Demografische verschuivingen leggen uitdagingen bloot

Het is het Algemeen Bureau voor de Statistiek gelukt om de uitkomsten van de Census 2012 te produceren. Deze cijfers moeten zoveel als mogelijk via internet en ook anderszins bereikbaar worden gemaakt van de bevolking. Demografische gegevens zijn van belang voor de overheid om letterlijke en figuurlijke bewegingen onder de bevolking te kunnen identificeren. De letterlijke beweging van de bevolking van het ene naar het andere district is dat er een druk zal worden gelegd op de faciliteiten en middelen van het andere district. Er kunnen zo schaarsten ontstaan en teruggang van de levenskwaliteit en zelfs de leefbaarheid. De Staat moet een aantal voorzieningen treffen voor de leefbaarheid, zoals infrastructuur, openbare volksgezondheidsvoorziening en onderwijs. In 2010/2011 zijn in het kader van het ontwikkelingsplan ook districtsplannen gemaakt die kennelijk uitgaan van de gegevens van de census van 2004. De groep die het meest voor verschuivingen heeft gezorgd, is de zich in snelle mate urbaniserende Marrons. Tussen de laatste en de voorlaatste census is deze groep spectaculair met 62% gegroeid oftewel 45.000 zielen. Ondanks deze groei zien we geen significante bevolkingsgroei in traditionele Marron-districten als Brokopondo, Sipaliwini, Para en Marowijne. Die maken samen uit de groei 12.000 uit. De rest (33.000) moet gegaan zijn naar voornamelijk Wanica en Commewijne, die met 37.5% en 27.5% tot de grootste groeiers behoren onder de districten, alhoewel de traditionele bevolking van deze gebieden (Hindoestaan en Javaan) te maken krijgen nu met vergrijzing en een laag geboortecijfer. Met name de politiek zal interessant opkijken na de recente volkstelling, alhoewel de bewegingen al duidelijk te zien waren. De politiek is in Suriname over vrijwel de gehele linie langs etnische lijnen verdeeld en opgebouwd. Het meeste profijt kunnen hier de Marron-partijen hebben. Het is gemakkelijk om zetels te halen in het binnenland vanwege de ondoordringbaarheid van het gebied voor ‘stedelingen’ en de afwijkende vereisten voor zetelwinst. In het moeilijke gebied zien wij nu dat naast de traditionele spelers, nieuwe actoren bijkomen door de verstedelijking. De groep Marrons is bezig ook via het onderwijs een opkomst te maken, maar de malaise in Wanica, Groot Paramaribo en wellicht ook Commewijne is nog te groot, waardoor er nog een ontwikkelingsachterstand heerst en het moeilijk wordt voor niet-Marron-partijen om uit deze groep significant te rekruteren. De verruimde mogelijkheden van de Marron-partijen in deze districten brengt een dubbel gevaar met zich mee voor de stadspartijen. In de eerste plaats kunnen Marron-partijen hechter wortel schieten in de genoemde districten, die niet primair tot hun targets behoren. Vanuit dit hechter wortel schieten kunnen deze partijen uitbouwen en een hand reiken naar meer ontvankelijkere delen van de stedelijke bevolking met relatief meer ontwikkeling via onderwijs en werk. Een duidelijk voorbeeld daarvan is Commewijne, die een deel van de ruzie illustreert die er nu bestaat tussen de Abop en PL. Evenwel moet gezegd worden dat die politieke ‘outreach’ naar niet traditionele kiezers van de partij ergens een grens zal hebben vanwege de ontwikkelingsgap. Vandaar dat partijen als de VHP in eerste instantie geen significante bedreiging qua electoraat lijken te ondervinden. In gemengde settings die stand houden, kan de NDP profijt trekken. De opkomst van Marron-partijen in het stedelijk gebied kan na de verkiezingen wel leiden tot heel vervelende uitkomsten. De ABS-cijfers hebben wel blootgelegd een verstedelijking en een demografische verschuiving, maar kwalitatief is er niet veel gezegd. De vraag is hoe de leefsituatie door de groei in de betreffende districten is veranderd. Zijn het harmonieuze relaties of juist vijandige? Accepteert men elkaar of tolereert men elkaar? Diepgaande studies moet in de districten met grote verschuivingen komen, omdat de regering escalaties moet voorkomen. Er zijn behoorlijke spanningen in de betreffende gebieden die door onderwijs, werkgelegenheid en sport kunnen afnemen met de tijd. De spanningen hebben te maken met overlast, variërend van geluidsoverlast en provocatie tot diefstallen en roof van goederen, zelfs vee. Deze overlast bestond voor de verstedelijking niet. Bewoners die in de betreffende districten bezit hadden – niet bezitten is doorgaans een uitzondering in deze gebieden geweest – hebben een wrange smaak in de mond van de verstedelijking en men kijkt in de richting van de nieuwe bewoners, soms omdat men ze heeft gezien, soms omdat men sterke vermoedens heeft. Dus we hebben wel interessante verschuiving, maar onderhuids broeit het voornamelijk door schade en overlast. Deze spanning kan leiden tot vervelende uitkomsten wanneer de een straks te beslissen heeft over de allocatie van middelen en de levering van eenvoudige tot meer ingewikkelde staatsdiensten en de andere op de stoep staat in nood. De opkomst van bevolkingsgroepen is een recht van leden van de groep, maar de regering moet letten op de druk die onvermijdelijk ontstaat en eventuele onevenwichtigheden die ook de kop kunnen opsteken. Deze cijfers moeten aanleiding geven aan de regering om diepteonderzoeken te doen en daarop programma’s voort te bouwen, waardoor meer harmonieuze samenlevingen ontstaan en onderling vertrouwen wordt gekweekt. In het onderwijs komt onvermijdelijk een versmalling van de gap tussen nieuwe en oude districtsbewoners tot stand, alhoewel de indruk ontstaat dan onderwijzers niet bewust hieraan werken. De versmalling komt ook via sport met name voetbal. Hier is het wel zo dat het moeilijk gaat om vertrouwensgaps te dichten. Zo zitten groepen die geacht worden meer middelen te hebben in de leiding van de sportclub of als financier en zit de daadwerkelijk sportende burgers uit de andere groep die vaak lijdt aan het ‘sjwaki’-syndroom waarover we eerder schreven. Aan dit laatste ligt een stukje wantrouwen en disharmonie ten grondslag almede een vooroordeel over welvaart.
De ABS leveren ten slotte heel goede handvaten voor planners, die ongetwijfeld ook zitten bij de bedrijven die nutsvoorzieningen verzorgen. Zowel voor de overheid, de politieke partijen als de nutsbedrijven poneert de census nieuwe uitdagingen. Het streven moet altijd zijn om van dit land steeds een meer vredevol en welvarend land te maken, waar de burgers, alle burgers, centraal staan.

error: Kopiëren mag niet!