Graafmachineslopers horen strafeis aan

De officier van justitie, Manro Danning, eiste gisteren tegen drie verdachten een straf van zes maanden, waarvan drie voorwaardelijk met aftrek, en een proeftijd van drie jaar. Zij hebben tezamen en in vereniging op 21 januari 2013 een complete graafmachine, die in de zijstraat van de Suralcoweg te Para stond, middels snijbranders in stukken gesneden. Vervolgens werden de stukken weggevoerd. De vervolgingsambtenaar achtte diefstal wettig en overtuigend bewezen. Twee van de drie verdachten waren reeds eerder op vrije voeten gesteld. De gebroeders Johnsen en Lorenzo L. en Regillio P. hoorden elk feitelijk drie maanden cel tegen hun eisen. Danning gaf aan dat de verdachte Regillio als transporteur had meegeholpen. Hij had SRD 600 en dan weer SRD 450 ontvangen voor zijn diensten. De onderdelen werden middels een hijskraan in een 4 ton pick-up geladen en vervoerd.
Advocaat Oscar Koulen betoogde dat de verwijten tegen zijn cliënt Regillio verwarrend en onduidelijk zijn. Hij verzocht kantonrechter Marie Mettendaf om de verdachte vrij te spreken. Advocaat Lesley Rodgers, die de gebroeders juridisch bijstaat, gaf aan dat het OM niet aannemelijk heeft kunnen maken dat zijn cliënten de zaken hebben weggenomen. Op de verdachten werd niets aangetroffen. Hij verzocht de rechter om een van zijn cliënten, die nog vastzat, in vrijheid te stellen. De magistraat honoreerde het verzoek van de raadsman en stelde onder voorwaarden de derde verdachte voorlopig in vrijheid. Op 2 juli neemt de rechter een beslissing in deze zaak. Alle drie verdachten zijn momenteel op vrije voeten.
Saskia Bandhan      

error: Kopiëren mag niet!