Transitie hoger onderwijs naar arbeidsmarkt: uitdagingen hoger onderwijs

De wereld verandert snel, in vele opzichten. Snel veranderende technologie heeft vergaande gevolgen voor ons handelen en voor de omgangsvormen op het werk, in het onderwijs, in het maatschappelijk leven en thuis. Deze veranderingen vormen bovendien voor een groot deel de drijvende kracht achter veel van de andere grote veranderingen die momenteel gaande zijn, zoals globalisering, flexibilisering en de polarisatie van de functiestructuur. Het effect van deze veranderingen wordt versterkt door recente demografische ontwikkelingen, waaronder de vergrijzing en de toegenomen immigratie, met name uit niet-westerse landen. De situatie is in recente jaren verdere gecompliceerd door de financiële crisis. Dit alles betekent dat het hoger onderwijs voor grote uitdagingen staat.
In een recent overzichtsartikel wijzen Humburg en van der Velden (2012) op zes trends die in sterke mate bepalend zijn voor de plaats die hoger opgeleiden vervullen in de economie en samenleving. Deze trends zijn: de kennissamenleving, de ICT-revolutie, globalisering, verandering van de economische structuur, high performance organisaties en toenemende onzekerheid. Bij elke trend kan een bepaald competentiedomein worden aangewezen waarop de betreffende trend het meest directe effect heeft. Alle genoemde trends hebben waarschijnlijk enig effect op de mate waarin vrijwel elke denkbare competentie nodig kan zijn in het werk van afgestudeerden. Het gaat hier vooral om de competenties die het meest direct verband houden met de betreffende trend.
Kennissamenleving
Voor de kennissamenleving is dit het competentiedomein van de professionele expertise. Dit behelst meer dan alleen vakkennis; ook het vermogen om als expert te denken en het beschikken over brede academische vaardigheden zijn belangrijk. Expert worden kost tijd: gemiddeld zo’n vijf jaar werkervaring na het afronden van een studie in het hoger onderwijs. Uit ervaringen en gesprekken met afgestudeerden uit het HBO- en WO-onderwijs blijkt dat, kort na afstuderen, er vooral een tekort aan vakkennis is onder werkende afgestudeerden. Dit is echter niet zonder meer een teken dat de opleiding heeft gefaald. In tegendeel: afgestudeerden met een tekort aan vakkennis zijn doorgaans zeer positief gestemd over hun arbeidsmarktsituatie in termen van carrièremogelijkheden en algemene baantevredenheid. Tot op zekere hoogte lijkt een tekort aan vakkennis juist een teken te zijn van een dynamische baan met vele ontwikkelmogelijkheden.
ICT-revolutie
De ICT-revolutie werkt door op vrijwel alle aspecten van competentievereisten, maar het effect is het meest direct merkbaar op competenties op het gebied van innovatie en kennismanagement. Vanzelfsprekend wordt hierdoor vaker een beroep gedaan op ICT-vaardigheden zelf, maar ook op het vermogen om informatie te vergaren en het vermogen om nieuwe ideeën en oplossingen te bedenken. De tekorten aan ICT-vaardigheden onder hoger opgeleiden nemen toe, maar zijn nog altijd redelijk beperkt. Omdat de meeste jonge mensen vanzelf in aanraking komen met ICT in hun dagelijks leven, lijkt vooralsnog geen reden te zijn voor het hoger onderwijs om extra aandacht te besteden aan ICT-onderwijs. Wel is wenselijk dat het onderwijs meer doet om te profiteren van de mogelijkheden die ICT biedt voor onderwijsvernieuwing.
Globalisering
Globalisering heeft eveneens een rimpelwerking die vergaande consequenties heeft, zelfs voor mensen die er niet direct mee te maken krijgen. Hoewel het Surinaams hoger onderwijs veel internationaler is geworden in de laatste jaren, vertaalt dit zich niet in een hoger aandeel afgestudeerden dat na afronding van de studie in het buitenland werkt. Desalniettemin lijkt in toenemende mate een beroep te worden gedaan op de internationale oriëntatie van werknemers. Kennis van buitenlandse talen wordt de laatste jaren merkbaar belangrijker, opvallend genoeg vooral onder afgestudeerden die in Nederland werken.
Verandering van de economische structuur
De verandering van de economische structuur – meer aandacht voor zelfstandig ondernemerschap, plattere organisatievormen, rol van kleinere bedrijven in de economie, deels zelfstandige eenheden binnen bedrijven, flexibelere werkomgevingen, et cetera – leidt tot een toenemend belang van ondernemerschapcompetenties. Vooral onder afgestudeerden die in kleine organisaties werken blijken dergelijke competenties de laatste jaren belangrijker te worden.
High performance organisaties
High performance organisaties onderscheiden zich onder andere door een brede variëteit aan ingezette vaardigheden, uitgebreid gebruik van deels zelfstandige teams, en een bijbehorende reductie in het aantal hiërarchische niveaus. Dit zou leiden tot snellere besluitvorming en betere afstemming op de nieuwste innovaties. Het belang van interpersoonlijke vaardigheden wordt hiermee naar de voorgrond geduwd. Dit ondanks het feit dat het aandeel afgestudeerden dat leidinggeeft sinds de eeuwwisseling gestaag is afgenomen, vooral onder afgestudeerden met een hbo-opleiding.
Toenemende onzekerheid
Toenemende onzekerheid is in veel opzichten – hoewel niet uitsluitend – de negatieve keerzijde van veel van de andere trends. Dit betekent vooral dat mensen in staat moet zijn om flexibel te reageren op alles wat ze in hun werk of carrière tegenkomen. Er zijn veel manieren waarop deze flexibiliteit te realiseren kan zijn, maar het is aannemelijk dat vooral kennis van andere vakgebieden en het vermogen om nieuwe dingen te leren de opties van mensen zal vergroten wanneer onverwachte ontwikkelingen zich voordoen.
Literatuur
Humburg, M. en R. van der Velden (2012). What Is Expected from Higher Education Graduates in the 21st Century? Chapter submitted to the Oxford University Handbook of Skills and Training. Editors: John Buchanan, David Finegold, Ken Mayhew and Chris Warhurst.
Henry R. Ori

error: Kopiëren mag niet!