Herhaaldelijk heeft de voorzitter van de commissie van rapporteurs tijdens de behandeling van de twee goudwetten die in DNA in behandeling ligt, aangegeven dat de werkomstandigheden bij Iamgold als middeleeuws kunnen worden beschreven. Even leek het erop alsof het een verspreking was van de regeringsgelieerde commissievoorzitter, maar neen, hij herhaalde het weer duidelijk. Dat is de duidelijkste statement die ooit door een oppositie- of coalitielid is gemaakt over een bedrijf dat hier functioneert op basis van een overeenkomst met de staat. Die zogenaamde ondersteunende Wet Rosebel is nu opgebracht in DNA voor een wijziging die niet betreft een uitbreiding van het concessiegebied maar een uitbreiding van de zogenaamde verwerkingscapaciteit. De ander wet die voor behandeling ligt is ook goudgerelateerd en gaat om machtiging tot het aangaan van een compleet nieuwe overeenkomst met het goudbedrijf Surgold waarin ook Suriname participeert met aandelen. De voormalige NPS-voorzitter zei terecht in DNA, nota bene als wiskundige dus getraind in het abstract en gecompliceerd denken, dat hij liever een achtereenvolgende aparte behandeling had van beide wetten. Het geheel is verwarrend voor de geïnteresseerde burger om te volgen. Bij deze onduidelijkheid of gedeeltelijke duidelijkheid zou de politiek voordeel kunnen hebben, vooral de partij die baat heeft dat de wetten worden aangenomen. De sterke statement is bedoeld om de regering te bewegen om het bedrijf/partner te bewegen om de werkomstandigheden, waaronder de beperkte bewegingsvrijheid en de slechte vertrekken waarin de arbeiders verblijven, te verbeteren. Deze slechte werkomstandigheden zou men niet durven om in Canada te implementeren merkte de commissievoorzitter op. Door de commissievoorzitter is ook duidelijk aangegeven dat hij tegen de 12-urige werkdag is. Van deskundigen die zijn geraadpleegd heeft de commissie begrepen dat de klimatologische en sociaal-culturele (de wijze waarop wij in Suriname leven (in gezinsverband)) omstandigheden in Suriname zich niet lenen voor een 12-urige werkdag. Terecht dat de commissievoorzitter zegt dat wat in Canada kan, niet aanbevolen hoeft te zijn voor Suriname.
Wat de cijfers en economische feiten betreft heeft de discussie in DNA vooralsnog geen nieuwe punten naar voren gebracht. Aan de ene kant wordt beweerd dat deze nieuwe gouddeals economisch het beste ooit is die Suriname ooit zou kunnen sluiten. De oppositie is de mening toegedaan dat de meerdere participatie bijvoorbeeld in de goudondernemingen ook betekent geld direct op tafel kunnen zetten voor onder andere investeringen. Expliciet was het punt nog niet aan de orde maar de indruk bestaat dat de regering voor haar inbreng een obligatielening zal uitvoeren. De vraag die al een hele tijd wordt gesteld is, is hoe groot in eerste aanleg de inbreng van Suriname moet zijn van Surinaamse zijde. De commissievoorzitter noemde twee grote wijzigingen die evenwel betwist worden door de oppositie. De Staat Suriname zou gaan van geen inspraak naar unanieme besluiten over gewichtige zaken (bestedingen, aankopen, investeringen), maar over minder gewichtige zaken niet. Ten tweede zou de Staat Suriname nu gaan geen controle naar recht om en eigen accountantscontrole te laten uitvoeren op de boekhouding van Iamgold.
De commissievoorzitter deed als eerste uit de doeken dat de commissie individueel bekeken ongeveer 22 instanties heeft geconsulteerd in verband met een opinievorming en de behandeling van de twee wetten in DNA. Over het algemeen gaat het om de lokale gemeenschappen, economische en juridische beroepsgroepen, de vakbeweging, het bedrijfsleven, milieugerelateerde organisaties en financiële instituten. Al de vragen die door deze instituten (220 zijn gesteld en de ‘adviezen’ en ‘aanvullende inzichten’ moeten nu al ter beschikking zijn voor de burgerij zodat die een bredere kijk kunnen hebben op de twee goudwetten die de Staat Suriname zal binden aan een aantal afspraken, waarmee ook de volgende generatie mee zal moeten omgaan. De bespreking van de gouddeals zal in grote lijnen gaan om 5 hoofdpunten: de participatie van Suriname in de productie, de veranderde structuur van de participatie, de beslissingsbevoegdheid van Suriname, de zogenaamde ‘area of interest’ (gebied van wederzijdse interesse) en controlemechanismen inzake beheer en uitvoering. Dat is zoals de voorzitter van de commissie van rapporteurs het graag zou willen. Het verhaal dat de commissievoorzitter in eerste instantie benadrukte lijkt duidelijk op het veronachtzamen van de keerzijde van de medaille. De uiteenzetting van de commissievoorzitter had met deze controversiële zaak moeten beginnen. Hoeveel gaan de nieuwe gouddeals ons nu gaan kosten en hoeveel houden we per saldo over op kort en lang termijn. In plaats daarvan legt de voorzitter de nadruk uitsluitend op de inkomsten. Additioneel zal de Surinaamse samenleving 242 miljoen USD op jaarbasis meer verdienen is het verhaal exclusief belastingen, royalty’s en de 5.000 om 1500 (permanente) arbeidsplaatsen die respectievelijk in de eerste 3 jaren en na 3 jaren zullen ontstaan.
Wat het economisch gedeelte betreft en de verbeterde inkomsten zal op den duur in DNA wel duidelijkheid komen. Het sterkste statement was evenwel de middeleeuwse werkomstandigheden die zijn benadrukt. Na deze besprekingen moet in lek geval betere arbeidsomstandigheden ontstaan. De economische voordelen zullen duidelijker naar voren komen of juist niet in de sloturen van de discussies.