Alertheid leiderschap natuurlijke hulpbronnen

Door twee DNA-leden uit 2 verschillende politieke kampen zijn recent rond de jaarwisseling opmerkingen gemaakt met betrekking tot het politieke leiderschap. Aanleiding waren de verwikkelingen rond het beheer van de natuurlijke hulpbronnen door de regering. Onlangs beweerde de geestelijke begeleider van de president bij herhaling dat het staatshoofd omringd wordt door personen die het niet menen met het land en alleen uit zijn op eigen gewin. Het binnenland van Suriname maakt in veel opzichten van Suriname een land dat internationaal toch wel aandacht trekt. We zijn een van de meest beboste landen in de wereld. We hebben ook veel zoetwater. Afgezet per hoofd van de bevolking zijn er ook veel natuurlijke hulpbronnen. Het overgrote deel van de Surinaamse bevolking woont in de stad en kijkt in de buurt naar broodwinning. De gemiddelde burger kijkt niet naar het achterland om actief te werk te gaan voor het verdienen van geld. De middelen daartoe zou hij echter ook niet gemakkelijk tot zijn beschikking hebben. Een deel van de bevolking is er toch wel degelijk van bewust dat al het geld in het binnenland ligt. Veel technologie hoeft er niet aan te pas te komen, wel durf. Het gaat om de bossen waar bomen kunnen worden gekapt en het gaat om de goudmijnbouw. Vooral bij politici is het besef ogenschijnlijk groter waar de rijkdommen liggen. Immers, het zijn zij die vaak moeten aangeven dat wij een rijk land zijn en dat zij het gaan aanwenden voor een beter leven voor iedere Surinamer. De bevolking wordt door een deel van de politici gezien als laks en soms ook lui, een rechtvaardigingsgrond om iets later te denken aan de belangen van deze burgers… en eerder van vrienden en familie. Wat er nu al een tijd aan de hand is, is een rush op de natuurlijke hulpbronnen van Suriname. Het gaat dan vooral nu nog om goud, hout en domeingrond. Ongestoord kunnen wettelijke bevoegdheden worden aangewend om bijvoorbeeld concessies te verlenen. Het kan ongestoord gebeuren, omdat politici niet geven om wat het publiek ervan zou vinden. Onrechtmatigheid of dubieuze zaken komen vanwege de kleinschaligheid van de samenleving gauw aan de orde. Maar wat opvalt, is dat er geen instituten zijn in Suriname waar er gecorrigeerd kan worden. De burgerij in Suriname gaat snel over tot de orde van de dag. Het gevolg daarvan is dat er geen noemenswaardig maatschappelijk middenveld bestaat in Suriname aangedreven door een ideologie. Zo bestaan er geen door Surinamers gerunde milieuorganisaties in Suriname, evenmin groepen die gekant zijn tegen corruptie. De situatie is zo o.a. vanwege de kwaliteit van docenten en de kwaliteit die hogere onderwijsinstituten zoals de universiteit aan de samenleving aflevert. Mensen studeren af om betere sollicitatiekansen te hebben, maar er worden door de universiteit geen wetenschappers afgeleverd. Er is een stilte in alle beroepsgroepen en men stelt dat alleen de minder getalenteerde personen in Suriname blijven hangen.
Suriname is een land met hele zwakke instituten en een lakse burgerij. Onlangs werd een toneelstuk over corruptie weer herhaald op televisie en frappant was dat het publiek over corruptie kon lachen. Kennelijk zit het diep in de cultuur. Actueel zijn de grote concessies die worden uitgegeven. Een DNA-lid is zelfs zo ver gegaan om het huidige staatshoofd te verwijten dat hij meewerkt aan corruptie. Dat zou dus betekenen dat deze hoge functionaris oogluikend alles toestaat, de instructie daartoe geeft of zelfs zichzelf daarmee bevoordeelt. Wat het exact is, heeft het oppositielid niet gesteld. Maar ook van vorige staatshoofden wordt gezegd dat zij niet in staat waren om de grondproblematiek voor de burgerij aan te pakken, maar wel zichzelf konden ‘regelen’. Wat er in Suriname ook moet komen, is wetgeving die alle openbare functiebekleders, dus ambtenaren van hoog naar laag en hun familieleden tot een bepaalde graad, verplicht om hun vermogen jaarlijks aan te geven bij een instantie. Dit was aanvankelijk opgenomen in de anticorruptiewet. In november al werden vragen gesteld bijvoorbeeld over de concessies van Bruynzeel. Opmerkelijk is ook dat er opmerkingen werden gemaakt over een groot bosbouwbedrijf Greenheart. Die zou meer concessies onder zich hebben dan toegestaan volgens de Surinaamse wetgeving. Toen werd beweerd dat de oprichters van de Surinaamse versie van dit bedrijf, ook de oprichter zijn van andere bedrijven. Deze kleinere bedrijven zouden concessies op hun naam krijgen en deze brengen onder het grotere bedrijf. Nu blijkt dat een soortgelijk patroon met kleine geheime bedrijven ook aan de orde was bij een fraudezaak, waarin grootaandeelhouder Sino-Forest is betrokken. Greenheart heeft meer werkkapitaal ter beschikking gekregen om de concessies en de operaties te verruimen. Het zou mogelijk zijn dat burgers in aanmerking komen voor concessies en deze plaatsen onder een bedrijf dat al op een bepaald maximum zit. Is dat geen omzeiling van de wetgeving? Is de beperking van 150.000 ha of 200.000 ha geen beperking voor het ondernemerschap en werkgelegenheid? De minister van NH had uitsluitsel moeten geven over de wetgeving en haar ratio, maar dat gebeurde niet. Intussen zijn er wel hardnekkige geruchten dat vanuit de NDP en de Palu, waar de technische kennis aanwezig is, zwaar gefocust wordt om heel persoonlijk de productie met kennissen en vrienden ter hand te nemen. De situatie op dit moment is dat er geen instrumenten zijn om een gedragsverandering te forceren, ook verkiezingen lenen zich daar niet meer voor. Als het zo doorgaat dan duurt het niet lang of Suriname wordt met een liniaal verdeeld door een aantal krijgsheren. Die situatie moet voorkomen worden door zelfbeperking vanuit de politiek zelf.
 

error: Kopiëren mag niet!