150 jaar afschaffing slavernij en opkomst van Stockholm syndroom

Op maandag 1 juli herdenken wij het feit dat 150 jaar geleden de slavernij in Suriname werd afgeschaft. De tot slaafgemaakten werden vanaf 1 juli 1863 vrije mensen. Opgemerkt moet toch nog worden dat men pas na 10 jaren echt vrij was, omdat tot 1 juli 1873 men onder Staatstoezicht nog op de plantages moest werken. Nu 150 jaren later zullen verscheidene evenementen georganiseerd worden, vele notabelen zullen tijdens speeches hun zegje doen en men zal terugblikken naar het verleden en  verwachtingen over de toekomst opperen.
Ondanks de vreugde die er zal zijn, is het goed de nazaten van de tot Slaafgemaakten erop te attenderen dat er aanwijzingen zijn dat vanuit de Noordzee stromingen ontstaan die de hele slavernij geschiedenis bagatelliseren. Het merkwaardige hierbij is dat het juist nazaten van tot Slaafgemaakten zijn die het belang van de herdenking van de afschaffing van de slavernij niet inzien. De indruk bestaat dat bij vele overzeese nazaten het Stockholm syndroom zijn intrede heeft gehad. Nazaten van tot Slaafgemaakten alhier wonende  moeten ervoor waken dat het Stockholmsyndroom niet overwaait naar Suriname.
Het Stockholmsyndroom 
Het Stockholmsyndroom is het psychologisch verschijnsel dat soms optreedt tijdens een gijzeling. Het verschijnsel houdt in dat de gijzelaar sympathie voor de gijzelnemer krijgt.
De benaming komt van de Norrmalmstorg-overval op de Kredeitbanken aan het Norrmalmstorg in Stockholm en de daaropvolgende gijzeling van 23 tot 28 augustus 1973. De gegijzelden namen het voor hun gijzelnemers op, zelfs nog ná de zesdaagse gijzeling. Tijdens de verhoren hielden ze zich in ten voordele van de gijzelnemers. De criminoloog en psycholoog Nils Bejerot, die de politie toen bijstond, gaf uiteindelijk de naam aan dit verschijnsel. Aangenomen wordt dat het Stockholmsyndroom tot ontwikkeling kan komen in een omstandigheid waar de gijzelnemer absolute controle over de gijzelaar(s) kan uitoefenen en binnen die absolute controle voorziet in de basisbehoeften van het slachtoffer, bijvoorbeeld door het geven van voedsel of beschutting. Voor buitenstaanders is dit een paradoxale situatie, omdat het ook bij de gegijzelde bekend is dat hij zich slechts in een afhankelijke situatie bevindt als gevolg van de acties van de gijzelnemer.
Andere gevallen van het Stockholm syndroom zijn :
–          De Amerikaanse Patricia Hearst, die in 1974  gezamenlijk met haar ontvoerders, zelf deelnam aan een overval op een bank.
–          Natascha Kampusch, een Weens meisje dat na een ontvoering van haar 10e tot haar 18e opgesloten werd door Wolfgang Priklopil, een werkloze ICT’er. Vrijwel direct na haar vrijlating citeerden verschillende media politiepsychologen die stelden dat het meisje aan het Stockholmsyndroom leed, onder andere omdat ze aangaf dat al haar seksuele contacten met de ontvoerder vrijwillig waren geweest. Ook gaf zij in verhoren aan dat hoewel zij haar ontvoerder “meester” moest noemen, hij aardig voor haar was geweest. Tenslotte zou ze in huilen uitgebarsten zijn toen ze vernam dat haar ontvoerder na haar ontsnapping zelfmoord had gepleegd door voor een trein te springen.
De slavernij en het Stockholmsyndroom
Wanneer wij luisteren naar de reacties van verscheidene nazaten van tot Slaafgemaakten, die wonen in het land de ex-kolonisator en ex slavenmeesters dan ontkomen wij niet aan de indruk dat ook daar het Stockholmsydroom zijn intrede heeft gedaan. Er worden namelijk uitspraken gedaan als:
-“Sommige mensen weten niet eens wat de inhoud is van het slavernijverleden. Diezelfde mensen vragen zichzelf af waarom herdenken we de afschaffing van de slavernij want deze gebeurtenis  is ver van onze bed,…… en daarom zijn veel mensen  er niet geïnteresseerd   in deze.”.
