Moeten padie importen worden toegestaan?

Onderstaand, een artikel, als reactie op een statement van dhr. R.M. Doekhie via een lokaal televisieprogramma in Nickerie. Hij  heeft  mij  teleurgesteld  met  zijn  infantiel denken  en  zijn simplistische   ontwikkelingsgedachte. Daar hij,  bij  een  verzadiging  van  de  Surinaamse  rijstmarkt,  goedkeurt  dat  mogelijk  padie- importen  worden  toegestaan.  Als positieve argumenten ziet hij dan de toenemende  bedrijvigheid,  als ook  het profijt  voor  onder  meer  de  staat,  de importeurs,  de verwerkers  en  de exporteurs.  Daarbij worden de belangrijkste  schakel  in  de  productieketen,   de  producenten,  met  name  de  kleine  rijstverbouwers  die  nauwelijks  25.000  ha  inzaaien  van  de  bijkans  60.000  ha, heel bewust  uit  beeld  gelaten. Of  passen  zij  niet  meer  met  hun  kritische  opstelling  in  het  beleid  van  de regering?
Een  weldenkend   en  het algemeen belang  vooropstellend  mens,    mag  nooit  denken  aan  importen, zolang  beschikbare  potentiële  productiecapaciteit  onbenut  wordt gelaten.  De  opkopers  wringen  zich  in  allerlei  bochten  met  pretexten (voorwendsels,  motieven)  zoals  overbezette  opslagplaatsen,  dalende  wereldmarktprijzen  en  overbelaste  verwerkingsfaciliteiten,  om  de  boeren  mogelijk  in  een  onderdrukte  positie  te houden.  Wat  gaat  het  lot  van  de  boeren  worden,  wanneer  deze  handelaren  relatief  goedkope   padie  mogen  binnenhalen?  Welke  taferelen  gaan  zich dan   afspelen  op  het  prijsontwikkelingsfront?  Als  er nu,  al  sprake  is  van  een  bijna  kunstmatig  verzadigde  padie-opkoopmarkt?
Wat  is  belangrijker: de  verhoging van de productiviteit van  deze sector  door  opbrengstvermeerdering,  kostenverlaging  en  schaalvergroting  met  efficiënte  en  effectieve  organisatie  en  beleid, waardoor  deze  internationaal  hoogwaardig  concurrerend  wordt?  De  sociale  en  economisch-financiele  positie  van  de  boeren  in  het  bijzonder  verbetert  en  het  land  en  volk  meer  welvaart  krijgen  en  welzijn  beleven?  Of  dat de  sector  aan  de  grillen  van  malafide  politici,  beleidsmakers  en  kapitalisten  wordt overgelaten en  door  de producenten te  laten  voortsukkelen?  En dan,  als  het  geklaag  en  de  protesten  onhoudbaar  dreigen  te  worden,  de  aandacht  van  het  werkelijk  probleem  afleiden,  door  afschrikeffecten  teweeg  te  brengen  door  projecties  met  importen  van  padie?
Wil  dhr.  Doekhie  dat  de  boeren  uit  vrees  voor  hun  bedreigd  bestaan,  toegeven  aan  de  eenzijdige  afhankelijkheid  van  marktpartijen  en  hun  mond  niet  meer  roeren,  dankbaarheid  betuigen  aan  hem  als  eventueel  enkele lozingen en  kanalen  worden  opgehaald,  zoals  die  werden  gedaan  in  de  koloniale  tijd?  Misschien  wil  Doekhie, met zijn  beperkte kennis  van  economie  en  duurzame ontwikkeling,  de  boeren  goeddeels  verlossen  uit  de modder  en  de blubber,  door  hun  een  toekomst  te  bieden  als die van  onder  andere  ambtenaren:  met  de  verdiensten  uit  padie  van  Guyana.  Dan  is  deze  voor  hem  ‘ uit  de  hemel  vallende’  schokkende  mededeling,  voor  ontwikkelingsbewuste  Surinamers  intentioneel  anticiperen  op  de  mogelijke  afrekening  met  de padieproductie traditie?  De  tijd  zal  zijn  tekenen  heel  binnenkort  laten  zien. Want,  waar  rook  is,  is  er  altijd  vuur.
Boeren blijft u onder alle omstandigheden alert !
B.  Shankar

error: Kopiëren mag niet!