Juspol moet interne arbeidsverhoudingen niet verwaarlozen


Het valt op dat een aantal hoog geschoolde ministers in de afgelopen periode moeite hebben gehad om goede arbeidsrelaties te kweken op hun respectieve ministeries. Het beeld is dat het dan de hele zittingstermijn blijft broeien op het ministerie. De uiteindelijke resultaten op deze ministeries zijn uiteindelijk rechtszaken en elkaar bevechtende vakbonden. Dit laatste leidt tot verzwakking van de kracht van de leden, demotivatie bij de leden en toekomstige leden en een stremming in de behartiging van de belangen van de leden. Verdeeld en ongeorganiseerd is men trouwens van geen betekenis. Wij merken binnen het ministerie van Juspol dat de minister enigszins overhoop ligt met meer dan 1 bond. Het meest ‘luidruchtig’ zijn de leden van de bond van penitentiaire ambtenaren. De lijn van deze bond is consistent, de eisen die ze op tafel leggen steeds voorspelbaar. Onder twee regeringen van verschillende signatuur lukt het deze bond niet om zijn wenselijkheden gedaan te krijgen. De wenselijkheden betreffen niet een waslijst. Het gaat om enkele zaken die steeds wanneer het broeit aan de orde worden gebracht. Noch de vorige regering, noch de huidige heeft naar blijkt serieus aandacht besteed aan de eisen. Er is noch eerder noch nu een commissie geïnstalleerd om te bekijken in hoeverre o.a. in het kader van het staatsbestel uitvoering gegeven kan worden aan de (al jaren) meest principale wens van deze bond. Een ingestelde bipartiete commissie met juridische/staatkundige expertise kan het vraagstuk waarmee ministers kennelijk zitten, oplossen. Waar de bond naar toe wil uiteindelijk is een gelijkwaardige waardering van de leden, de penitentiaire ambtenaren. Met gelijkwaardig wordt bedoeld, gelijkwaardig aan de politie. Men wil een volwaardig korps, waarbij men naar het schijnt wil dat een gelijkwaardig rangenstelsel komt, met gelijkwaardige handvesten en wettelijke regeling en erkenning van de rechtspositie van bepaalde instituten binnen dit korps. Het resultaat van de gelijkwaardige waardering moet zijn beslag vinden in de erkenning door de regering, in de plaats die in het staatsbestel wordt ingenomen en niet in de laatste plaats het Fiso-systeem. Dit laatste betekent dus dat de bond via upgrading van het korps wil geraken tot een betere salariëring van de leden. Nu is het zo dat de pa’s geen constitutioneel instituut zijn, althans dat in de grondwet niet wordt gerefereerd aan hun korps of hun functie. Dit, in tegenstelling tot de politie en het leger. Zo is bijvoorbeeld de korpschef van de politie lid van de Veiligheidsraad volgens de grondwet, onder voorzitterschap van de president. De functie van de procureur-generaal wordt in de grondwet genoemd en er staat dat hij belast is met de justitiële politiezorg en bevoegd is instructies te geven aan de politie. De procureur-generaal waakt voor de richtige uitoefening van de taak van de politie. Hij is bevoegd daaromtrent voorstellen te doen die hem

dienstig voorkomen. Hoofdstuk 24 van de grondwet is helemaal gewijd aan het leger en de politie en omvat de taken van het leger en de politie. Militairen of ambtenaren van politie die lid worden van één der volksvertegenwoordigende lichamen worden van rechtswege op non-actief gesteld, volgens de grondwet. Zo een regel ontbreekt voor de pa’s in de grondwet. Bij de laatste grondwet heeft men ter voorkoming van elke ongewenste associatie de aanduiding van ‘Gewapende Machten’ vervangen door ‘Leger en Politie’, dus met uitsluiting van de pa’s en de douane. Het niet refereren aan de pa’s betekent op zich dat er geen mogelijkheden zijn om te geraken tot een gelijkwaardige waardering.

Gisteren hebben actievoerende penitentiaire ambtenaren een vreedzaam protest gehouden in het openbaar. De bond is ontevreden over de gang van zaken met betrekking tot het uitblijven van de gevraagde hervormingen. De bond is genoodzaakt geweest om ettelijke keren de hulp van de rechter in te roepen toen gemaakte afspraken van overheidswege niet werden nagekomen. In een rechtstaat is dat trouwens de enige manier om zaken af te dwingen. Eventueel kan men druk uitoefenen door een dreiging tot schade middels stakingen. Nu zijn er stakingen inderdaad gaande bij de pa’s. Eerder betoogden wij dat staken in deze vitale sector tot levensbedreigende situaties kan leiden in de gevangenis, reden waarom enkele landen in onze regio het voeren van actie door deze groep wettelijk onmogelijk hebben gemaakt. Er heerst ten aanzien van het conflict tussen de Juspol-minister en de bond een ongewenste situatie. Een deel van het korps is voor langere tijd in staking en er is niets aan de hand. Wanneer een groter deel het werk neerlegt, gaan de zaken normaal door. Wat jammer is dat de zaak geen serieuze aandacht schijnt te hebben van de bevoegde autoriteiten, met name de minister maar ook de president. Wat er moet gebeuren, is dat een deskundige commissie de wenselijkheden en de uitvoerbaarheid daarvan objectief bekijkt en aanbevelingen doet aan de regering. Voorts zijn alle partijen erbij gebaat als de ruzie wordt bijgelegd. De minister moet de bond erkennen en ook ernaar handelen. Het een en ander leidt onvermijdelijk tot regulier overleg en onderhandelingen. Dat is een situatie waar partijen naar toe moeten werken.

error: Kopiëren mag niet!