriname waarheen?

En zo kan je zien dat Suriname toch maar een klein land is waar nieuws zich heel snel verspreidt. Zoals bekend streeft men bij elk overheidsinstelling naar kwaliteitsverbetering en vooral het leveren van diensten op de meest professionele wijze aan de totale gemeenschap. Om dit te kunnen realiseren probeert men het meest geschikte personeel aan te werven om zodoende ook topprestaties te kunnen behalen, meer nog om het werk efficiënter en kwalitatief beter te doen plaatsvinden. Bekend is de uitdrukking “the right man on the right place”.
Bij het Korps Brandweer Suriname is dit juist het tegendeel dan het gezegde.
Er verschijnt een sollicitatieoproep in de krant met de minimale instroomeisen. Jonge mannen en vrouwen die denken aan de instroomeisen te voldoen, solliciteren voor een baan. Dan heb je een commissie bestaande uit brandweermannen die de mensen op hun zaken controleren. Iemand die over een mulo of lts-diploma beschikt, voldoet aan de minimale instroomeis. Degene die door het sollicitatiegesprek is, wordt aan een sporttest en een psychologische test onderworpen. Is een kandidaat fysiek sterk en mentaal goed bevonden, dan wordt zo iemand gestuurd voor de medische keuring. Pas dan is een kandidaat geschikt om als brandweerman opgeleid te worden.
Maar wat zien we nu gebeuren en wie komt er allemaal wel of niet in aanmerking? Bij de sollicitatie al wordt er met twee maten gemeten. Het blijkt dat personen die niet eens voldoen aan de minimale instroomeisen, door de selectie gaan. Zodanig zelfs dat liefhebbers die met een eto- of lbgo-diploma komen, ook geselecteerd worden. Eigenlijk is er hier sprake van machtsmisbruik.
Hoe onredelijk is dit tegenover een geschikte sollicitant die wel voldoet aan de eisen, maar alleen al aan de hand van een sollicitatiegesprek wordt bedankt of niet eens wordt opgeroepen. Wie kunnen we hiervoor aansprakelijk stellen, de commandant of de voorzitter van de selectiecommissie?
Wanneer de voorzitter dit ziet gebeuren, sluit hij zijn ogen omdat het een opdracht is van hoger hand. Maar dit biedt hem dan ook de kans om zijn eigen mannetjes naar binnen te loodsen, ook al voldoen ze niet aan de voorgeschreven eisen, zoals vervat in de sollicitatieoproep en het reglement( z.a. hun lengte, fysiek, gezichtsvermogen enz..). Onder het mom dat de commandant zich schuldig maakt aan het doorbreken van de instroomeis, zien hoofdofficieren, officieren en andere commissieleden hun kans schoon om ook hun eigen mannetjes te accommoderen.
Is dit nog niet voldoende, dan worden de examennormen die voor eerdere opleiding heeft gegolden, aangepast voor hun mannetjes (zonen) die zijn aangenomen en die niet voldoen aan het denkniveau van een doorsnee brandweerman.
Op deze wijze is het korps een familiebedrijf aan het worden, waarbij alle vooraf bepaalde normen en waarden terzijde worden gelegd, alleen voor privé- en familiebelang. De examennormen worden terzijde gelegd en mondelinge opdrachten van de commandant worden opgevolgd alleen en enkel in het belang van zijn eigen bekenden. De kans is daardoor groot dat bijvoorbeeld bij de volgende lichting het zover is dat reeds vier zonen van een commandant werkzaam zijn bij het Korps Brandweer Suriname. Wat een toeval en wat een liefde voor het beroep.
Objectief blijvend en denkend, kan een ieder de vraag beantwoorden wie hoger zou scoren bij zo een test. Is het iemand met een eto-diploma of iemand met een middelbaar diploma? Het antwoord kan niet missen. Maar bij de ‘Elementaire Brandweeropleiding’ is dat wel mogelijk vanwege de hiervoor geschetste situaties. Vanwege vrees voor rancune, blijven de docenten, commissieleden, leden van de examencommissie en alle anderen maar zwijgen over deze scheve situatie. De vraag is wel of anderen geen recht hebben op een eerlijke kans?
Wie moet men aansprakelijk stellen voor de aangehaalde onrechtmatigheden? Moeilijk is het niet. In een oogwenk zijn alle stukken door te nemen. Papierwerk jokt niet en is bovendien erg geduldig. Het is maar dat je de controle oppakt. Wie zal durven de kat de bel aan te binden? Is dat het hoofd personeelszaken, de voorzitter van de selectiecommissie, de commandant, de directeur van Jusitie en Politie of de minister? Is dit nauw verbonden met wat bedoeld wordt met kwaliteitsverbetering? We leven toch niet in een land waar mensen streven achteruit te gaan door normen en waarden te doen vervagen?
Het personeel van het korps heeft onlangs een training “Change management” mogen volgen. Zijn het deze changes wat men nodig heeft, gaat men deze richting op, hoe lang gaat men zo door? Hoe wil de minister of de regering met dit soort leidinggevenden werken die door hun handelen getoond hebben niet capabel en competent te zijn, grote hoogten bereiken?
R.K.

error: Kopiëren mag niet!