-“ De Afrikanen hebben in Afrika mensen geronseld, ontvoerd om bewust als slaven te verkopen.
Wat mij vaak stoort in dat slavernij gedoe is dat Afrika nooit genoemd wordt.  Een feit is dat na blakka seer blakka. De mensen werden bewust ontvoerd en verkocht. Daar hoor ik niks over, daarom wil ik eigenlijk niks horen over slavernij”.
-“Ik kan niet na 300 jaar een ander de schuld blijven geven van mijn falen. Naderhand zouden we toch geleerd moeten hebben, maar nee wij blijven slachtoffer spelen en zielig doen.”.
-“Slavernij is niet Europees, maar komt uit Afrika en het Middenoosten. Dus het hele slavernij gedoe schrijf ik toe aan de Afrikaan. Hij is de hoofd schuldige.”.
Waarom deze houding?
Om deze houding van nazaten van tot Slaafgemaakten, die wonen in het land de ex-kolonisator en ex slavenmeesters, te begrijpen moet men de strategie van ex kolonisatoren goed bestuderen: Migranten naar landen van voormalige kolonisatoren worden op een subtiele manier gegijzeld door de ex-kolonisator. Kritiek op de ex-kolonisator  wordt uitgelegd als niet willen aanpassen en blijven hangen in het verleden. Journalisten zijn alleen welkom om te werken bij Nederlandse  media als zij bereid zijn negatief te spreken over dan wel kritiek te leveren op ontwikkelingslanden (met name hun herkomstland).
Blank erkent en viert zijn geschiedenis. Zo worden De Gouden Eeuw en de Vereenigde Oostindische Compagnie  (VOC)  in Nederland nog steeds geroemd, terwijl de Duitsers nog steeds gehaat worden om de Tweede Wereldoorlog (1940 – 1945 ), en houdt men die in ere. In Nederland wordt Zwart geacht de zijne echter te vergeten.
Doel en gevaar
Het doel van herdenking van belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis is om:
–          Helden en heldinnen te gedenken en daaruit motivatie te tappen om hedendaagse obstakels te overbruggen
–          Eigen- en groepsidentiteit aan te sterken.
–          Zich steeds ervan te vergewissen dat  elkaar kwaad kunnen doen een menselijk eigenschap is. Vandaar dat alles eraan gedaan moet worden om  slechte en mensonterende gebeurtenissen te voorkomen.
Het Stockholmsyndroom moet daarom niet onderschat worden, omdat door de slavernij te bagatelliseren het onrecht miljoenen Afrikanen aangedaan, komt weg te vallen, waardoor deze gebeurtenis voor herhaling vatbaar is en de nazaten van de tot Slaafgemaakten hun bindmiddel en identiteit verliezen.
Het gevaar is bovendien dat het Stockholmsyndroom ook zijn intrede zal doen binnen de gelederen van nazaten van de Chinese -, Hindostaanse  –  en Javaanse immigratie, waardoor het middel dat ze aan elkaar bindt komt weg te vallen en ook hun eigen identiteit zoek raakt.
Wij moeten daarom met zijn allen ervoor zorgen dat het Stockholmsyndroom zijn ingang niet vindt in Suriname.
Tenslotte wil ik de totale Surinaamse gemeenschap feliciteren met de herdenking van 150 jaar Afschaffing van de slavernij. Onze voorouders zijn middels verscheidene drogredenen naar dit land gebracht. Ze hebben geleden en zijn gestorven, maar ze zijn in staat geweest dit mooi land voor ons achter te laten. Laten wij ervoor zorgen dat hun offers niet tevergeefs zijn geweest.
Ricky W. Stutgard M.Sc.
 

error: Kopiëren mag niet!