Spaar- en Stabilisatiefonds betreft olie- en goudindustrie

Het Spaar en Stabilisatiefonds heeft concreet te maken met de olie- en goudindustrie. Dat zegt VHP-parlementariër Chandrikapersad Santokhi. Tijdens de voortzetting van de behandeling van de Wet Spaar en Stabilisatiefonds in DNA zei de parlementariër dat uit verschillende analyses blijkt dat de economie van Suriname de komende jaren met 5 procent zal groeien. “Ondanks dit goede nieuws, is het essentieel om te kijken naar de mogelijke risico’s voor deze groei. De Surinaamse export is voor bijna 95% afhankelijk van de mining sector. De natuurlijke hulpbronnensector is verantwoordelijk voor bijna 34 procent van het overheidsinkomen. De informele economie en vooral de informele goudsector resulteren in een sterke stijging van de import en handel. Op papier is de tertiaire sector van de economie bijna 28 procent van het bbp. Maar beleidsmakers moeten zich realiseren dat deze sector wederom in hoge mate afhankelijk is van de inkomsten uit de natuurlijke hulpbronnensector. Er is een redelijke informele sector in deze sector, die wel vervuiling veroorzaakt door bijvoorbeeld kwikgebruik, maar vrijwel geen belasting betaalt’, aldus Santokhi.
De VHP’er wees de regering erop dat het grootste verlies voor heel Suriname de informele goudsector is die door haar primitieve methodieken bijna 60 procent verliest aan goudproductie. ‘De regering moet de kleine Surinaamse goudproducent helpen met nieuwe technologieën die milieuvriendelijk zijn, maar tegelijkertijd het enorme verlies aan goudproductie een halt toeroepen. De voordelen hiervan zullen ook het fonds ten goede komen. Het is fundamenteel om te begrijpen dat deze weeffout in onze economie van een grote afhankelijkheid van resources, bij een neergang van commodity-prijzen negatieve effecten zal hebben. Daarom is de vraag, waarvan de 5 % economische groei afhankelijk zal zijn. Duidelijk is dat je niet allen afhankelijk kan zijn van de schommelende prijzen van de natuurlijke hulpbronnen, die weer impact zullen hebben op de ontwikkeling van het fonds’, aldus Santokhi.
Verder merkte de parlementariër op dat er nagegaan moet worden van waar deze extra groei vandaan moet komen. Santokhi wees erop dat op de VHP-conferentie er aanbevelingen zijn gedaan die in drie groepen gecategoriseerd kunnen worden namelijk. De eerste beleidsaanbeveling betreft het ontwikkelen van een actieve diasporapolitiek. ‘Een professionele diasporapolitiek kan eenvoudig minimaal 3 procent toevoegen aan het bbp. Het Surinaamse bbp is thans een kleine 5 miljard US dollar op basis van de nieuwe methodiek.’ De tweede beleidsmaatregel betreft het ontwikkelen van de energiesector, de groene energiesector en een verdere Surinamisering van de natuurlijke hulpbronnen sectoren. ‘Deze tweede groep van maatregelen is in potentie goed voor meer dan 10 procent bbp-groei. Tenslotte bespreken wij de duurzame sector en de kenniseconomie. Deze laatste groep zal de motor moeten worden voor de Surinaamse economie in 2030. Immers, het maken van een transitie van een mining en oil based economie naar een duurzame en kenniseconomie, zal beleidsacties, tijd en geld vergen’, aldus een deel van het betoog van Santokhi.
Seshma Bissesar
 

error: Kopiëren mag niet!