Gaat de Juspol-minister weer uitglijden?

De minister van Justitie en Politie moet aangesproken worden door de president voor zijn handelingen gericht op bestuursleden van de BPAS. Rancuneuze handelingen van een minister zijn rancuneuze handelingen van de regering, waarover de president verantwoordelijk is. Het schijnt dat de minister van uitgerekend Justitie en politie niet veel heeft geleerd van zijn recente uitglijdpartij. De autoriteit is lelijk uitgegleden en had geen andere keus dan zijn rancuneuze maatregel naar de voorzitter van de BPAS toe terug te draaien. Maar het roemloos ten onder gaan, zit de minister nog behoorlijk dwars en dat was te verwachten als goed geanalyseerd wordt hoe sommige bewindslieden in elkaar zitten. Ondanks de juridische opleiding met zeker ‘Staats- en administratief recht’, ‘Sociaaleconomisch recht’ en ‘Mensenrechten’ in het pakket, is het hier zeker aan te bevelen dat een adviseur aan de minister weer opfrist en uitlegt wat mensenrechten, burgerrechten en vrijheden zijn en hoe de Staat Suriname daartegenover staat. Het recht om zich te verenigen is, zoals gesteld door de vakbondsleiders die onlangs in het geweer waren, een fundamenteel recht van de mens. Niet verwonderlijk dus dat de minister moest recapituleren. Door de vakbondsleiders is de minister erop gewezen dat zijn eerste bijzondere taak is om burgerrechten en vrijheden te waarborgen. Hij kan het zich niet permitteren om handelingen te plegen die maar enige schijn hebben dat mensenrechten, burgerrechten en vrijheden worden ingeperkt. Het was een conclusie te snel getrokken toen in de media bericht werd dat de minister en de voorzitter van de BPAS de plooien glad zouden strijken en dat alles weer koek en ei was. Nu blijkt dat de minister het middel van mutaties gebruikt als een tijdbom. De minister moet even googlen om te weten dat deze ouderwetse manier van het frustreren van het werk van een vakbond internationaal alom is toegepast en ook alom is afgekeurd. Mutatie als een middel om een bondsbestuur uit elkaar te halen, is internationaal heel herkenbaar en levert over het algemeen standaardveroordelingen. De houding van de minister kan worden geïnterpreteerd als een afkeer tegen het vakverenigingswezen en dat is een heel moeilijk parket waarin de minister zich plaatst. Het muteren van vakbondsbestuursleden wordt uitdrukkelijk aangehaald in internationale uitspraken van VN-gelieerde organen als een voorbeeld van het treffen van rancuneuze maatregelen tegen een vakbond. In de Caricom-regels zouden landen aangemoedigd worden om wetgeving te maken, die vakbondsbestuursleden beschermen tegen mutaties die erop gericht zijn als pijnigende maatregel. In principe moet een minister die achteraf blijkt burgerrechten te hebben geschonden, aftreden als minister van Juspol. En het is van begin af aan duidelijk dat de minister burgerrechten had geschonden, anders zou hij zijn besluit van de ongegronde op non actief stelling nooit terugdraaien. De minister erkent met zijn terugdraaiing dus dat hij burgerrechten heeft geschonden, maar toont niet dat hij wat heeft geleerd. Want hij gaat op dezelfde voet verder met het muteren van pa-bondsleden. De minister zal later ontdekken dat hij bij het muteren vanuit de VN-regels rekening moet houden met 2 groepen: vakbondsvertegenwoordigers en personen met familieverantwoordelijkheid. Dit laatste staat trouwens ook uitdrukkelijk in de Personeelswet.
De minister van Justitie en Politie verrast de gemeenschap ook met zijn maatregel waarbij hij het Meldpunt Rechtsbescherming zal opheffen. De NF-minister van Juspol liet in zijn alledaagse handel en wandel, ook al was hij geen afgestudeerde jurist, duidelijk blijken dat hij zich doordrongen was van zijn taak om mensenrechten en de rechtsstaat en daaraan verbonden rechten en vrijheden te beschermen. Dat heeft deze minister nu zeker niet. De Juspol-minister is nu voorspelbaar geworden. Het gaat altijd om jongeren aanspreken uit buurten die lijken op de buurt waarin hij opgroeide. Alhoewel belangrijk, kan de minister dat punt van ‘Witboiti’ niet ontstijgen. De NF-minister van Juspol maakte een autoritaire indruk, maar was ook kritisch naar het optreden van zijn apparaat. Daarom heeft hij het meldpunt ingesteld met een verruimde reikwijdte. Het meldpunt moest klachten noteren en doorsturen van niet alleen het politieapparaat, maar ook het justitieel apparaat. Een heleboel burgers zijn ontevreden over het functioneren niet alleen van de minister, maar ook van zijn politiemannen en –vrouwen en van de gedragscodes die in het justitieel apparaat niet in acht worden genomen. Het meldpunt gaf aan dat Juspol bereid was om zijn dienstverlening en functioneren te verbeteren en te luisteren naar de burger. Het signaal dat deze minister nu geeft, is dat de politie onaantastbaar is en mag doen wat hij wil. Degenen die politieke connecties hebben, moeten dan deze dwingen om via machtsmisbruik deze burgers tegemoet te komen. De algemene klacht de laatste tijd is ook dat de Juspol-minister alleen maar sympathie heeft met de broeders die in de gevangenis zitten, niet met de buren die het slachtoffer zijn geworden van de criminele handelingen. Al met al lijkt het dus erop dat de minister van Juspol het liefst zijn eigen taakomschrijving maakt, waarin de nadruk ligt op neutraliseren van weerstanden en veroordeelde jongeren uit een moeilijke achtergrond. Als alle ministers een eigen taakomschrijving voor zichzelf maken en geen rekening houden met bijvoorbeeld de Grondwet dan wordt deze regering een chaos.

error: Kopiëren mag niet!