Deel samenleving laf om corruptie te erkennen

De burgers die het hardst schreeuwen om een zich steeds uitbreidende corruptie aan te pakken, kunnen straks blijken een laf gedrag te vertonen wanneer zij actief een bijdrage moeten leveren om de corruptie aan te pakken. Deze burgers zullen lanti in de steek laten en waarschijnlijk verlegen om hun lafheid ook niet meer klagen. Dit punt maken wij naar aanleiding van een dankbare studie die het instituut Idos heeft gemaakt recentelijk in Paramaribo, Wanica, Commewijne en Nickerie naar de perceptie van de Surinaamse burgerij aangaande het voorkomen van corruptie in de overheid en bij het bedrijfsleven. Opmerkelijk en bewijs van wellicht lafhartigheid is het hoge percentage ‘weet niet’. Van de geïnterviewden weet 20% niet dat er (mogelijk) corruptie voorkomt binnen de overheid. Er zijn rechtszaken geweest, ministers zijn afgetreden en hardnekkig ondanks een luide roep op hun plaats blijven zitten en toch zijn er burgers hier in Suriname die zeggen niet te weten dat er corruptie voorkomt in de ambtenarij. Het Surinaams woord ‘tyuku’ en ‘ondro tafra’ zijn uitdrukkingen die een bepaalde praktijk aanduiden en onlosmakelijk zijn verbonden met de ambtenarij. Toch zegt 20% van de ondervraagden dat ze niet weten dat de corruptie binnen de overheid wijdverbreid is. Er zijn nauwelijks ministeries te noemen waar er geen hardnekkige geruchten bestaan over corruptie en waar soms ministers gewoon ervoor kiezen om vragen niet te beantwoorden. Uit de rij ministeries zijn Biza, Defensie en Minov de departementen die het minst bekend staan om diensten die corrupt zijn. Veel toestemming verlenende en controlerende instanties zijn zwaar corruptiegevoelig. Daarbovenop zijn de bestedingen van landsgelden via bepaalde ministeries groot en daarbij zou er vaak geen transparantie zijn en zouden er evenmin overwegingen bestaan over doelmatigheid en rechtmatigheid. We zeggen dat de 20 % van ‘weet niet’ voor de overheid hoog is omdat corruptie en de roep naar een anticorruptiewet al ettelijke jaren in Suriname spelen. Sommige burgers verklaren het uitblijven van een anticorruptiewet onder zowel de oude als de nieuwe politiek als te zijn een complot van ‘de politici van de koffiekamer’ tegen het volk dat op de stoepen van overheidskantoren bedelt om gunsten die hen rechtmatig toekomen. De ‘koffiekamer’ van ons parlement staat al jaren symbool voor het huis van een complot waar de kaste van de politici (overlevings)strategieën uitwerken tegen het electoraat. Waarom weet de 20% niet? Die 20% heeft of geen ruggengraat en wil niet bemoeien (niets gezien, niets gehoord) of is zelf betrokken als burger of ondernemer in de corruptiebusiness of is (familie van) een politicus (rr-lid) en wil met zijn antwoord behoeden dat de regering in een kwaad daglicht komt te staan. Of is (een deel van de) 20% helemaal niet betrokken bij de gebeurtenissen die zich afspelen in het land? Wellicht is het een combinatie, maar dan nog blijft het percentage 20% te hoog en bezwaarlijk. De burger die het zich permitteert niet te weten of en in welke mate er corruptie is bij de overheid, is het basisingrediënt voor continuïteit van de huidige stand van zaken.
Alhoewel 20% hoog is, vindt een 66% toch dat de corruptie bij de overheid wijdverbreid is. Wat onder wijdverbreid moet worden verstaan, is kennelijk overgelaten aan de subjectieve maatstaven van de respondent. Wijdverbreid is volgens ons zodanig voorkomend qua aantal eenheden in het departement en/of qua betrokkenheid van ambtenaren dat het niet geheim te houden meer is, dus waar de corruptie publiek geheim is, zelfs dat het niet gemakkelijk aan te pakken is, waartegenover ministers hulpeloos staan en dus noodgedwongen oogluikend toestaan. Inderdaad zijn er op 14 ministeries, diensten en ambtenaren die door en door corrupt zijn. Het publiek weet het, de burgerij accepteert inlichtingen over de diensten van deze overheidsonderdelen met veel protest en sceptisch. Corruptie kan simpelweg begrepen worden als het vragen van geld, goederen of wederdiensten voor het uitoefenen van een toegestane of niet toegestane bevoegdheid, het zich toe-eigenen van staatsmiddelen of deze onrechtmatig beheren of het bevoordelen van vrienden, familie of kennissen. Dus een meerderheid van de bevolking vindt dat de corruptie wijdverbreid is bij de overheid. Deze geldt minder voor het bedrijfsleven. Daar vindt slechts 50% dat de corruptie wijdverbreid is. Bij de corruptie bij het bedrijfsleven gaat het niet alleen om het geven van bribes aan ambtenaren. Bedrijven kunnen ook bij de dienstverlening naar de burgerij voortrekken of benadelen of om een tyuku vragen, bijvoorbeeld wanneer het gat om nutsbedrijven of medische bedrijven. De onderzoeker wijst erop dat de onderzoeken wel dateren uit een periode (december 2012) toen een aantal zeer actuele naar corruptie riekende zaken als de 0.6 miljoen hectare concessie van Sew A Tjon en de ca 95.000 hectare van onderminister Gopi, inmiddels minister af, nog niet bekend waren. Evenmin waren de uitbestedingen aan zijn kinderen door de minister van OW bekend. Een andere dimensie die de dominanter wordt, is het uitgangspunt dat de president van het land zelf betrokken is in de corruptie, iets dat veel minder en wellicht helemaal niet aanwezig was bij de vorige president. Deze vermoedens worden sterker wanneer de president opeens helemaal opgehouden is om het woord ook maar te noemen in zijn redevoeringen. Opmerkelijk is dat ca. 14% van de ondervraagden meent dat de corruptie in de Surinaamse overheid niet wijdverbreid is.                    .

error: Kopiëren mag niet!